H1.2 Flashcards

1
Q

wat zijn de 4 waarderingsprincipes

A

a. Relevantieprincipe
b. Individuele waardering
c. Objectiviteitsbeginsel
d. Voorzichtigheid: (conservatisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het relevantieprincipe

A

relatieve belangrijkheid van individueel te waarderen items. Bv glazen uit cafétaria zijn kosten en niet investering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is individuele waardering

A

ieder bestanddeel van een vermogen moet afzonderlijk gewaardeerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het objectiviteitsbeginsel

A

waardering moet gebeuren volgens betrouwbare methodes en controleerbare gegevens. Verantwoordingsstukken bijvoegen en het registreren op basis van de historische kostprijs drag hieraan bij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is voorzichtigheid (conservatisme)

A

Kosten en schulden mogen niet onderschat worden en opbrengsten, bezittingen en eigen middelen mogen niet overschat worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de 3 principes die over informatieverstrekking gaan

A

a. Periodiciteit
b. Vergelijkbaarheid
c. Getrouw beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is periodiciteit

A

er moet minstens 1x per jaar een jaarrekening (en inventaris) opgesteld worden. Deze wordt bezorgd aan de verschillende gebruikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is vergelijkbaarheid

A

gegevens moeten consistent worden bijgehouden zodat jaarrekeningen van verschillende jaren met elkaar vergeleken kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een getrouw beeld

A

de jaarrekening moet een accuraat beeld weergeven van het vermogen, financiële positie en resultaat ven een bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie zijn de interne gebruikers van een jaarrekening van een ziekenhuis

A

a. Interne bestuursorganen
(Directie, Raad van bestuur, Algemene vergadering)
b. Ondernemingsraden
c. Medische raad
d. Financiële commissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Wie zijn de externe gebruikers van de jaarrekening
A

Diverse overheden en banken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom hebben externe gebruikers de jaarrekening nodig

A

overheid: voor aanvragen van subsidies
banken: leningen aangaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Welke rol heeft een bedrijfsrevisor
A

a. Controleren of jaarrekening een accuraat beeld weergeeft van het vermogen/ financiële toestand en resultaten van een bedrijf
b. Opdrachten ten aanzien van de ondernemingsraad
c. Controleren van activiteiten van de centrale inning van de honoraria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doet een bedrijfsrevisor bij het controleren of de jaarrekening een accuraat beeld weergeeft

A

i. Maakt hierover een verslag en geeft deze aan bevoegde organen, financiële comissie en overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doet een bedrijfsrevisor bij het controleren van de centrale inning van honoraria

A

i. Verslag maken dat gegeven wordt aan ziekenhuisbestuurder financiële comissie en medische raad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 4 mogelijke uitspraken van de bedrijfsrevisor

A

a. Goedkeurende verklaring
b. Verklaring met voorbehoud
c. Onthoudende verklaring
d. Afkeurende verklaring

17
Q

wat houdt een goedkeurende verklaring in

A

revisor vindt dat er een accuraat beeld van de werkelijkheid gegeven wordt

18
Q

wat houdt een verklaring met voorbehoud in

A

over het algemeen geeft de jaarrekening een accuraat beeld, toch zijn er enkele bezwaren.

19
Q

wat houdt een onthoudende verklaring in

A

de revisor kan geen uitspraak doen door grote onzekerheid bv door het ontbreken van bewijsstukken, slecht intern controlesysteem of bijzondere omstandigheden

20
Q

wat houdt een afkeurende verklaring in

A

de revisor vindt dat de jaarrekening geen accuraat beeld van de werkelijkheid geeft.

21
Q

Wat staat er aan de activa zijde

A

a. Links staan de activa/ actiefzijde, dit zijn gebouwen, materialen, etc.
i. Vaste activa, bv gebouw
ii. Vlottende activa, kan gemakkelijker in geld omgezet worden

22
Q

wat staat er aan de passiva zijde

A

ii. Vreemde middelen/ schulden: middlen afkomstig van derden die ooit terugbetaald moeten worden