FCP- Week 4.1- Corruptie en Fraude Flashcards

1
Q

Wat is corruptie & fraude?

A

Misbruik maken van toegekende bevoegdheden of macht voor persoonlijk gewin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarin onderscheiden we corruptie?

A
  • Actieve corruptie (omkoping) en passieve corruptie (omgekocht worden).
  • Ambtelijke corruptie en niet-ambtelijke corruptie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar heeft corruptie mee te maken?

A
  • Geld
  • Invloed
  • Macht
  • Machtsuitoefening
  • De wet naar je hand zetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn methodes van corruptie?

A
  • Steekpenningen
  • Smeergeld
  • Kick bak vergoeding
  • Faciliterende betalingen
  • Afpersing
  • Verduistering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is Nederland gevoelig voor corruptie en fraude?

A

➢ Reputatie als belastingparadijs
➢ OESO klaagt al jaren
➢ 2013 tweede kamer motie aangenomen (124 stemmen voor), geen belastingparadijs en is zelfs een kwalijke kwalificatie
➢ 2015 de Panama Papers, 11,5 miljoen gelekte documenten, 200.000 vennootschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet Transparency International/NL?

A
  • Richt zich op een wereld waarin de overheidsdiensten, de politieke wereld, het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld én burgers vrij van corruptie zijn. Hierbij ligt de nadruk op verbetering van integriteit, transparantie en verantwoording in de Nederlandse samenleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillende vormen van fraude?

A
  • Faillissementsfraude
  • Fraude met betaalproducten (oa. Phishing)
  • Vastgoedfraude
  • Kamerverhuurfraude
  • Zorgfraude
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly