Frans a Flashcards
1
Q
waarom
A
pourquoi
2
Q
omdat
A
parce que
3
Q
maar
A
mais
4
Q
ongelofelijk
A
incroyable
5
Q
tevreden
A
content (e)
6
Q
in/ naar spanje
A
en Espagne v
7
Q
in/naar Duitsland
A
en Allemagne v
8
Q
in/naar Engeland
A
en Angleterre v
9
Q
in/naar Nederland
A
aux pays-bas m mv
10
Q
in//naar België
A
en Belgique v