H2.2 Flashcards

1
Q

Wat zijn oprichtingskosten

A

Kosten om ziekenhuisactiviteit te starten, voort te zetten of te structureren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn immateriële vaste activa

A

vaste activa die niet tastbaar zijn (bv goodwill, octrooien, onderzoek en ontwikkelingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn materiële vaste activa

A

bezittingen van een bedrijf, onderverdeeld in onroerende en roerende investeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn voorbeelden van oprichtingskosen

A

kosten oprichting en inbreng (revisor, publicatie in staatsblad)

intercalaire interesten: je moet geld betalen voor (im)materiële activa om de contructie te financiëren in de periode voordat het bedrijfsklaar is

herstructureringskosten

overige kosten: verwarming, eerste inrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn voorbeelden van immateriële vaste activa

A

octrooi (patent)

brevet (piloten)

goodwill: Je betaald niet enkel voor bedrijf maar ook reputatie en clienteel

reasearch en development

know how: persoon met kennis heeft ook waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 4 onderdelen van materiële vaste activa

A
  • terreinen en gebouwen
  • materieel voor medische uitrusting (scanners, monitors)
  • materieel voor niet-medische uitrusting en meubilair (computers, rollend materieel)
  • vaste activa in huurfinanciëring (leasing) of op grond van soortgelijke rechten: a. Leasing-, opstal-, erfpachtcontracten waarbij gebruiker economisch risico loopt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn finaniëel vaste activa

A

Als je aandelen gebt voor een substantieël deel van een bedrijf (zodat je zeg hebt in de activiteiten ervan) bv dochteronderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de vlottende activa

A
  • vorderingen op meer dan 1 jaar
  • voorraden en bestellingen in uitvoering
  • vorderingen voor ten hoogste 1 jaar
  • geldbeleggingen
  • liquide middelen
  • overlopende rekeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn vorderingen meer dan 1 jaar

A

Kunnen pas na enkele jaren geïnd worden
- vorderingen voor prestaties
- overige vorderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de onderdelen van voorraden en bestellingen in uitvoering

A
  1. Grondstoffen en leveringen
  2. Bestellingen in uitvoering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat staat er in grondstoffen en leveringen

A

Voorraadrekening voor verschillende soorten voorraden. Bedrag in de balans duidt gebruikswaarde aan, bepaald op basis van aanschaffingsprijs. 4 Methodes van waardering voorraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 waarderingsmethodes

A
  • individueel identificeerbare prijzen
  • FIFO
  • LIFO
  • gewogen gemiddelde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is individueel identificeerbare prijzen

A

oorspronkelijke aankoopprijs (bv ring kopen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is FIFO

A

first in first out

wat je eerst koopt wordt eerst opgebruikt, wat er later bijkomt wordt gebruikt om te rekenen

Als prijzen stijgen heeft FIFO laagste verbruikskosten en hoogste waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is LIFO

A

last in first out

wat je laatst koopt wordt als eerste opgebruikt, je gebruikt de prijs van wat er eerder inkomt

Prijzen dalen zijn verbruikskosten laagste en waarde hoogste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is gewogen gemiddelde

A

berekend via de gemiddelde inkoopprijs van de voorraad

17
Q

wat zijn bestellingen in uitvoering

A

tafel waarbij poten gemaakt zijn maar tafelblad nog niet

18
Q

wat zijn vorderingen van ten hoogste 1 jaar

A

hebben meestal direct verband met dienstverlenening van ziekenhuis

  1. vorderingen voor prestaties
  2. overige vorderingen
19
Q

Wat zijn vorderingen voor prestaties

A

a. Vorderingen van patiënten, verzekeringsinstellingen, inhaalbedragen
b. Te innen opbrengsten: vorderingen die nog niet gefactureerd zijn
c. Dubieuze debiteuren: bij mogelijkheid dat iemand niet betaald wordt deze in dubieuze debiteuren geboekt. Het bedrag wordt overgeboekt van vorderingen naar dubieuze vorderingen

20
Q

Wat als een dubieuze debiteur niet betaald

A
  1. incassobureau (je krijgt wel niet volledige bedrag)
  2. wordt een kost als dit niet betaald wordt
21
Q

Wat zijn vorderingen op verzekeringsinstellingen

A

vorderingen op ziekenfondsen

22
Q

wat zijn inhaalbedragen

A

ziekenhuizen worden gefinancieerd door de overheid op basis van hoeveel patienten ze zien met het BFM, maar kan enkel geschat worden omdat dit op voorhand bepaald moet worden

maar wordt later herzien zodat het bedrag met definitieve informatie vastgelegd kan worden.

Het verschil kan zowel positief als negatief zijn.
(iii. Veel revisoren plaatsen deze rubriek systematisch onder voorbehoud)

23
Q

waar worden positieve en negatieve inhaalbedragen gezet op de balans

A
  1. Positieve inhaalbedragn: vorderingen ten hoogste 1 jaar
  2. Negatieve inhaalbedragen: schulden korte termijn
24
Q

Wat zijn overige vorderingen

A

Vorderingen zonder rechtstreeks verband met zorgverlening

  • Terug te vorderen BTW
  • Geesheren, tandartsen, paramedischi
  • Diverse vorderingen
  • Dubieuze vorderingen
  • Geboekte waardevermindering
25
Q

wat is terug te vorderen BTW

A

als handelaar goederen koopt dan mag de btw op zijn aankopen terugvorderen/aftrekken als handelaar goederen verkoopt dan moet hij de btw die betaald wordt door klant op goederen doorgestort worden

Ziekenhuizen moeten geen BTW betalen (behalve bepaalde activiteiten zoals de cafetaria)

26
Q

wat zijn overige vorderingen op geneesheren, tandartsen, paramedici

A

Als deze zelf geld (honoraria) aannemen zijn ze deel aan ziekenhuis nog verschuldigd

27
Q

wat zijn diverse vorderingen

A

zaken war geen specifieke rekening voor is geopend (verkoop tweedehands computermateriaal)

28
Q

Wat is geboekte waardevermindering

A

Er kan ieder jaar een forfaitair bedrag aan waardevermindering worden ingeboekt in functie van historische verliezen (bv 3% van vorderingen worden niet betaald)

29
Q

Wat zijn geldbeleggingen

A
  1. Beleggingen in aandelen, kasbons of obligaties
  2. Termijndesposito’s: spaarboekje
30
Q

Wat zijn liquide middelen

A

Bank, kas, post

a. Cash geld
b. Te incasseren vervallen waarden (ontvangen cheque)
c. kredietinstellingen