H15 Suïcide en suïcidaal gedrag Flashcards
Iemand die onder invloed van een brug springt pleegt suïcide?
Fout,
Suïcide is intentioneel, doelgericht gedrag, de betrokkene verwacht te sterven. Bij iemand onder invloed kan het ook een ongeluk zijn door hallucinaties.
Wat is het verschil tussen een suïcidepoging en automutilatie?
Bij automutilatie is er niet de intentie om te sterven. Mensen willen ontsnappen aan spanning, onrust, wanhoop, stoppen met denken en voelen.
Automutilatie is wel een risicofactor voor suïcidepogingen.
Wat is de voornaamste reden om suïcide te plegen?
Ze willen ontsnappen aan een ondraaglijk toekomstperspectief.
En dat de voortdurend ondraaglijke gedachten en gevoelens ophouden.
Een lichte suïcidepoging kunnen we interpreteren als een ‘cry for help’.
Nee, elke suïcidepoging moet ernstig genomen worden ook de lichte. Het kan inderdaad een ‘cry for help’ zijn maar dan nog dient het met al de aandacht beholpen worden.
Wat is een balanssuïcide?
Een suïcide die weloverwogen is, lang op voorhand voorbereid na een zorgvuldig afwegen van voor- en nadelen.
Eerder de uitzondering, meeste suïcides zijn impulsief en onvoorbereid (druppel in de emmer).
Wat is het verschil tussen ‘cry for help’ en ‘cry of pain’ verklaringsmodellen?
Cry for help:
Suïcidaal gedrag is een primaire vorm van communicatie, er is geen vertrouwen in de toekomst en eigen kunnen maar nog wel vertrouwen in de ander (rescue).
Cry of pain:
Suïcidaal gedrag na een situatie met mentale pijn (defeat) en er is geen escape noch rescue. Dit activeert gevoelens van hopeloosheid en suïcidaliteit. Het gevoel van ‘entrapment’, vast te zitten leidt tot suïcidaliteit.
Ringel beschreef het presuïcidale syndroom dat dicht aansluit bij ‘entrapment’, het heeft 3 symptomen. Dewelke?
1) Blikvernauwing / tunnelvisie
Afsluiten van omgeving, eigen leefwereld terugtrekken
2) Agressieomkeer
Richt agressie naar binnen, preoccupatie met schuldgevoelens, slechtheid en machteloosheid
3) Suïcidale fantasieën
Intrusieve gedachten en beelden van eigen suïcide, dood is enige uitkomst
Leg het ‘integrated motiavtional-volitional’-model uit.
1) Ervaringen van nederlaag en vernedering (defeat & humilation) zonder te kunnen ontsnappen leidt tot een gevoel van ‘entrapment’.
Zeker wanneer de persoon slechte copingmechanismen gebruikt.
2) De ‘motivational moderators’ zijn de factoren die leiden tot de overgang van ‘entrapment’ naar suïcidale gedachten. Bv: niet meer met anderen verbonden voelen, gevoel anderen tot last te zijn.
3) Om tot een suïcidale act over te gaan moeten ze angst en pijn overwinnen. Dit is niet van zelfsprekend, hier spelen ‘volitional moderators’ een rol, zoals de toegankelijkheid van letale middelen en impulsiviteit.
Verklaar de ‘three-steps’-theorie.
Psychologische pijn en hopeloosheid --> 1) Suïcidegedachten --> Zich niet meer verbonden voelen --> 2) Ernstige suïcidegedachten --> Capaciteit om suïcide te plegen: A. Aanleg (hoge pijndrempel) B. Verworven (trauma, automutilatie) C. Praktische factoren (kennis, beschikbaarheid) --> 3) Suïcide(poging)
Het grootste deel van het suïcidale proces is niet zichtbaar en hier kan men dus niet in helpen.
Fout, het grootste deel is inderdaad niet zichtbaar, maar we kunnen hier wel in helpen door suïcidegedachten en plannen actief te bevragen.
Wat zegt het cascademodel van Rettersdorf over suïcidaliteit?
Aan suïcide gaat een langdurig proces vooraf.
Het ontstaat uit een doodswens, het passieve idee dat ‘het niet meer hoeft’.
Doodswens –> suïcidegedachte –> suïcideplan –> suïcidepoging
Ontwikkelen van suïcidegedachten en het overgaan van ideatie naar poging zijn twee verschillende processen.
Het grootste deel van het proces verloopt ook niet zichtbaar.
Wat is het Werther-effect?
Na de publicatie van ‘Die Leiden des jungen Werthers’ pleegden veel jonge mannen suïcide, copycat suicides.
De oorzaak van suïcide is een combinatie van factoren, deze factoren kunnen onderscheiden worden in 3 categorieën, dewelke?
1) Proximale factoren
Beïnvloeden direct en onmiddellijk de kwetsbaarheid
2) Distale factoren
Belangrijk in het ontstaan van kwetsbaarheid maar liggen in verder verleden
3) Protectieve factoren
Factoren die de kans verkleinen vb: kinderen hebben
Wat zijn de psychiatrische aandoeningen die het risico op suïcide het meest verhogen?
- Depressie (psychotische het extreemst)
- Bipolaire stoornis
- Schizofrenie
- Borderline PS
- Middelen gebruik
Wat zijn sociodemografische risicofactoren voor suïcide?
Alleenstaanden of gescheiden personen (x 2.5)
Vrouwen en jongeren: meer gedachten, plannen en pogingen
Mannen: meer sterfte door suïcide
Slecht opvoedingsklimaat
Somatische aandoening of specifieke stresserende gebeurtenissen