Défi 2 Flashcards
een (kerst)bal
une boule (de Noël)
een banketbakker
un confiseur
Onze Lieve Vrouw Hemelvaart
L’Ascension (f)
kastanjebruin
marron
een mis(viering)
une messe
Vrolijk kerstfeest!
Joyeux Noël!
een wenskaart
une carte de voeux
het (veel) eten
la bouffe
een levensduur
une durée de vie
een kater hebben
avoir la gueule de bois
avoir mal aux cheveux
een glaasje champagne
une coupe de champagne
zegenen
bénir
kerstavond
le réveillon de Noël
botsen
heurter
Gelukkig Nieuwjaar!
Bonne année!
opgeven, loslaten, afstand doen van
renoncer à
een kerstmarkt
un marché de Noël
een klavertje vier
un trèfle à quatre feuilles
de winter
l’hiver (m)
onder vrienden
entre amis
de zonsopgang
le lever du soleil
een oester
une huitre
op de hoogte zijn van iets
être au courant de quelque chose
de zweep
le fouet
speelgoed
des jouets
verpakken
emballer
kerstavond
le réveillon de Noël
tegenkomen, kruisen
croiser
verkleed als
déguisé en
afstand doen van, afzien van
renoncer à
retourneren, terugsturen
retourner
het aftellen
le compte à rebours
le décompte
associëren met
associer à
geluk brengen
porter chance
de twaalf slagen om middernacht
les douze coups de minuit
vervoersbewijzen controleren
contrôler les titres de transport
een spar (kerstboom)
un sapin (de Noël)
buitenaards
extraterrestre
Kerstmis
Noël
een feestmaal
un repas de fête
Onze Lieve Heer Hemelvaart
L’Assomption (f)
onder een ladder lopen
passer sous une échalle
citroengeel
jaune citron
alsof
comme si + imparfait / plus-que-parfait
de welvaart, voorspoed
la prospérité
op vertoon van de fractuur, het kasticket
sur présentation de la fracture, du ticket de caisse
een ongeluksbrenger
un porte-malheur
de kalkoen (gevuld met kastanjes)
la dinde (aux marrons)
inpakken
emballer
de Gouden Schoen
le soulier d’or
een bestuurder
un conducteur
een feestvierder
un fêtard
het vrijwilligerswerk
le bénévolat
een explosie, een ontploffing
une explosion
manipuleren
manipuler
een donatie
un don
Beste wensen!
Meilleurs voeux!
een kurkentrekker
un tire-bouchon
oudejaarsavond
le réveillon du Nouvel An
feestartikelen
des cotillons (m)
achtervolgen
poursuivre
een uitgave
une parution
jaloers maken
rendre jaloux / jalouse
(elkaar) toewensen
(se) souhaiter
een zwarte kat
un chat noir
het speel zich af
il a lieu
il se situe
il se passe
il se déroule
homoseksueel
homosexuel
een wens
un voeu
een (donzen) slaapzak, een dekbed
un duvet
de eindejaarsfeesten
les fêtes de fin d’année (f)
een dampkam, een draagmand
une hotte
aftellen
faire le compté à rebours, le décompte
Er is een bom ontploft.
Une bombe a explosé.
herdenken
commémorer
Wapenstilstand
L’Armistice (m)
zuiveren, reinigen
purifier
de kerstman
le père Noël, papa Noël
hard werken
ne pas compter son temps
de reclame
la pub(licité)
een hoop
un tas
reconstrueren, herstellen
reconstituer
de gerookte zalm
le saumon fumé
het suikerfeest
l’Aïd (el-Fitr)
een vuurwerk
un feu d’artifice
een omruiling
un échange
een val(strik)
un piège
een geschenkdoos
un coffret cadeau
samenkomen
se réunir
ontsnappen aan
échapper à