De sociale ontwikkeling n de persoonlijkheidsontwikkeling in de adolescentie Flashcards
In de adolescentie worden vraagstukken als ‘wie ben ik’ en ‘waar hoor ik bij’ belangrijker, waarom worden deze identiteitsvraagstukken belangrijker?
- intellectuele vermogens van adolescenten worden volwassener. Ze begrijpen nu abstracte zaken als belang verwerven van een eigen plek in de maatschappij en de noodzaak om zich een beeld te vormen van zichzelf als individu. Ze kunnen het verband tussen de identiteit uit hun jeugd en hun toekomstige identiteit beter zien.
- Ook omdat er ingrijpende fysieke veranderingen plaatsvinden waarover ze zich meer bewust van worden.
Wat is het verschil in hoe adolescenten zichzelf zien en hoe anderen hen zien?
Adolescenten zijn zich bewust van de manier waarop men hen ziet en hoe zij zichzelf zien, jongere kinderen omschrijven zichzelf aan de hand van eigenschappen waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt tussen eigen perceptie en die van een ander.
Hoe gaan adolescenten zichzelf zien in bredere zin?
Ze gaan zichzelf op een meer gestructureerde en samenhangende manier zien en zien de verschillende aspecten van hun ik tegelijk:
- fysiek beeld (ik kan goed tekenen)
- sociaal beeld (ik heb weinig vrienden)
- schoolgebonden beeld (ik haal goede cijfers)
De zelfbeschrijving veranderd over de loop van de tijd van fysiek en activiteitsgewonden (ik kan hard rennen) bij jonge kind naar psychologische en sociale kenmerken in de adolescentie (ik ben milieuactiviste)
Hoe kunnen adolescenten soms dwars liggen met hun zelfbeeld?
Maar begin adolescentie liggen ze soms dwars met hun persoonlijkheid en hoe ze denken dat anderen hen willen zien. Begin willen tieners zichzelf op een bepaalde manier zien en worden ze nerveus als ze hier niet aan voldoen aan dit beeld. Later in de adolescentie leggen ze zich erbij neer en accepteren ze hun eigen.
Wat is het verschil tussen eigenwaarde en zelfbeeld?
Begrijpen wie je bent is het zelfbeeld en tevreden zijn met zichzelf is hun eigenwaarde.
Hoe kan een groter zelfbeeld zorgen voor minder eigenwaarde?
Met de tijd krijgen ze steeds meer inzicht in zichzelf en dit kan ervoor zorgen de gebreken ook duidelijker in beeld komen. Tevens zorgen de cognitieve ontwikkelingen in de adolescentie er ook voor dat adolescenten in staat zijn onderscheid te maken tussen de verschillende aspecten van hun ik en dit zorgt ervoor dat ze die aspecten op een verschillende manier beoordelen.
> kan veel eigenwaarde hebben voor schoolprestaties, maar weinig voor sociale relaties en het aangaan van relaties.
Welke factoren zijn bepalend voor de eigenwaarde van een adolescent?
- gender: de eigenwaarde van meisjes is meestal lager en kwetsbaarder dan van jongens en ze maken zich meer zorgen om uiterlijk, sociale succes en schoolprestaties. Jongens hebben grotere eigenwaarde, maar kwetsbaar door de stereotypische verwachting die de maatschappij van ze heeft waardoor ze vaak gevoel hebben dat ze stoer moeten zijn. Als er een tegenslag is, voelen ze alsof ze niet voldoen aan de stereotypering
- sociaal economische status heeft ook invloed op de eigenwaarde. Iemand met een hogere sociaaleconomische status heeft meer eigenwaarde dan een lagere status.
- Etniciteit, maar vaak niet alleen gekeken naar etniciteit.
Hoe kwam uit onderzoek naar voren dat een minderheid niet perse voor een lagere eigenwaarde hoeft te zorgen?
Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat etnische minderheden een lagere eigenwaarde hadden, omdat maatschappelijke vooroordelen de eigenwaarde negatief beïnvloeden.
Uit een ander onderzoek bleek het tegenovergestelde. De Afro-Amerikaanse minderheden verschilden weinig in eigenwaarde, omdat etnische trots binnen de gemeenschap werd bevorderd en dat had een positief effect op de eigenwaarde. Een sterk besef van etnische identiteit roept een groter gevoel van eigenwaarde op (Latijns Amerikanen, Afro Amerikanen)
Hier in Nederland hebben vooral niet westerse allochtonen het moeilijk door de slechte toegankelijkheid op de arbeidsmarkt.
Onderzoekers kijken vaak niet alleen naar etniciteit, maar naar?
Etniciteit en gender > ook wel ethgender genoemd
Welke stadium is er volgens Erikson in de adolescentie?
Identiteit-versus-identiteitsverwarring: de periode waarin tieners erachter komen wat hen uniek maakt en wat hen van anderen onderscheidt.
> kunnen ze genuanceerder doen door cognitieve vooruitgang
> proberen zwakke/sterke punten te ontdekken en te kijken welke rol ze het best kunnen spelen in toekomstige leven. Ze proberen tijdens dit proces verschillende rollen en keuzes uit om te kijken of het bij hun capaciteiten en zelfbeeld past.
> ze proberen door hun keuzes te begrijpen wie ze zijn
Wat is het gevolg van deze stadium?
positief: als het hen lukt een geschikt identiteit te vormen, kiezen ze een koers die de basis vormt voor toekomstige psyschosociale ontwikkeling. Krijgen zelfbeeld en inzicht in hun capaciteiten, maar zijn er klaar voor om hun sterke punten optimaal te benutten.
Negatief: als het vinden van een identiteit niet lukt, kunnen ze afwijkende of onaanvaardbare rollen aannemen en later problemen krijgen met aangaan of in stand houden van langdurige relaties. Zelfbeeld wordt diffuus en lukt hen niet een kernidentiteit op te bouwen.
Wat geeft het verband aan tussen het stadium van psychosociale ontwikkeling en het volgende stadium van Erikson (intimiteit versus isolement)
De belangrijke rol van leeftijdsgenoten bij het definieren van een identiteit en het opbouwen van relaties.
> afhankelijkheid ouders neemt af
> toenemende afhankelijkheid leeftijdsgenoten wat nodig is om adolescenten hechte relaties te laten opbouwen en hun identiteit helder te krijgen.
> ze gaan hun vrienden en leeftijdsgenoten meer als informatiebron gebruiken.
Wat is volgens Erikson het verschil tussen man en vrouw in het doorlopen van ontwikkelingsstadia?
Mannen doorlopen de stadia zoals weergegeven (vertrouwen versus wantrouwen t/m integriteit versus wanhoop) voordat ze een intieme relatie aangaan met iemand. Vrouwen gaan intieme relaties aan en definieren hun identiteit aan de hand van die relaties.
Wat zegt de visie over de verschillen tussen man en vrouw met ontwikkelingsstadia?
Vroeger trouwden vrouwen jong en studeerden en werkten ze niet.
Wat is een psychosociaal moratorium?
Adolescenten ervaren dus veel druk in het stadium van identiteit-versus-identiteitsverwarring, daardoor kiezen ze vaak voor een psychosociaal moratorium, een periode waarin ze zich onttrekken aan de verantwoordelijkheden van volwassenheid en verschillende rollen en mogelijkheden gaan uitproberen, zoals tussenjaar.
> kinderen die geen psychosociaal moratorium inlassen, worden niet beschadigd en kunnen vaak voldoening halen uit andere dingen
Wat is het kritiek op de theorie van Erikson?
De mannelijke identiteitsontwikkeling wordt gebruikt als norm. Mannen zijn pas in staat tot intimiteit als ze een identiteit hebben opgebouwd en dit werd ook gezien als de norm. Critici zeggen dat het gebaseerd is op het mannelijke concept van individualisme en competitiviteit.
James Marcia ontwikkelde 4 identiteitscategorieen voor adolescenten, wat zijn dit?
Hij gebruikte Erikson’s theorie als uitgangspunt en verdeelde identiteit in 4 categorieën die hij statussen noemde. De identiteitsstatus is afhankelijk of er 2 eigenschappen aanwezig zijn, crisis (periode binnen identiteitsontwikkeling waarin een adolescent bewust kiest tussen verschillende alternatieven en beslissingen neemt) en binding (een psychologische investering in een bepaalde koers of ideologie).
> 4 categorieën zijn niet vast, iemand kan verschuiven van categorie
Welke 4 identiteitsstatussen zijn er ?
- Identity achievement: Tieners met deze identiteitsstatus hebben met succes onderzocht en overdacht wie ze zijn en wat ze willen doen, na een periode van crisis waarin ze verschillende alternatieven hebben uitgeprobeerd, hebben ze zich verbonden aan een specifieke identiteit.
>Psychisch zijn deze tieners vaak het gezondst en meer gemotiveerd dingen te bereiken.
+ binding + crisis - Identity foreclosure: adolescenten hebben zich verbonden aan een identiteit, maar geen crisisperiode doorstaan. Ze hebben overgenomen wat anderen het best vonden en niks zelf onderzocht.
> een familiebedrijf overnemen of moeder is arts, dus dochter ook
> adolescenten bezitten rigide kracht: tevreden met zichzelf, maar behoefte aan goedkeuring van anderen e zijn vaak autoritair
+binding - crisis - moratorium: hebben verschillende alternatieven onderzocht, maar niet verbonden aan een identiteit. Zijn relatief nerveus en hebben last van psychische conflicten. Maar verbinden na verloop van tijd toch aan een identiteit.
+crisis -binding - Identity diffusion: overwegen verschillende alternatieven, maar verbinden nooit aan 1 specifieke identiteit.
> vaak sociaal teruggetrokken, springen van hak op de tak en overdenken hun opties niet bewust.
- binding - crisis
Wanneer is identiteit meestal gevormd?
Bij de meesten aan het eind van de tienerjaren en bij sommigen pas na de adolescentie.
Wat is het kritiek op het model van Garcia?
Het zou teveel focussen op de finaliteit van identiteitsvorming. Volgens Erikson bijvoorbeeld is de ontwikkeling van identiteit altijd in verandering en heeft het geen normatief eindpunt.
Welk model wordt gebruikt om de tekortkomingen van Garcia en Erikson tegemoet te komen?
Het model van Berzonsky, hij ziet identiteit als een informatieverwerkingsproces en legt nadruk op de kwaliteit van het exploratieproces. Elke adolescent kan naargelang de situatie 1 van de drie identiteitsstijlen gebruiken:
1. informatiegeorienteerde: adolescenten gaan actief op zoek naar informatie rond identiteit om te komen tot een weloverwogen identiteitskeuze.
> maken sterke identiteitskeuzes, voelen zich beter en kunnen beter overweg met anderen. Ervaren ouders als autonomieondersteunend.
2. normatieve: focussen zich op verwachtingen van significante anderen wat resulteert in conservatieve, niet flexibele attitudes.
> blijken meer vooroordelen te hebben en onverdraagzamer. Moeilijk in de omgang met anderen, helpen anderen alleen voor eigenbelang en moeilijker in de omgang met anderen. Ervaren ouders als controlerend.
3. verwarde/vermijdende stijl: stellen beslissingen rond identiteit uit tot de situatie hen dwingt een keuze te nemen.
> Zitten slecht in hun vel en komen zelden tot identiteitskeuze. ~Relationeel en fysiek agressief en ervaren ouders als controlerend.
Wat is spiritualiteit?
Gevoel van hechting aan een hogere macht, zoals God, natuur of iets heiligs.
Hoe komt het dat adolescenten meer gaan nadenken over religie en spiritualiteit?
Omdat de cognitieve vaardigheden toenemen in de adolescentie, kunnen ze beter nadenken over abstracte dingen. Ook kunnen ze door hun identiteitskwesties meer gaan nadenken over hun religieuze keuzes.
Hoe verloopt ons begrip op geloof en spiritualiteit gedurende ons leven?
Dmv stadia’s:
- gedurende de jeugd hebben kinderen een letterlijk beeld van God en bijbelse figuren, God kijkt volgens hen op een berg naar iedereen.
- in de adolescentie wordt dit beeld abstracter. Ze bouwen hun identiteit en tevens geloven en waarden.
- Na de adolescentie schuiven mensen op naar de individuatieve-reflectieve stadium van geloof, waarbij ze geloven en waarden overpeinzen. Ze begrijpen dat er meerdere opvattingen zijn over geloof en God.
- laatste stadium is de conjunctieve stadium, hierin ontwikkelen individuele personen een breed, alomvattend beeld van religie en mensheid en proberen ze de gemeenschappelijke welzijn te bevorderen. Ze kunnen hier aan een religie voorbijgaan en een geïndividualiseerd, coherent beeld van mensen over de hele wereld erop na houden.
Waarom is de zoektocht naar een culturele identiteit vooral voor etnische minderheidsgroepen moeilijk?
Door het gevolg van tegenstrijdige maatschappelijke waarden. Waarbij ze aan de ene kant te horen krijgen dat er geen onderscheid gemaakt mag worden tussen groepen, maar aan de andere kant merken zij dit wel.
Wat is de traditionele opvatting over het samengaan van culturen en welk model is ervoor ontstaan?
- Volgens de assimilatiemodel moeten individuele culturele identiteiten opgaan in 1 cultuur: smeltkroesmodel. Maar volgens sommigen bagatelliseert dit de culturele erfenis van minderheden en heeft dit een negatieve invloed op de eigenwaarde.
- Daarom is de pluralistische model ontstaan. Volgens dit model is de samenleving opgebouwd uit gelijkwaardige culturele groepen die hun individuele kenmerken zouden moeten behouden. Etnische factoren zijn een centraal onderdeel van iemand zijn identiteit en mogen niet weggeschoven worden. Identiteitsontwikkeling omvat de etnische identiteit: gevoel bij een etnische groep te horen en de gevoelens die daarbij horen. (betrokkenheid en banden).
- Maar er is ook een middenweg: biculturele identiteitslid zijn van 2 culturen zonder een keuze te hoeven maken.