H3.1 Flashcards

1
Q
  1. Welke informatie vind je terug in een resultatenrekening
A

a. Vat de resultaten samen over een bepaalde periode.

Dus kosten en opbrengsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat is het verschil tussen ‘kosten en opbrengsten’ en ‘inkomsten en uitgaven’
A

a. Kosten en opbrengsten kunnen zich voordoen zonder geldbeweging. Uitgaven zijn er wanneer dat er werkelijk geld uit onderneming verdwijnt en inkomsten is wanneer dat er geld binnenkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. De resultaten kan je opsplitsen in 3 soorten
A

a. Bedrijfsresultaten: (bedrijfsopbrengsten – bedrijfskosten)
b. Financiële resultaten: (financiële opbrengsten – financiële kosten)
c. Uitzonderlijke resultaten: (uitzonderlijke opbrengsten – uitzonderlijke kosten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke resultaten zijn normaal gezien het grootst ?

A

Bedrijfsresultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Welk resultaat is best positief ?
A

a. Een negatief resultaat van een boekjaar met een positief bedrijfs-en courant resultaat (negatieve resultaat is te wijten aan uitzonderlijke kosten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is Bedrijfs-en courant resultaat

A

(bedrijfsresultaat + financieel resultaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het resultaat van het boekjaar

A

bedrijfsresultaat + financieel resultaat + uitzonderlijk resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Wat zijn de 3 grootste opbrengstenbronnen uit de ziekenhuisomzet
A

-verpleegdagprijs (BFM), -farmaceutische en gelijkgestelde producten
-honoraria dokters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat komt op de rekening ‘700 verpleegdagprijs’

A

de BFM-inkomsten die het ziekenhuis m.b.t. het lopende boekjaar heeft gefactureerd aan de ziekenfondsen en de patiënten (opbrengsten van het BFM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Wat is het verpleegdagprijsbudget (nu budget van financiële middelen)?
A

a. kosten te dekken van het verblijf van de gehopitaliseerde patiënten
b. budget financiële middelen dekt op forfairaire wijze de kosten die verband houden met het verblijf in een gemeenschappelijke kamer en de verstrekking van zorgen aan de patiënten in het ziekenhuis incl patiënten daghospitalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Waarom mag je in een ziekenhuis meestal pas naar huis na 14.00 u?
A

a. Omdat er dan een tweede hospitalisatiedag aangerekend mag worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Wat wordt normaal gezien in een ziekenhuis gedekt door dat BFM ?
A

a. de kosten van de werking van het ziekenhuis voor zover die betrekking hebben op volgende diensten:
i. verpleegeenheden
ii. hulpdiensten anesthesie, gipskamer, operatiekwartier
iii. medisch-technische diensten
iv. apotheek
v. chirurgische daghospitalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat komt op de 701- rekening ?

A

het verschil tussen het gefactureerde BFM en het ‘rechthebbend’ BFM (inschatting door ziekenhuis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wanneer mag een ziekenhuis een supplement vragen aan de patiënt voor een ziekenhuisverblijf ?
A

a. voor een verblijf op een individuele of een tweepersoonskamer, als de patiënt dit gevraagd heeft en minstens de helft van het aantal bedden in het ziekenhuis beschikbaar kan gesteld worden als gemeenschappelijke kamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Wanneer mag er géén supplement gevraagd worden ?
A

a. de gezondheidstoestand van de patiënt het vereist
b. of de technische voorwaarden van onderzoek van behandeling of van toezicht een verblijf op een aparte kamer vereisen.
c. begeleidende ouder bij opname kind
d. bij patiënt met verhoogde tegemoetkoming (omnio statuut) of chronische zieke patiënt (2 pers.kamer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Wanneer mag een arts een ereloonsupplement vragen aan een patiënt ?
A

a. Als de patiënt verblijft op een individuele kamer, bijzondere eisen of hoog inkomen heeft

17
Q

een ereloonsupplement is een opbrengst/kost

A

opbrengst (rekening 7)

18
Q
  1. In welke gevallen worden door een ziekenhuis forfaits uit RIZIV-conventies aangerekend ?
A

a. De niet-chirurgische daghospitalisatie
b. De dialyse
c. De gipskamer
d. De revalidatieovereenkomsten

19
Q

wat is een conventie

A

als je bepaalde aandoening hebt betaal je voor sommige dingen minder bv muco, diabetes

20
Q
  1. Welke opbrengsten boekt een ziekenhuis op de rekening 704 Nevenproducten ?
A

De opbrengsten uit producten en diensten die ter beschikking gesteld worden van patiënten
bv: De opbrengsten die betrekking hebben op de verhuur van televisietoestellen, ijskasten, telefoon

REMINDER: staat hier bloed, weefsel, etc bij of niet

Deze maken slechts een heel beperkt deel van de ziekenhuisomzet uit

21
Q

Wat bedoelt men met ‘gelijkgestelde producten’ op de rekening 705 Farmaceutische en gelijkgestelde producten ?

A

a. Gelijkgestelde producten: implantaten, bloed en bloedproducten, isotopen, gipsen … (alle andere producten die onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisapotheker vallen)

b. Opbrengsten die uit gebruik van deze materialen komen.

22
Q

Hoe kunnen opbrengsten voor producten gerealiseerd (geïnd) worden door het ziekenhuis ?

A

a. Opbrengsten kunnen geïnd worden door het RIZIV (voor producten die door de ziekteverzekering worden terugbetaald) of via patiënten en of private verzekeraars (remgelden op terugbetaalde producten, producten niet gedekt door verplichte ziekteverzekering)

23
Q

Wanneer kan je alleen maar terugbetaling krijgen van geneesmiddelen ?

A

a. Enkel geneesmiddelen die door de arts zijn voorgeschreven worden terugbetaald.

24
Q

De farmaceutische en gelijkgestelde producten worden ingedeeld in diverse categorieën, naargelang de terugbetalingsvoorwaarden in de verplichte ziekteverzekering. Welke ?

En wat is het remgeld per categorie voor een gewone rechthebbende ?

A

a. Categorie A: essentiële levensnoodzakelijke geneesmiddelen, bv diabetes, kanker, 0% remgeld

b. Categorie B: therapeutisch belangrijke geneesmiddelen, (nuttig, niet-levensnoodzakelijk), 25% remgeld

c. Categorie C: symptoom behandelende geneesmiddelen, 50% remgeld

d. Categorie D: niet-terugbetaalbare geneesmiddelen (slaapmiddelen) 100% betaald door patient

e. Categorie E: buitenlandse niet-vergoedbare geneesmiddelen, 100% betaald door patiënt (p50)

25
Q

Welke kosten moet deze afleveringsmarge voor implantaten in principe dekken ?

A

kosten dekken van informatieverstrekking, aankoop, voorraadbeheer, sterilisatie, aflevering en traceerbaarheid door ziekenhuisapotheek.

26
Q

wat is een implantaat

A

Iets dat ingebracht wordt bij de mens omwille van verscheidene doeleinden zoals bv behandeling of verlichting van handicap. Dit resultaat kan niet met andere methodes bereikt worden, minstens 30 dagen blijven zitten en moet chirurgisch/heelkundig verwijderd worden

27
Q

Hoe wordt een prestaties terugbetaald

A

Riziv/mutualiteiten betalen terug als je briefje binnenbrengt