H5.2 Flashcards

1
Q

Waarom is een negatief NBK een gevaarlijke situatie ?

A

signaleert mogelijke betalingsmoeilijkheden (Current ratio < 1)

Dit betekent dat een deel van de VA gefinancierd wordt met KT- schulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef vier specifieke liquiditeitskengetallen

A

a. Globaal klantenkrediet
b. Aantal dagen leverancierskrediet
c. Afhankelijkheidsgraad van verzekeringsinstellingen en overheid
d. Opslagduur der voorraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het aantal dagen klantenkrediet

A

a. hoeveel dagen er gemiddeld verlopen tussen het ontstaan van de vordering en de betaling ervan

b. meet de gemiddelde inningsperiode

c. Hoe korter de inningsperiode, hoe voordeliger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is aantal dagen leverancierskrediet

A

indicatie van hoe snel of hoe traag de ziekenhuizen hun leveranciers vergoeden voor de geleverde prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de formule en norm voor leverancierskrediet

A

leveranciers / (inkopen + diensten en bijk. lev. - retrocessie) x 365

Norm : langer dan klantenkrediet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zouden het ‘aantal dagen klantenkrediet’ en ‘het ‘aantal dagen leverancierskrediet’ zich idealiter moeten verhouden ?

A

Ideaal is als betaaltermijn van leverancierskrediet langer is dan de betaaltermijn van klanten, tenzij interessante korting bij contante betaling wordt geboden

Realiteit is vaak andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je de afhankelijkheid van de verzekeringsinstellingen meten ?

A

(Vorderingen verzekeringsinstellingen / Totale vorderingen) x 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom speelt de ‘opslagduur van de voorraden’ een niet-onbelangrijke rol ?

A

a. dure medische materialen en geneesmiddelen kunnen in ziekenhuizen een belangrijk deel van de middelen opslorpen.

b. Hoe sneller een bepaalde voorraad ‘omgezet’ wordt, hoe minder lang de geïnvesteerde middelen onbeschikbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de formule voor ‘opslagduur van de voorraden’ (niet echt vooral: wat is invloed van lang blijven liggen van voorraden)

A

(Voorraden /voorraden en leveringen) x 365

Formule wordt niet gevraagd, wel: hoe langer voorraden in ziekenhuis blijven hoe langer voorraden blijven liggen hoe slechter liquiditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef enkele suggesties voor ziekenhuizen om de liquiditeitssituatie te verbeteren.

A

i. snel factureren
ii. beperking van de voorraden
iii. verhoging van de opbrengsten en/of vermindering van de kosten
iv. ervoor zorgen dat het lev.krediet langer is dan het klantenkrediet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is in het kort de beste liquiditeitssituatie

A

a. zo vlug mogelijk zoveel mogelijk geld te innen en

b. zo traag mogelijk zo weinig mogelijk geld te betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat versta je onder solvabiliteit ?

A

a. Meet de mate waarin een onderneming schulden heeft aangegaan en hoe groot haar draagkracht is om de daaruit voortvloeiende verplichtingen op LT na te komen

b. Hoe meer EV, hoe groter de veiligheidsbuffer is voor de schuldeisers

c. Solvabiliteit: langetermijnleningen kunnen betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De solvabiliteit kan je op 2 manieren bepalen. Welke ?

A

a. Graad van financiële onafhankelijkheid (GFO)

b. Algemene schuldgraad (ASG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de Graad van financiële onafhankelijkheid (GFO) (berekening en norm)

A

procentuele gedeelte van eigen vermogen in het totale vermogen te berekenen

eigen vermogen/ totaalvermogen x100

c. Norm:
i. 33% kritisch
ii. 40-50% veilige situatie
iii. 25% absolute minimum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de Algemene schuldgraad (ASG)

A

Geeft idee hoeveel euro vreemd vermogen tegenover 1 euro eigen vermogen staat

d. Voorzieningen (in feite verborgen reserves) bij het EV voegen
e. Oprichtingskosten uit het EV verwijderen gezien het om fictief EV gaat bij liquidatie

vreemd vermogen/ eigen vermogen x 100

norm is zelfde als bij graad van financiële onafhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor veel ziekenhuizen bestaat het EV voor een groot deel uit investeringssubsidies. De solvabiliteit exclusief deze subsidies is soms zeer laag en zelfs negatief voor ziekenhuizen. Wat betekent dit ?

A

a. dat de ziekenhuizen er zelf niet in slagen een voldoende EV op te bouwen door zelffinanciering (winsten reserveren) of via inbreng door de eigenaars.

b. Gevaar: subsidies nemen jaar na jaar af in de jaarrekening (behalve als er nieuwe injecties zijn). Solvabiliteit neemt dus doorheen tijd af behalve als er genoeg winst is.

17
Q

Wat is de enige duurzame oplossing om de solvabiliteit te verbeteren of op peil te houden ?

A

voldoende winsten maken

18
Q

Wat zijn andere oplossingen om ervoor te zorgen dat de solvabiliteit van ziekenhuizen minder uit subsidies bestaat

A

bijkomende inbreng door de eigenaars

maximaal investeren met subsidies

19
Q

Wat is rentabiliteit

A

a. Maatstaven om na te gaan of een ziekenhuis door zijn activiteiten financiële meerwaarde genereert : winst, cash flow, toegevoegde waarde.

b. Van belang is ook de resultaten te relateren aan de activiteiten van het ziekenhuis.

20
Q

Wat zijn exploitatiewinst, courante winst en winst van het boekjaar ?

A

a. In welke mate sluiten de ziekenhuizen het boekjaar met een positief resultaat af

i. Exploitatiewinst (bedrijfswinst)
ii. Courante winst (bedrijfswinst + fin. res.)
iii. Winst van het boekjaar (globale resultaat inclusief uitzonderlijke resultaten)

21
Q

Wat is mate van zelffinanciëring

A

a. Door de som te maken van de reserves en de overgedragen resultaten verkrijgt men het door het ziekenhuis zelf gecreëerd vermogen door de tijd. (Er mogen geen winsten uitgekeerd worden)

% van eigen vermogen dat winst is dat ziekenhuis zelf heeft gemaakt

b. Nagegaan moet evenwel worden of er geen resultaten opgenomen zijn bij het kapitaal

22
Q

wat is de formule en norm voor mate van zelffinanciëring

A

(reserves + overgedragen resultaat / EV )x100

norm: voldoende positief

23
Q

wat geeft cash flow weer

A

Geeft de hoeveelheid financiële middelen weer die uit de activiteiten tijdens de beschouwde periode zijn voortgekomen

CF kan positief zijn in verliessituatie

d. hoger de CF, hoe gemakkelijker de schulden kunnen terugbetaald worden en hoe meer investeringen terugbetaald kunnen worden met zelf gegenereerde middelen

24
Q

wat is de formule voor cashflow en wat is de norm

A

winst van het boekjaar + niet-kaskosten - niet kasopbrengsten

norm: voldoende positief

25
Q

wat zijn niet kaskosten

A

Afschrijvingen
Waardeverminderingen
Voorzieningen
Minderwaarde bij de realisatie van VA

26
Q

voor rentabiliteit van het eigenvermogen zijn er 2 formules welke

A

winst van het boekjaar in teller of cashflow in teller gedeeld door eigenvermogen x 100

27
Q

wat is continuïteit

A

organisatie moet voldoende investeren om haar capaciteit op peil te houden, d.w.z. dat ze, over meerdere jaren beschouwd, minimaal de afschrijvingskosten dient te herinvesteren

28
Q

wat is de formule voor de continuïteit van een ziekenguis en de norm

A

investeringen/ afschrijvingen

norm: >1

29
Q

De globale financiële toestand van een ziekenhuis kan snel gevat worden op basis van een gecombineerde eis. Welke ?

A
  • acid test zonder inhaalbedragen > 1
  • voldoende winst
  • solvabiliteit (fin. onafh.) > 25 %
  • continuïteit over meerdere jaren > 1
30
Q

Banksectors gebruiken een ratingmethode voor de kredietwaardigheid van ziekenhuizen, te bepalen dit is een combinatie van een aantal scores, welke?

A

financiële en kwaliteitsscores

31
Q

wat kunnen financiële scores omvatten

A
  • solvabiliteit (EV/TV of VV/TV)
  • rentabiliteit (analyse bruto/nettoresultaat)
  • liquiditeit (acid test of current ratio)
32
Q

wat zijn kwaliteitsscores

A
  • positie in regio
  • artsen
  • management
  • samenstelling raad van bestuur
33
Q

wat is de formule en norm voor aantal dagen klantenkrediet

A

(vorderingen prestaties + overige vorderingen) / omzet + andere bedrijfsopbrengsten - bedrijfssubsidies

of voor betere vergelijkbaarhei met andere ziekenhuizen:

vorderingen prestaties / omzet x 365

norm = 2 maanden

34
Q

globaal aantal dagen klantenkrediet kan opgesplist worden in welke twee delen

A

aantal dagen patiëntenkrediet

aantal dagen krediet tov verzekeringsinstellingen

35
Q

wat is de formule voor aantal dagen patiëntenkrediet

A

vorderingen op patiënten / omzet patiënten x 365