H13 Kernthema's in de beroepsethiek van de communicatieprofessional Flashcards

1
Q

communicatie-ethiek

A

Bij definities over wat communicatie inhoudt, komt steeds naar voren dat het meestal normatief geladen is: de boodschapper probeert iemand te overtuigen of een bepaalde richting op te sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vaststellen van doelstellingen

A

Doelstelling bepalen bij het geven van voorlichting leidt automatisch tot het maken van normatieve keuzes. Er bestaan drie verschillende vormen van voorlichting: (1) aanbieden van informatie; (2) het beïnvloeden van mening- of besluitvorming; (3) een verandering in gedrag of mentaliteit bevorderen. Geen van deze drie typen voorlichting zijn volledig waardevrij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

keuze van methoden

A

Bij het bepalen van de methode van voorlichting kunnen ook morele afwegingen worden gemaakt. Kun je inspelen op angstgevoelens bij mensen? Elke keuze, ook de keuze voor het soort medium, is niet vrij van een ethisch oordeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

drie kernthema’s

A

Van der Meijden formuleerde de belangrijkste ethische kwesties: (1) waarachtigheid, omdat spanning kan bestaan tussen loyaliteit en professionaliteit; (2) betrouwbaarheid: in hoeverre spreekt iemand de waarheid?; (3) bij voorlichting kan een element van manipulatie zitten: waar liggen de grenzen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarheid

A

Ethische codes voor communicatie en voorlichting omhelzen meestal het volgende: er moet vanuit kunnen worden gegaan dat er betrouwbare informatie wordt gegeven. Het dilemma daarbij is echter dat de waarheid niet zo ongecompliceerd ligt: wanneer een voorlichter zaken verzwijgt (bijvoorbeeld om iemand te beschermen), liegt hij dan? Het dilemma van waarachtigheid en betrouwbaarheid gaat over meer dan alleen de waarheid vertellen. De professionele integriteit houdt ook in dat iemand zelf achter de boodschap moet kunnen staan. In de praktijk gaan professionals er op drie manieren mee om: (1) ze passen zich aan uit professionele en loyaliteitsoverwegingen; (2) ze gaan de confrontatie aan; (3) ze kiezen voor moreel voorbehoud: een pragmatische houding waarbij persoonlijke ideeën los worden gekoppeld van het werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gecompliceerde relatie communicatiedeskundigen en journalisten

A

Journalisten voelen zich vaak om de tuin geleid door communicatiedeskundigheid: er heerst veel wantrouwen wederzijds. Voor journalisten zijn voorlichter obstakels die hen het werk moeilijk maken. Andersom worden journalisten als oppervlakkig gezien, uit op sensatie. Door de professionalisering van het vak worden voorlichters en communicatiedeskundigen meer en meer gezien als vast onderdeel van de maatschappelijke dynamiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vier varianten van communicatiebeleid

A

Van Ruler onderscheidt vier vormen van beleid: (1) uitvoerdermodel; (2) instrumentele model; (3) dienstbaarheidmodel; (4) reflectieve model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

misbruik weblog voor pr

A

Astroturfing: bewust verspreiden van leugens via weblog. Deze vorm van manipulatie blijft echter zelden lang verborgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

loyaliteit

A

Een belangrijk onderdeel van het werk van een communicatiedeskundigen is dat hij de belangen van zijn opdrachtgever/werkgever voortdurend in het oog uit: loyaliteit. Bij tegenstrijdige opdrachten dient de professional steeds overleg te plegen met zijn opdrachtgevers. Zijn werk mag niet conflicteren met andere werkzaamheden. Als voorlichter/communicatiedeskundige fungeert iemand als bemiddelaar tussen het publiek en de organisatie/instelling of bedrijf. Hiermee heeft hij de functie van een sociaal geweten. Bij loyaliteit en ethische codes kan een internationaal aspect meespelen: een botsing tussen andere culturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

beïnvloeding

A

De vraag is in hoeverre beïnvloeding/manipulatie toelaatbaar is. De verschillen in mening komen tot uiting in twee groepen: de rekkelijke en de precieze. Precieze: de overheid moet zich verre houden van pogingen mensen te overtuigen van een bepaalde zienswijze. Geven van neutrale informatie moet vooropstaan. Rekkelijke: er zal en mag altijd een mate van beïnvloeding zijn. De vraag is vervolgens in hoeverre de voorlichter/deskundige ook een strateeg en een adviseur is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pragmatische taakopvatting

A

De nieuwe generaties professionals heeft een pragmatische instelling: voorlichting tussen overheid en burgers moet snel en effectief zijn. Overheidsvoorlichters worden steeds duidelijker pr adviseurs voor bewindslieden. Journalisten staan juist daarom erg kritisch tegenover voorlichters omdat zij volgens hen neutraal moeten blijven, zo blijkt uit onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorlichting als beleidsinstrument

A

Voorlichting heeft in deze tijd de functie van beleidsondersteuning. Dit betekent dat voorlichters een bepaalde beleid en/of bewindslid ‘verkopen’. In dit opzicht is het daarom een apart instrument geworden. De overheid loopt steeds meer aan tegen de contradictie tussen sociale/algemene normen en persoonlijke/individuele normen. De overheid startte niet voor niets een campagne rond normen en waarden. Het bedrijfsleven zoekt steeds meer een strategie op van tweerichtingsverkeer: meer transparantie en meer openheid naar buitenstaanders. Ten slotte is er een grensvervaging te constateren tussen niet-commerciële en commerciële voorlichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

professionele integriteit

A

Over wat integriteit precies is, bestaan drie soorten opvattingen: (1) het heeft te maken coherentie, een ‘heelheid’ en consequentheid in het handelen; (2) onkreukbaarheid; (3) integriteit sluit aan op heersende normen en waarden.
Bij dilemma’s rond integriteit spelen vaak loyaliteitsconflicten: tegengestelde ideeën waarbij een moeilijke keuze gemaakt moet worden. In professionele relaties is loyaliteit een belangrijk punt. We doen zaken met mensen die we niet kennen: we moeten dus uit kunnen gaan van een mate van betrouwbaarheid en betrokkenheid. Professioneel handelen draait om de sociale verwachtingen en om eigen, persoonlijke inzichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer voorlichting een vorm van dienstverlening is om te bereiken wat men waardevol vindt, dan is
daarmee de vraag aan de orde wie iets waardevol vindt en waarom

A

accent ligt op de intentie van zender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

drie typen voorlichtingen

A

􏰁- Aanbieden van informatie:
Hoeveel en welke informatie is adequaat voor het besluitvormingsproces?
o Ethische grondnorm voor de overheidscommunicatie: De instelling verschaf naar beste weten,
in haar communicatie met alle personen met wie zij contact heeft, alle informatie waarover zij zelf kan beschikken. Dat uitgangspunt wijken we alleen af wanneer het verschaffen van die informatie belangen van anderen, onevenredig zou schaden of bevorderen.
-􏰁 Hulp bieden bij menings- en besluitvorming / Adviseren:
Mag de communicatieprofessional naast informeren ook adviseren? Deze kwestie dient zich aan in de erfelijkheidsvoorlichting.
o “Ongevraagde adviezen dienen in het beginsel niet gegeven te worden, tenzij de voorlichter in geweten meent niet te mogen zwijgen. Daarnaast mag er geen sprake zijn dat voorlichter zijn opvattingen aan de cliënt oplegt.”
􏰁- Mentaliteits- of gedragsbeïnvloeding tot stand brengen:
Brengt gevaar met zich mee van paternalisme = handelen waarin met de beste bedoelingen wordt vastgesteld wat goed is voor anderen zonder dat die ander daarin zijn eigen standpunt kan bepalen. De afwegingen en keuzes die een voorlichter moet maken zullen niet op zichzelf staan bij deze optie, maar zijn beïnvloed door het beleid en de doelstelling van de organisatie waar hij werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

paternalisme

A

Vrijheidsbeperkend handelen omwille van iemands bestwil (=paternalisme) is alleen daar moreel gerechtvaardigd waar de persoon in kwestie niet in staat is voor zichzelf rationeel te beslissen en wanneer daardoor ernstige schade dreigt te ontstaan voor betreffende persoon.

17
Q

drie kernthema’s

A
  • betrouwbaarheid/ waarheid
  • loyaliteit
  • beïnvloeding
18
Q

Betrouwbaarheid / Waarheid

A

Spreekt de communicatiedeskundige de waarheid? In gedragscodes:
communicatieprofessional moet waarachtig zijn: hij moet anderen tijdig, betrouwbaar en zo volledig mogelijk informeren, hij mag geen informatie verstrekken waarvan hij weet, kan weten of vermoedt dat deze onjuist zijn.

19
Q

Loyaliteit:

A

Communicatieprofessional moet loyaal zijn = hij moet de openbaarheid dienen in overeenstemming met de belangen van zijn werkgever of opdrachtgever, rekening houden met dus de belangen van organisatie als betrokken publieksgroepen.
- 􏰁 Wie als communicatieprofessional enig belang heeft dat in strijd kan zijn met dat van zij werk of
opdrachtgever, is verplicht dat aan die werkgever kenbaar te maken, hij mag zijn opdrachtgever geen diensten aanbevelen waarin hij zelf een financieel, commercieel of ander belang heeft, zonder dat belang eerst kenbaar te maken.
􏰁- Ook betrekking tot omgaan met vertrouwelijke info: communicatie professional is verplicht tot geheimhouding van informatie van zij huidige, vroegere of potentiele opdrachtgevers die he bij uitoefening van zijn werkzaamheden ter kennis komt.

20
Q

Beïnvloeding:

A

In hoeverre probeert communicatiespecialist de publieke opinie te manipuleren? Vooral binnen context van overheidscommunicatie.
-􏰁 Na Tweede Wereldoorlog werd overheidsvoorlichting beheerst door de terughoudendheid,
vanwege de vrees voor propaganda. In jaren 60 ontstond opvatting dat overheid een actief voorlichtingsbeleid moet voeren, doordat verzorgingsstaat stond stand kwam. Centrale vraag was in hoeverre beïnvloeding van burger mocht zijn.
􏰁- Deze vraag zette zich voor in debat tussen: Preciezen en de Rekkelijken.
o Preciezen: zij vonden dat overheid zich moet beperken tot openbaar maken, verklaren en
toelichten van beleid. Overredende voorlichting achtten zij in strijd met de ethiek van
overheidsvoorlichting
o Rekkelijken: zij vonden dat pure voorlichting niet bestaat en dat er altijd sprake is en mag
zijn van beïnvloeding. Het is juist taak van voorlichter om boodschap van minsister zo
goed mogelijk voor het voetlicht te brengen.
-􏰁 Verhouding tussen overheidsvoorlichting en beleid ook punt van discussie: Is het alleen de taak
van voorlichter om informatie te geven over beleid of mag hij ook het als zijn taak zien om beleid te verdedigen en bijdrage te leveren aan uitvoering ervan.

21
Q

spindoctor

A

informatie op zodanige manier en op zodanig tijdstip naar buiten brengen dat eigen organisatie daardoor positief mogelijk naar buiten wordt gebracht, het gaat om het opzettelijk verspreiden van verkeerde of verdraaide (gespinde) informatie om belangen van organisatie zo positief mogelijk te belichten.

22
Q

vier varianten van communicatiebeleid t.o.v de media

A
  • Dienstbaarheidsmodel: professional heeft openheid en openbaarheid is motto en dient de pers met
    volledige openheid
    -􏰁 Uitvoerdersmodel: Alleen wanneer organisatie het nodig vindt publiciteit te zoeken wordt persbericht
    verstuurd. Van echt persbeleid is geen sprake, zien journalisten als vijanden.
    -􏰁 Instrumentele model: Persbeleid is onderdeel van integrale strategie van organisatie. Framing wordt
    bewust gehanteerd als imagostrategie om organisatie zo goed mogelijk te laten overkomen.
    􏰁 - Reflectieve model: Organisatie maakt deel uit van samenleving en zal moeten inspelen op
    maatschappelijke ontwikkelingen die voor organisatie van belang zijn: issuemanagement. Professional moet duidelijk maken met gerichte openheid, wat organisatie vindt en doet, welke identiteit het heeft en hoe organisatie zich wil verhouden tot andere spelers.
23
Q

kwestie

A

grensvervaging tussen commerciële en niet commerciële communicatie

24
Q

Professionele integriteit:

Drie opvattingen over wat integriteit precies inhoud:

A
  • Integriteit is identiek aan consistent, coherent en consequent zijn: je staat ervoor en gaat ervoor, je zegt wat je denkt en doet wat je zegt.
    􏰁 - Integriteit is een waarde te midden van andere waarden: je moet eerlijk en betrouwbaar zijn, maar zo moet je ook integer zijn in de zin van onkreukbaar en rechtschapen.
    -􏰁 Integriteit is een overkoepelend begrip: je bent integere wanneer je doen en laten corresponderen met daarvoor geldende morele normen en waarden en de regels die hieruit voortvloeien.
25
Q

moreel dilemma

A

wanneer de scheidslijn tussen integer en niet integer niet duidelijk is

26
Q

vb integriteit dilemma

A

loyaliteitsconflicten

27
Q

beoordelen van iemand integriteit in bepaalde functie baseren

A

op wat men redelijkerwijs van iemands positie kan verwachten, uitgaande van geschreven en ongeschreven regels

28
Q

wat is integriteit nog meer?

A

integriteit is meer dan het naleven van afgesproken regels en procedures, het is een kwestie van mentaliteit. Erg belangrijk voor het integriteitsbeleid is de organisatiecultuur: die moet open zijn voor communicatie, waarin men elkaar kan aanspreken op gedrag en handelen.