H3.1 Flashcards
- Welke informatie vind je terug in een resultatenrekening
a. Vat de resultaten samen over een bepaalde periode.
Dus kosten en opbrengsten
- Wat is het verschil tussen ‘kosten en opbrengsten’ en ‘inkomsten en uitgaven’
a. Kosten en opbrengsten kunnen zich voordoen zonder geldbeweging. Uitgaven zijn er wanneer dat er werkelijk geld uit onderneming verdwijnt en inkomsten is wanneer dat er geld binnenkomt
- De resultaten kan je opsplitsen in 3 soorten
a. Bedrijfsresultaten: (bedrijfsopbrengsten – bedrijfskosten)
b. Financiële resultaten: (financiële opbrengsten – financiële kosten)
c. Uitzonderlijke resultaten: (uitzonderlijke opbrengsten – uitzonderlijke kosten)
Welke resultaten zijn normaal gezien het grootst ?
Bedrijfsresultaten
- Welk resultaat is best positief ?
a. Een negatief resultaat van een boekjaar met een positief bedrijfs-en courant resultaat (negatieve resultaat is te wijten aan uitzonderlijke kosten)
wat is Bedrijfs-en courant resultaat
(bedrijfsresultaat + financieel resultaat)
wat is het resultaat van het boekjaar
bedrijfsresultaat + financieel resultaat + uitzonderlijk resultaat
- Wat zijn de 3 grootste opbrengstenbronnen uit de ziekenhuisomzet
-verpleegdagprijs (BFM), -farmaceutische en gelijkgestelde producten
-honoraria dokters
Wat komt op de rekening ‘700 verpleegdagprijs’
de BFM-inkomsten die het ziekenhuis m.b.t. het lopende boekjaar heeft gefactureerd aan de ziekenfondsen en de patiënten (opbrengsten van het BFM)
- Wat is het verpleegdagprijsbudget (nu budget van financiële middelen)?
a. kosten te dekken van het verblijf van de gehopitaliseerde patiënten
b. budget financiële middelen dekt op forfairaire wijze de kosten die verband houden met het verblijf in een gemeenschappelijke kamer en de verstrekking van zorgen aan de patiënten in het ziekenhuis incl patiënten daghospitalisatie
- Waarom mag je in een ziekenhuis meestal pas naar huis na 14.00 u?
a. Omdat er dan een tweede hospitalisatiedag aangerekend mag worden
- Wat wordt normaal gezien in een ziekenhuis gedekt door dat BFM ?
a. de kosten van de werking van het ziekenhuis voor zover die betrekking hebben op volgende diensten:
i. verpleegeenheden
ii. hulpdiensten anesthesie, gipskamer, operatiekwartier
iii. medisch-technische diensten
iv. apotheek
v. chirurgische daghospitalisatie
Wat komt op de 701- rekening ?
het verschil tussen het gefactureerde BFM en het ‘rechthebbend’ BFM (inschatting door ziekenhuis)
- Wanneer mag een ziekenhuis een supplement vragen aan de patiënt voor een ziekenhuisverblijf ?
a. voor een verblijf op een individuele of een tweepersoonskamer, als de patiënt dit gevraagd heeft en minstens de helft van het aantal bedden in het ziekenhuis beschikbaar kan gesteld worden als gemeenschappelijke kamer.
- Wanneer mag er géén supplement gevraagd worden ?
a. de gezondheidstoestand van de patiënt het vereist
b. of de technische voorwaarden van onderzoek van behandeling of van toezicht een verblijf op een aparte kamer vereisen.
c. begeleidende ouder bij opname kind
d. bij patiënt met verhoogde tegemoetkoming (omnio statuut) of chronische zieke patiënt (2 pers.kamer)