H4.7: Persoonlijkheidsleer Flashcards

1
Q

wat is de definitie van persoonlijkheid?

A

een uniek en langdurend bestaand patroon van innerlijke ervaringen en uiterlijk gedrag dat karakteristiek is voor een bepaald individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de definitie van een persoonlijkheidsstoornis?

A

een overheersend langdurig bestaand en inflexibel patroon van innerlijke ervaringen en uiterlijk gedrag dat afwijkt van verwachtingen, lijdend tot stress of beperkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat deden kretschmer/sheldon?

A

hebben indeling van mensen gemaakt op basis van uiterlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke typen waren er volgens kretschmer/sheldon?

A
  • leptosoom/ectomorf
  • pyknicus/endomorf
  • athletisch/mesomorf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is leptosoom/ectomorf?

A
  • lang en mager
  • introvert, angstig, piekerend
  • ziekte: schizofreen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is pyknicus/endomorf?

A
  • dik en rond
  • vrolijk maar ook treurig
  • ziekte: manische depressiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is athletisch/mesomorf?

A
  • gespierd en breed geschouderd
  • assertief en energiek
  • ziekte: epilepsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat ‘betekent’ symmetrie voor mensen?

A
  • gezond
  • geestelijk stabiel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe deed hippocrates persoonlijkheid indelen?

A

lichaamsvloeistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zei freud?

A

er is maar een deel van wat we doen bewust:

onbewust = id
prebewust = en superego
ego zoekt middenweg tussen id en superego

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

humanitarisme

A

rogers: ideal self vs actual self (congruent als veel overeenkomt of incongruent)
marlow: piramide van hierarchie van behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is trektheorie?

A

verschillende ‘trekjes’ meten en dat graderen en gedrag ermee omschrijven: zegt dat dat stabiel is

centrale trek > subtrek > specifiek gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

theorie van eysenck

A

twee dimensies:
neurotisch vs stabiel
introvert vs extravert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

theorie van norman

A

big five:
extraversie
emotionele stabiliteit
vriendelijkheid
zorgvuldigheid
openstaan voor ervaringen en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke categoriën omgevingsinvloeden op persoonlijkheid zijn er?

A

gedeelde (opvoedingsstijl bv)
unieke (vriendjes bv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

relevante persoonlijkheidstrekken voor arts

A
  • vulnerability (angst, neuroticisme)
  • health locus of control: neemt zelf controlen/verantwoordelijkheid voor gezondheid: zorgt voor problemen op moment dat zo’n persoon tóch ziek wordt
  • type A : geneigdheid tot woede > meer kans op hart- en vaatziekten
17
Q
A