H10. Gehoor Flashcards
Compressie
meer moleculen
Rareficatie
minder moleculen
Geluid
Trillende luchtmoleculen die zich voortbewegen als golf
Snelheid geluid
343 m/s in lucht
- in de ruimte is vacuum dus geen geluid
Supersonische knal
Als iets wat geluid produceert sneller gaat dan het geluid, verzameld al het geluid zich en ontstaat er een knal
Frequentie
Aantal trillingen per seconde (Hz), bij mensen 20-20.000
- toonhoogte
Amplitude
Grootte van de golven (dB), 100 dB is gehoorschade
- volume
- +3 dB is verdubbeling van waarneming
Complexiteit
Combinaties van verschillende frequenties en amplitudes
- timbre: complexiteit klinkt als klankkleur
Fundamentele frequentie
Snelheid waarmee de laagste onderliggende grondtoon zich herhaalt
Overtonen
Boventonen –> veelvoud van de ondertoon (fundamentele frequentie)
Uitwendig oor
- oorschelp (pinna/auriele) –> golven opvangen
- Externe gehoorgang –> verplaatsen golven
- trommelvlies (tympanic membrane) –> trillen door naar middenoor
Middenoor
- Hamer (hammer/malleus)
- Aambeeld (anvil/incus)
- Stijgbeugel (stirrup/stapes)
Ossicles
Gehoorbeentjes uit het middenoor –> trillingen uit trommelvles overnemen en versterken
Buis van Eustachius
Buis onder stijgbeugel die met de neus is verbonden om de luchtdruk te corrigeren
Binnenoor
- Ovaal en rond venster
- Slakkenhuis (cochlea) –> holle kamers met vloeistof
- Orgaan van Corti
- Gehoorzenuw: Nervus cochlearis
Ovale en rond venster
- Ovale venster neemt trillingen uit stijgbeugel over
- Ronde venster zet uit om vloeistof te laten bewegen
Orgaan van Corti
Zet mechanische energie om in actiepotentialen
- Basilair membraan aan de onderkant en tectoriaal membraan aan de bovenkant
- vloeistof beweegt door ronde venster, membranen gaan bewegen –> haarcellen bewegen
- Binnenste en buitenste haarcellen
Buitenste haarcellen
Verbonden met het tectoriale membraan
- 12000
- geen receptoren –> voor stijfheid
Binnenste haarcellen
Los contact met tectoriale mebraan, maar niet vast
- 3500
- auditieve receptor cellen
- schade aan haartjes is permanent gehoorverlies
Actiepotentiaal gehoor
Binnenste haarcellen lekken calcium –> altijd neurotransmitter in synaptische spleet (baseline)
- beweging naar een kant is depolarisatie –> excitatie
- beweging naar andere kant is hyperpolarisatie –> inhibitie
Primaire auditieve cortex A1 (Heschl’s gyrus)
Vanuit oor naar hersenstam –> middenoor –> thalamus –> A1
- zenuwen kruisen overal
Secundaire auditieve cortex
A2
Planum temporale
Gebied van Wernicke (linkerhemisfeer)
- Deel van A2 direct achter A1
Tonotopische codering
Plek van haarcel bepaald de toonhoogte –> dieper in de cochlea is een diepere toon
- begin= smal, dik, stug voor hoge freq. 20.000 Hz
- einde= breed, dun, soepel voor lage freq. 20 Hz
Grotere amplitude
Meer intensere trillingen in ovale venster, van vloeistof, membranen, haarcellen, meer neurotransmitters en meer vuurfrequentie
Interaural time difference ITD
Aankomsttijd –> drempel is 10 microsec.
- berekend in medial superior olivary complex
Interaural intensity difference IID
Volume
- berekend in lateral superior olivary complex en trapeziumvormig lichaam
- alleen effectief bij hoge frequentie
Ventraal gebied (temporaalkwab links)
Gebied van Wernicke voor taalbegrip
- bij afasie problemen met taalbegrip
Dorsaal gebied (frontaalkwab links)
Gebied van Broca voor taalproductie
- bij afasie problemen met taalproductie
Waar worden melodieën verwerkt?
Seacundaire auditieve cortex (rechts)
Waar wordt toonhoogte (pitches) vergeleken?
Rechter frontaalkwab (kortetermijngeheugen)