Frans 2 e Flashcards
1
Q
Écoute
A
Luister
2
Q
Luister
A
Écoute
3
Q
C’est promis
A
Beloofd
4
Q
Beloofd
A
C’est promis
5
Q
Un instant
A
Een momentje
6
Q
Een momentje
A
Un instant
7
Q
On y a
A
Laten we gaan
8
Q
Laten we gaan
A
On y a
9
Q
Je comprends
A
Ik begrijp (het)
10
Q
Ik begrijp (het)
A
Je comprends
11
Q
Utiliser
A
Gebruiken
12
Q
Gebruiken
A
Utiliser
13
Q
Finir
A
Afmaken, klaar zijn
14
Q
Afmaken, klaar zijn
A
Finir
15
Q
Expliquer
A
Uitleggen
16
Q
Uitleggen
A
Expliquer