6. De wetenschappelijke methode en het demarcatiecriterium Flashcards

1
Q

Wetenschappelijke methode

A

Associëren we met het voeren van empirisch, experimenteel, kwantificeerbaar onderzoek met als doel een domein van de werkelijkheid te begrijpen en te voorspellen. Echter lopen de domeinen van de verschillende wetenschappen zo erg uiteen dat er geen sprake kan zijn van één wetenschappelijke methodologie
- formele wetenschappen zijn niet empirisch
- evolutiebiologie en astrofysica zijn niet experimenteel
- psychologie, sociologie en antropologie zijn niet vaak kwantificeerbaar
- biologie maakt geen voorspellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Twee sterk van elkaar verschillende families van wetenschappen zijn

A
  • mens- of sociale wetenschappen
  • natuurwetenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mens- of sociale wetenschappen

A

Richten zich op het menselijk denken, handelen en interacteren; geschiedenis, psychologie, economie, sociologie, antropologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Natuurwetenschappen

A

Richten zich op de fysische en natuurlijke wereld; fysica, chemie, biologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillende studieobjecten

A

Waar natuurwetenschappen zich focussen op aspecten van de fysische wereld, focussen mens- of sociale wetenschappen zich op het doen en laten van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillende doel

A

Volgens Dilthey gaan natuurwetenschappen hun domein van de werkelijkheid erklären: de werkelijkheid beschrijven in termen van oorzaak en gevolg en wetmatigheden. Sociale wetenschappen proberen hun domein van werkelijkheid te verstehen
- natuurwetenschappen
- sociale wetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschillende methodes en aspiraties

A
  • natuurwetenschappen gaan proberen om universele wetten te ontdekken en bloot te leggen
  • sociale wetenschhappen gaan we regelmatigheden blootleggen
  • natuurwetenschappen kunnen precies voorspellen; we kunnen heel precies een zonsverduistering voorspellen
  • sociale wetenschappen kunnen niet zo nauwkeurig voorspellen, omdat het gaat om gedachtes en gedragingen
  • looping effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Looping effect

A

Binnen de mensenwetenschappen kan er een interactie bestaan met het studieobject. Wanneer we iets gaan beschrijven, zoals menselijk denken, doen, voelen, wordt het verandert door onze beschrijving. Hoe we iets beschrijven, heeft invloed op het gedrag van de mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gelijkenissen tussen natuuwetenschappen en sociale wetenschappen

A

Werken beide zelfcorrigeren
- cognitieve artefacten vergroten niet alleen de reikwijdte van wetenschappen, ze beschermen ook tegen intuïtieve denkfouten
- het wetenschappelijk kader en de context waarin aan wetenschappen wordt gedaan beschermen tegen de denkfouten van systeem 2
- het wetenschhapelijk kader en context waarin aan wetenschappen gedaan wordt, beschermt tegen emotionele vertekening (bandwagon effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bandwaggon effet
- ingroup-outgroup bias

A

Wetenschappen zijn een coöperatieve activiteit waar wetenschappers samen in grote onderzoeksgroepen samen werken. De kans bestaat erin dat binnen de onderzoeksgroepen men niet kritisch gaat kijken naar het werk van anderen. Echter, ligt de kracht juist in het bestaan van rivaliserende groepen, omdat deze graag elkaar resultaten controleren en fouten willen ontmaskeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Belang van wetenschappelijke vooruitgang

A

Rationeel denken zorgt voor een verbetering van levensomstandigheden, levensverwachting en de samenleving. Om tot een betere samenleving te komen, moet men kennis op doen over mensen. In de sociale wetenschappen hebben we een belangrijk gevaar van zelfcensuur. Wanneer we atomen beschrijven kunnen we dit doen zonder al te veel kritiek. Bij het beschrijven van de mens, komt er veel meer kritiek kijken. Wanneer er negatieve sociale gevolgen zijn, vervalt het begrip van de mens en samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Faslifieerbaarheid

A

Het moet in principe mogelijk zijn om die theorie te weerleggen op basis van observatie
–> Popper ging hiermee in tegen het demarcatiecriterium van verifieerbaarheid, je kunt namelijk nooit met zekerheid zeggen dat een theorie waar is. Ook ging hij in tegen confirmatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Poppers visie over wetenschappen

A

Popper dacht dat de wetenschap vooruit ging door hypotheses en weerleggingen. Wanneer een hypothese weerlegt wordt, komt er een nieuwe hypotheses met bewerkte informatie waardoor we meer kennis op doen. De theorieën worden hierdoor steeds waarschijnlijker. Dat betekent ook dat we nooit 100% zeker kunnen zijn. Een wetenschappelijke theorie is nooit een kwestie van zekerheid, maar een kwestie van waarschijnlijkheid. Zekerheid is volgens hem dogmatisch denekn; waarschijnlijkheid is wetenschappelijk denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kritiek op Poppers demarcatiecriterium

A
  • praktijkgericht
  • Feyerabend’s epistemologisch anarchisme
  • Sokal’s Hoax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Praktijkgerichtheid van Poppers demarcatiecriterium

A

Wetenschappers doen in de praktijk niet aan wetenschappen zoals Poppers criterium vereist. Wetenschappers gaan niet specifiek opzoek naar tegenstrijdig bewijs, en laten ze zelfs niet altijd hun theorie vallen bij tegenbewijs.
Vaak weet je niet of het falsifiërend bewijs komt doordat je iets anders nog niet geobserveerd hebt, of doordat je hypothese fout is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Feyerabend’s epistemologisch anarchisme

A

Een epsitemologisch anarchist is een wetenschapper die zich keert tegen elke vorm van een demarcatiecriterium. Feyerabend zei ‘anything goes’. Volgens hem zijn alle grote doorbraken in de wetenschap gekomen doordat de gangbare methodologische regels aan de laars gelapt werden; regels verhinderen de vooruitgang
- psotmodern denken

16
Q

Postmodern denken

A

Stellen dat wetenschappers geen ontdekkers zijn, maar beeldhouwers. Elke theorie is een constructie van de werkelijkheid; er zijn dus veel mogelijke manieren om die constructies te maken.
Feyerabend pleit voor een scheiding van staat en weteschao=p

17
Q

Sokal

A

Was ervan overtuigd dat er wel degelijk een odnerscheid was tussen goede wetenschappelijke theorieën en ongefundeerde wetenschappelijke theorieën. De wetenschap gaf volgens hem meer betrouwbare theorieën over de werkelijkheid dan andere vormen, zoals Voodoo.

18
Q

Sokal’s Hoax

A

Sokal wilde aantonen dat peer review en wetenschappelijke standaarden afwezig waren door zelf een artikel vol onzin te schrijven (sokals hoax
- doordat zijn artikel arg diepzinnig leek, kwam het door het peer review proces heen, en werd het gepubliceerd