H9 Dissociatieve stoornissen Flashcards
Wat is een dissociatie?
Een verandering in het bewustzijn, als gevolg van een verminderde of veranderde toegang tot de eigen gedachten, gevoelens, waarnemingen en herinneringen.
In de DSM-V worden er 3 verschillende dissociatieve stoornissen omschreven, dewelke?
1) Dissociatieve identiteitsstoornis
2) Dissociatieve amnesie
3) Depersonalisatie / derealisatiestoornis
Wat zijn de criteria om te spreken van een dissociatieve identiteitsstoornis?
1) Fragmentatie van de identiteit met 2 of meer afzonderlijke persoonlijkheidstoestanden.
2) Hiaten in het herinneren van alledaagse gebeurtenissen, patiënten missen een stuk van de tijd.
Er is een hoge comorbiditeit bij patiënten met een dissociatieve identiteitsstoornis, geef enkele voorbeelden. (4)
1) Helft tot 2/3 van patiënten voldoet aan criteria van BPS.
2) Meerderheid van de patiënten hebben een depressie.
3) De helft van de patiënten vertoont zelfbeschadigend gedrag en middelenmisbruik.
4) 1/3 heeft een comorbide eetstoornis.
Wat is dissociatieve amnesie?
Patiënten kunnen zich persoonlijke gegevens, meestal traumatische gebeurtenissen, niet meer herinneren.
(ook soms samen met een dissociatieve fugue)
Wat is depersonalisatie?
Een verandering in de perceptie en de ervaring van het zelf. Ze hebben het gevoel los te staan en externe waarnemer te zijn van de eigen geestelijke processen of het eigen lichaam.
Wat is derealisatie?
Een verandering in de ervaring van de omgeving, die dan vreemd, minder levendig en niet echt lijkt. Kan gepaard gaan met veranderingen in lichamelijke gewaarwording.