HC 3 Positivisme Flashcards
Immanuel Kant
Dacht voor Hume dat we werkelijk wisten dat de wetten van Newton correct waren
Na Hume weet hij dat we geen oorzaak-gevolgen relaties kunnen verklaren
–> Kant gaat kijken of er toch een manier is om zeker te zijn van natuurwetten
Kant Eens met Hume
Je kan niet via je zintuigen vaststellen of een algemene bewering waar is, bijv. ‘alle kaarsen smelten in de zon’
Kant Oneens met Hume
We kunnen wel degelijk vaststellen door een combinatie, een synthese, van rationalisme en empirisme dat een algemene bewering, zoals ‘alle kaarsen smelten in de zon’ waar is en kunnen weten. Kennis komt voort uit de combinatie van verstand door de ratio en zintuiglijke waarneming
Synthese rationalisme en empirisme
- a priori oordeel vs. a posteriori oordeel
- analythisch vs. synthetisch
a priori voordeel
Toegankelijk zonder naar de werkelijkheid te kijken; te bereiken/vaststellen met je verstand (kijken naar de begrippen). Je kunt de bewering vaststellen op waarheid door te kijken naar de begrippen/definities
- een zus is een vrouw
A posteriori oordeel
Hiervoor moet je wel naar de werkelijkheid kijken; om de waarheid vast te stellen moet je onderzoek doen. Deze bewering kun je niet enkel met je verstand inzien
- er zitten 73 bonen in de schil
Synthetisch oordeel
Vermeerdert je kennis door onderzoek, hier gaat wetenschap om
- sommige lichamen zijn zwaar
Analytisch oordeel
Vermeerdert je kennis niet, maar analyseert wat je al weet. De begrippen die je al bezit, analyseren en uitspraken over doen (geen onderzoek)
- elk lichaam is uitgebreid
analytisch - a priori
Elk lichaam is uitgebreid
-> analyseren wat je al weet, om te weten of het waar is moet je goed nadenken (geen onderzoek)
Analytisch - a posteriori
Bestaat niet, als iets een analyse is van wat je al weet, dan hoef je geen onderzoek meer te doen
Synthetisch - a priori
Kennis vermeerderen, zonder empirisch onderzoek = rationalisme
- 5 + 7 = 12, wanneer je leert rekenen en het begrip van 5, +, 7 en = , hebt dan kun je door je verstand de som uitrekenen, zonder zonderzoek.
- Bestaan niet volgens Empiristen, want dit zou betekenen dat er kennis bestaat die niet uit de waarneming afkomstig is
Synthetisch - a posteriori
Kennis vermeerderen door empirisch onderzoek met de zintuigen
- dit is een geel boek
Wat wil Kant laten zien met zijn oordelen
- Synthetische kennis is a priori mogelijk
- als dat zo is, dat het dan ook een synthetisch oordeel a priori is dat de wereld causaal gestructureerd is.
–> kennis van de natuurwetten van Newton zijn gered voor zover die vertellen dat alles in de natuur veroorzaakt is
Noumenale wereld
De wereld opzich, geen kennis over mogelijk
Fenomenale wereld
De wereld zoals die aan ons verschijnt, synthetische - a priori oordelen kunnen hier worden ontdekt
Transcedentaalfilosofie
Uitleggen van voorwaarden waaronder kennis van de fenomenale wereld, mogelijk is.
Transcedentaal
De mogelijkheidsvoorwaarden van kennis betreffen
- vormen van waarneming: empirisme
- categorieën van ons verstand: rationalisme
–> hierdoor legt Kant dus een synthese aan van empirisme en rationalisme. Voor kennis hebben we vormen van de waarneming nodig die samenwerken met het verstand door middel van categorisatie
Vormen van waarneming
- empirisme
Ruitme en tijd –> op de een of andere manier zorgen de dingen uit de onkenbare/noumenale wereld ervoor dat de wereld altijd aan ons verschijnt/presenteert in tijd en ruimte
Categorieën van ons verstand
- rationalisme
Substantie en causaliteit –> input krijg je binnen via de zintuigen door de waarneming van ruimte en tijd, maar dit is een verzameling van losse waarnemingen, waarbij het verstand categorieën moet maken. Door de losse waarnemingen te categoriseren ontstaat er kennis
- voorbeeld substantie: objecten hebben altijd een bepaalde vorm (verschijnen altijd in de ruimte aan ons) en duren altijd (bestaan kortere of langere tijd - verschijnen dus altijd in de tijd aan ons). De categorie die je er op kunt plakken is een substantie
Copernicaanse wending
De wereld legt geen structuur op ons aan, maar wij aan de wereld; het verstand categoriseert waarnemingen, waardoor het verstand structuur oplegt aan de fenomenale wereld (vergelijk Copernicus: de zon draait niet om de aarde, wij draaien om de zon)