geassisteerde voortplantingstechnieken Flashcards
Subfertiliteit
- hoeeveel % paren
- wat beteekent het
- hoeveel paren per jaar naar HA
oorzaken subferfiliteit: hoeveel % man, vrouw en onbegrepen
1/6 paren:
verminderd vermogen om tot zwangerschap te komen, uitblijven van zwangerschap na 12 maanden onbeschermde coitus
51.50.000 paren/ jaar hiervoor HA
Mannelijk: 40%,
onbegrepen 20%
en 40% vrouwelijk,
kan ook een combi van meerdere zijn
Ongewenste kinderloosheid anamnese: 4
hoe wordt diagnose gesteld
voorgeschiedenis anamnese vrouw: 7
voorgeschiedenis anamnese man: 5
LO vrouw: 4
duur zwangerschapswens,
aantal maanden onbeschermde coitus,
cyclusduur (oligo-, amenorroe)
en coitusfrequentie
Diagnose gaat per exclusionem (=dingen uitsluiten)
OFO: oriënterend fertiliteitsonderzoek: 4
wat doe je bij AO: 3
leg 1 van deze uit: waar doe je het voor en wat gebeurt er in je lichaam
OFO: anamnese, LO en echoscopisch onderzoek en AO
AO: semenanalyse (met WHO normaalwaarden), midluteaal progesteron en CAT
CAT: chlamydia antistof titer: soort litteken in je bloed, heb je ooit chlam doorgemaakt dan test je voor altijd posi op de CAT
Posi CAT–> 5-10% eileiderschade
Hunault score:
- waar is dit voor
- wanneer gebruik je dit
voorspelling van kans is dat je in komende 12mnd zwanger wordt,
gebruikt bij onbegrepen subfertiliteit
prognostisch model:
- wanneer stel je beh voor
- wanneer niet
- en waarom
Bij <30% op prognostisch model ga je een beh voorstellen
30% want: bij embryo transfers heb je per embryo 7-23% kans om zwanger te worden. Als je alle embryo’s die uit z’n simulatie ontstaan terugplaatst kom je rond de 30%, dus als je zelf <30% zit geeft beh een betere uitkomst
30-40%: kijken met die mensen of je wel of niet gaat beh
> 40%: sowieso expectatief beh voor 6-12 maanden
Tubadiagnostiek: 3
- wat zie je
- wat kan je hiermee
HSG (met contrastvloeistof),
contrast echo (je ziet contrast buiten de BM gelekt)
of diagnostische laparoscopie (je ziet bijv BM, eierstok en eileider, hieruit kan diagnose + beh)
Therapeutische laparoscopie:
- wanneer doe je dit
- irisico’s: 3
- dingen die je kan doen/ behandelingen hiermee: 5
- therapeutische hysteroscopie: wat haal je eruit (3) en risico’s (4)
- contra indicatiese: 4
- afweging IVF vs tubachirurgie
Therapeutische laparoscopie: fertiliteitschirurgie: bij verdenking op tubapathologie, door bijv endometriose, PID of na een geperforeerde appendicitis
Risico’s: infectie, perforatie en bloeding
Beh: adhesiolyse, coagulatie endometriose, resectie endometrioom (afh van klachten en afmetingen), resectie hydrosalpinx of myoomenucleatie
Therapeutische hysteroscopie: hysteroscopische resectie intra-cavitaire afwijkingen zoals septum, poliepen of myomen
- Risico’s: perforatie, bloedverlies, infectie of fluid loss
Plaatje boven: endometriose: interfereert met zwangerschapskansen
Plaatje onder: verklevingen eileiders beschadigd anatomie verstoord
Contra-indicaties: zeer ernstige tubapathologie, ernstige OAT, anovulatie, hoge leeftijd
- Je doet de afweging IVF versus tuba chirurgie, nu eig nooit meer echt tuba chirurgie (behalve bij hydrosalpinx: eileider afgesloten door vocht)
Beh ongewenst kinderloos: 8
tubachirurgie,
ovulatie-inductie,
IUI,
IVF,
ICSI – PESA – TESE
of chirurgie man
myoomenucleatie
p
menstrual cycle: niveaus van hormonen LH, FSH, oestradiol en progesteron
p
hoe doe je ovulatie inductie bij:
- WHO 1: 2
- WHO 2: 4 (+ leg deze uit)
- hyperprolactinemie: 1
Clomifeencitraat: anti-oestrogeen–> meer FSH–> meer stimulatie eierstok
Tamoxifen en letrozol: aromatase-remmers–> meer FSH productie–> eierstok actiever
ovulatie inductie:
- contra indicaties: 4
- resultaten: 1
- risico’s: 2
p
intra-uteriene inseminatie (icm MOH)
- hoe gaat dit in zijn werk
- indicaties: 4
- risico’s: 2
- resultaten per cyclus vs cumulatieve kansen
IUI – MOH: intra-uteriene inseminaties icm milde ovariële hyperstimulatie
Bij: matige zaadafw 3< VCM <10, onbegrepen <30% of cyclusstoornis icm zaadafw
FSH injecteren bij vrouw–> man geeft zaad–> eisprong detecteren via echo of test–> zaad in canule tot in baarmoeder-holte inbrengen
IVF
- wanneer doe je dit: 3
- hoe gaat dit in zijn werk: 10 stappen
- indicaties: 5
- wanneer meer complicaties na IVF: 2
- hoeveel kinderen in NL uit IVF
- risico’s: 4
IVF doe je na ovulatie-inductie of IUI 6 cycli en nog niet zwanger of vrouw al op leeftijd
geef vrouw Exogeen FSH–> eitjes groeien + GnRH agonist LH-piek onderdrukken–> echo na 1wk–> als eitjes gestimuleerde eierstok groot genoeg punctie afspreken + geef vrouw HCG–> eitje los uit eiblaasje eierstokwand–> punctie net voor eisprong–> in lab met zaadcel–> terugplaatsen in baarmoederholte op dag 5 (vroeger op dag 3 maar dag 5 is beter)
Indicaties: afgesloten eileiders (= absolute tubapathologie), verminderd vruchtbare man, onbegrepen vruchtbaarheidsstoornissen, cyclusstoornissen (na ovulatie inductie) of hooggradige endometriose meer complicatie bij zwanger en bevalling
Hyperstimulatie follikelgroei met FSH injecties en schakelt eigen cyclus uit door LH-piek te onderdrukken–> voorkomt ovulatie
In NL is 1:35 kinderen ontstaan na IVF
Risico’s: meerlingen (5-6%), overstimulatie (OHSS), infectie, bloeding of aangeboren afwijkingen (4,5%, bevolkingsrisico 3%)
OHSS na IVF
- wat gebeurt er
- hoeveeel % mild- matig en hoeveel % (zeer) ernstig
- hoe volg je dit op/ beh je
- tekenen: 8
- symptomen: 8
OHSS: 3-6% mild-matig en 0,3-1,8% (zeer) ernstig
Vocht lekt naar 3e ruimte vanuit lekke bloedvaten–> vocht in buikholte, kan naar longen (–> pleuravocht), ook indikken–> trombose risico
Kan je poliklinisch opvolgen maar als dat niet kan opnemen in ZH–> bloedverdunners en injecties om trombose te voorkomen
Tekenen: hemoconcentratie, leukocytose, trombocytose, elektrolyten-stoornis, ascites, pleurale en pericardiale effusie en ARDS
Symptomen: opgeblazen gevoel, snelle gewichtstoename, misselijk, braken, diarree, dyspnoe, oligurie en lethargie