HC. 3 - Verwerking suiker, vet en aminozuren Flashcards
Wat is de route van de meeste wateroplosbare componenten vd vertering?
Darmen –> Vena porta –> lever (en worden daar grotendeels opgenomen) –> hierna kan de niet opgenomen gedeelte door naar de spiercellen/vetcellen
Wat is de route van triglyceride en wat bypassen die?
Via lymfebaan, en bypassen het first pass effect van de lever
Waar moet de bloedsuikerspiegel tussen zijn?
5 - 6 mM
Hoeveel gram glucose nodig per dag? en wat gebeurt er als er meer dan de benodigde gram binnen komt?
180 gram, bij te veel wordt deze glucose omgezet naar vetzuren
Hoe kunnen vetzuren (terug)omgezet worden in glucose?
Niet, vetzuren kunnen niet worden omgezet in glucose, het is dus niet omkeerbaar
Wat gebeurt er bij te weinig glucose binnen?
Dan worden andere manieren gebruikt om glucose te maken, zoals gebruiken van eiwitten (voor hersenen en erytrocyten
Wat gebeurt er als je weinig koolhydraten hebt, maar veel eiwit ten behoefte van glucose?
eiwitafbraak voor glucose maken
Wat gebeurt er als je weinig koolhydraten hebt en ook weinig eiwit ten behoefte van glucose?
Spierafbraak
Wat zijn de energievoorraden van het lichaam (in KCAL)?
KH (glucose):
KH (glycogeen): (spierglyco vs leverglyco)
Vet:
Eiwit:
KH (glucose): 60 kcal
KH (glycogeen): 1600 kcal, 1200 spier, 400 lever
Vet: 135.000
Eiwit: 24.000
Wat is de gemiddelde intake van KH, vet en eiwit per dag?
KH 1000 kcal
Vet 900 kcal
Eiwit 400 kcal
via welke stof communiceren de leverglycogeen en bloedsuikerspiegel?
Insuline
Wat moet er gebeuren in je lichaam bij lage insuline?
belangrijk om te zorgen dat de lever glycogeen weer glucose aanlevert en dat de levercel weer glucose aan de bloedbaan afgeeft. De lever is dus heel erg centraal in de glucose homeostase.
door wat wordt insuline uitgescheiden?
de eilandjes van langerhans (de bètacellen, endocriene pancreas)
Wat nu als lever glycogeen op is, en er nog geen maaltijd aankomt, m.a.w, als we langer dan overnacht vasten?
Lichaam moet overgaan naar andere energievorm, naar aminozuren, om daarmee glucose te maken. Echter om vanuit aminozuren glucose te kunnen maken kost enorm veel energie, deze energie wordt gecreëerd door de vetopslag die de vetzuren moet vrijgeven voor energie.
Welke 2 voedingstoestanden kennen we?
- storage mode (well-fed state, early-refed state)
- productie mode (post-absorptive, early-fasting, late-fasting, starvation)