complexe overerving Flashcards
Genetische variatie door:
SNP’s,
diploid genoom,
recombinatie (meiose),
CNV’s (copy number variation),
inversies,
repeats en epigenetica
kan normaal zijn of leiden tot ziekte
gevolg verandering genoom
Verandering in genoom–> ziekte door verandering in:
- hoeveelheid (deletie of duplicatie/ gain) of in
- functie van het gen of eiwit (translocatie, inversie, insertie, missense, frameshift, nonsense met stopcodon, nonsense-mediated decay, effect op splicing of gain of functie)
numerieke chromosomale afwijkingn
De meeste numerieke chromosomale afw zijn niet erfelijk (behalve gebalanceerde translocaties)
Down: trisomy 21
Klinefelter: XXY
Turner: X0
waarom hebben veel mensen Genetische aandoeningen
Genetische aandoeningen zijn zeldzaam maar omdat er zoveel soorten zijn hebben heel veel mensen het,
> 300 miljoen nu zeldzame genetische aandoening
Voor >95% is er geen FDA goedgekeurde behandeling
autosomaal dominant
Verlaagde penetrantie:
als je als heterozygoot alsnog (lichte) kenmerken/ symptomen hebt
Mosaicisme:
mutatie ontstaat ergens in embryonale ontwikkeling–> niet alle cellen aangedaan
plaatje hier mozaiek rode en grijze cellen–> maar een deel hersenen heeft afwijking
Mosaicisme kan ook alleen zitten in eileiders of kiembaan bijv–> kind wel aangedaan maar bij ouders in bloed niet aan te tonen
variatie in fenotype en genotype
autosomaal recessief
genetica van CF
X-linked recessieve aandoeningen
X-linked dominante aandoeningen
Consanguiniteit
geeft verhoogd risico AR aandoening
Anticipatie en fragiele X syndroom
het steeds langer worden van een repeat expansie
Bij >200 krijg je fragiele-x-syndroom want dan pas het gen uitgezet
mozaiek met X’en
Er wordt altijd standaard 1 X uitgezet dus je ziet altijd een soort mozaiek van de verschillende X-en die tot expressie komen–> afh van welk weefsel enzo verschilt het gevolg