Core 1 - Dutch Vocabulary with Example Phrases Flashcards
This deck contains words and phrases for beginners. Only memorise the word. The example phrases are there for context. I do recommend reading the phrases out loud as you study
the - The girls come running at the man and the woman.
Article
de - De meisjes komen op de man en de vrouw afhollen.
Lidwoord
Masculine article - Some nouns take ‘‘de’’ and others take ‘‘het’’
and - My mom and dad go out to dinner at the restaurant.
Conjunction
en - Mijn vader en moeder gaan uit eten in het restaurant.
Voegwoord
Equal linker - Normal sentence order when used to combine two phrases
in - It was cold in the bedroom.
in - Het was koud in de slaapkamer.
of - His eyes are sly like those of a predator.
van - Zijn ogen zijn sluw als die van een roofdier.
on - She sees him sitting on the terrace.
op - Ze ziet hem op het terras zitten.
to be - Dogs are affectionate and loyal animals.
zijn - Honden zijn aanhankelijke en trouwe dieren.
1) the 2) it - 1) The child was sick. 2) Its no different.
het; t - 1) Het kind was ziek. 2) Het is niet anders.
a - A man and a woman can adopt a child together.
een - Een man en een vrouw kunnen samen een kind adopteren.
a) for b) in front of - (a) I like to cook for him.(b) We are at the door of the hotel.
voor - a) Ik vind het leuk om voor hem te koken.b) We staan voor de deur van het hotel.
a) that; those b) that; who - a) That question triggered something that wont leave me alone anymore.b) He lay down on the sheets that held her scent.
die - a) Die vraag bracht iets teweeg wat me niet meer met rust laat.b) Hij ging op de lakens liggen die haar geur vasthielden.
with - The woman drove with her friend to the store.
met - De vrouw reed met haar vriend mee naar de winkel.
to - She began to cry with joy.
te - Ze begon te huilen van blijdschap.
to have - You have pale skin.
hebben - Je hebt een bleke huid.
not - With the flashlight; she was no longer afraid.
niet - Met de zaklamp was ze niet meer bang.
to - He gives the flowers to Lena.
aan - Hij geeft de bloemen aan Lena.
also - Still; they were confident that everything would work out today as well.
ook - Toch hadden ze er vertrouwen in dat alles ook vandaag zou lukken.
there - The next morning; a long walk was taken.
er - De volgende ochtend werd er een lange wandeling gemaakt.
when - I get thirsty just seeing that bottle.
als - Ik krijg dorst als ik die fles zie staan.
much - We both looked out over the river and didnt say much.
veel - We keken beiden uit over de rivier en zeiden niet veel.
to be able - Maybe we can go to the market together.
kunnen - Misschien kunnen we samen naar de markt gaan.
that - He told me he was feeling better.
dat - Hij vertelde dat hij zich beter voelde.
(a)round - I walked around the park.
om - Ik wandelde om het plantsoen.
to be - This passport photo was distributed by the police.
worden - Deze pasfoto werd door de politie verspreid.
that - If the allegation is true; it casts a different light on the case.
dat - Als de beschuldiging klopt; werpt dat een ander licht op de zaak.
still - Shes still young.
nog - Ze is nog jong.
but - The team played well; but failed to win.
maar - Het team speelde goed; maar slaagde er niet in te winnen.
near (to) - In the little square near the church; children were playing.
bij - Op het pleintje bij de kerk waren kinderen aan het spelen.
a) she b) they - a) I was not in love with her; but she we with me. It was expected that she could leave the hospital soon.b) They constitute 85 percent of the population. When Schliemann touched the skeletons in 1875; they immediately pulverized into dust.
zij; ze - a) Ik was niet verliefd op haar; maar zij we op mij.Men verwachtte dat ze binnenkort het ziekenhuis kon verlaten.b) Zij vormen 85 procent van de bevolking.Toen Schliemann in 1875 de skeletten aanraakte; verpulverden ze meteen tot stof.
to - He follows her to the kitchen.
naar - Hij volgt haar naar de keuken.
from - Im from Amsterdam.
uit - Ik kom uit Amsterdam.
to go - The boys went to the beach on their bikes.
gaan - De jongens gingen op de fiets naar het strand.
to come - Maybe hell come by car.
komen - Misschien komt hij met de wagen.
will - The videos will be viewable via the Internet.
zullen - De filmpjes zullen te zien zijn via het internet.
or - There were no streetcars or cars running for a long time.
of - Er reden allang geen trams of autos meer.
a) over b) about - a) She climbed over the fence.b) You can find all the information about the campsite on the website.
over - a) Zij klom over het hek.b) Alle informatie over de camping vind je op de website.
to have to; must - You have to put on and take off your shoes at the bottom of the stairs.
moeten - Je moet beneden aan de trap je schoenen aan-en uitdoen.
through - I walked through the village.
door - Ik liep door het dorp.
already - She is already almost at the end of the path.
al - Ze is al bijna aan het eind van het pad.
no - There was no knob on the door.
geen - Er zat geen knop aan de deur.
then - Swim; bike and then run again.
dan - Zwemmen; fietsen en dan nog eens lopen.
good - We encourage our members to be good citizens.
goed - Wij sporen onze leden aan om goede burgers te zijn.
rather - I do like to hear that there are more people who are concerned.
wel - Ik vind het wel fijn te horen dat er meer mensen zijn die zich zorgen maken.
a) to make b) to repair - a) He made a quick move.b) He made her break her bike.
maken - a) Hij maakte een snelle beweging.b) Hij maakte haar kapotte fiets.
to - The festival kicks off in early July and runs until the end of September.
tot - Het festival gaat begin juli van start en loopt tot eind September.
he - He wonders if he has enough cash on him.
hij - Hij vraagt zich af of hij wel genoeg contant geld bij zich heeft.
what - We did what we had to do.
wat - We hebben gedaan wat we moesten doen.
so - He shouted so loudly that it seemed the door was open.
zo - Hij schreeuwde zo luid dat het leek of de deur open stond.
now - I am now going on vacation first.
nu - Ik ga nu eerst met vakantie.
his - He took his son with him.He went looking for his daughter.
zijn; zn - Hij nam zijn zoon mee.Hij ging op zoek naar zn dochter.
year - One million people call the service line every year.
jaar - Elk jaar bellen één miljoen mensen de servicelijn.
other - They reached the top of the other hill.
ander - Ze bereikten de top van de andere heuvel.
to do - Would I have done the same?
doen - Zou ik dat ook hebben gedaan?
this - He had gone to this office.
dit - Hij was naar dit kantoor gegaan.
to want - Who would want to stop me?
willen - Wie zou mij willen tegenhouden?
herself; himself; itself; themselves - She couldnt get up my stairs and had to be carried.They were happy to have a treat.
zich - Ze kon mijn trap niet op en liet zich dragen.Zij lieten zich graag trakteren.
to stand - The three children stand beside her.
staan - De drie kinderen staan naast haar.
to see - In the distance; she saw the house.
zien - In de verte zag zij het huis.
to say - You may say stop whenever you want.
zeggen - U mag stop zeggen wanneer u wilt.
to get - He hoped to get a clear head from the fresh air.
krijgen - Hij hoopte van de frisse lucht een helder hoofd te krijgen.
we - I turned off the lights and we left the utility room.I suggest we finish the work first.
wij; we - Ik deed de lichten uit en wij verlieten de bijkeuken.Ik stel voor dat we het werk eerst afmaken.
a) big b) great - a) In the door stood a large woman.b) You will do me a great favor if you want to have a drink with me.
groot - a) In de deur stond een grote vrouw.b) U doet me een groot plezier als u iets met mij wilt gaan drinken.
after - Immediately after eating; he left.
na - Meteen na het eten ging hij weg.
a) their b) (to) them - a) They bought their meat from the butcher.b) He gives them a candy.
hun - a) Ze kochten hun vlees bij de slager.b) Hij geeft hun een snoepje.
I - Your father told me to mind my own business.
ik - Je vader zei dat ik me met mijn eigen zaken moest bemoeien.
this; these - We are; of course; monitoring this matter closely.
deze - Uiteraard houden wij deze zaak nauwlettend in het oog.
there - I just drive on to the market; park there and get out.
daar - Ik rijd maar door tot op de markt; parkeer daar en stap uit.
you - Do you still feel like shopping?What do you mean?
jij; je - Heb jij nog zin om boodschappen te doen?Wat bedoel je?
to find - Elisabeth finds the number of the police.
vinden - Elisabeth vindt het nummer van de politie.
to let - I had a carpenter make a wooden chair.
laten - Ik heb door een timmerman een houten stoel laten maken.
all - Because of all the publicity; it became a nuisance.
al - Door alle publiciteit werd het een vervelende zaak.
against; towards - All this time he remained silent to me.
tegen - Al die tijd bleef hij tegen mij zwijgen.
two - The two women stand in each others arms crying.
twee - De twee vrouwen staan in elkaars armen te huilen.
one - One of the boys ran to the door.Only one home sustained damage.
een; één - Een van de jongens liep naar de deur.Slechts één woning liep schade op.
whole - Some people whistle all day.
heel - Sommige mensen fluiten de hele dag.
to give - Grandma gives her a glass of water.
geven - Oma geeft haar een glas water.
to remain - Such behavior could not go unpunished.
blijven - Dergelijk gedrag kon niet onbestraft blijven.
where - She recognized the house where she was born.
waar - Ze herkende het huis waar ze geboren was.
yet - She scolded him and yet he comforted her.
toch - Ze schold hem uit en toch troostte hij haar.
a) us b) our - a) She came to us.b) One of our friends is staying somewhere else.
ons - a) Ze kwam naar ons toe.b) Een van onze vrienden logeert ergens anders.
under - Hans crawled under the covers.
onder - Hans kroop onder de dekens.
to know - The judge wanted to know what had happened.
weten - De rechter wilde weten wat er gebeurd was.
to sit - I sit on the sofa and look at the mountains.
zitten - Ik zit op de sofa en kijk naar de bergen.
than - With that; she was a second faster than her old top time.
dan - Daarmee was ze een seconde sneller dan haar oude toptijd.
but; only; just - His face she hardly dared to touch.
maar - Zijn gezicht durfde ze maar nauwelijks aan te raken.
human - Animals can have an intimate relationship with people.
mens - Dieren kunnen een innige band met mensen hebben.
because - He was fined because his moped was out of order.
omdat - Hij kreeg een boete omdat zijn brommer niet in orde was.
alone - He decided to go alone.
alleen - Hij heeft besloten om alleen te gaan.
to take - She took the coat off the coat rack and held it up for me.
nemen - Ze nam de jas van de kapstok en hield hem voor me op.
to hold - In his left hand he held a plastic bag.
houden - In zijn linkerhand hield hij een plastic tasje.
new - He will be the new mayor.
nieuw - Hij wordt de nieuwe burgemeester.
to be allowed - She can do whatever she wants.
mogen - Zij mag doen wat ze wil.
again - He sat down and he stood up again.
weer - Hij ging zitten en hij stond weer op.
time - Doing strategic research takes time.
tijd - Het doen van strategisch onderzoek kost tijd.
long; tall - The tall girl could reach the top shelf.(adv) It sounded like a decision that had been thought about for a long time.
lang - Het lange meisje kon bij de bovenste plank.(adv) Het klonk als een beslissing waarover lang was nagedacht.
off - He was too quick for me.occasionally: Every now and then I find myself chattering away from the cold.
af - Hij was me te vlug af.af en toe: Af en toe zit ik te klappertanden van de kou.
to lie - We were in bed that same night.
liggen - We lagen diezelfde nacht nog in bed.
so - Of course our lawyer looked at this deal; but everything is legal; so we got a competitor.
dus - Natuurlijk heeft onze advocaat deze deal bekeken; maar alles is legaal; dus we kregen er een concurrent bij.
a) her b) her (poss) - a) He didnt want to hear about it and forbade her.b) The gold ring was an heirloom from her grandmother.
haar - a) Hij wilde er niet van horen en verbood het haar.b) De gouden ring was een erfstuk van haar oma.
three - After three years; she could still remember this trip from day to day.
drie - Na drie jaar kon ze zich deze tocht nog van dag tot dag herinneren.
between - He presses forward between his children and goes down the stairs.
tussen - Hij dringt tussen zijn kinderen door naar voren en gaat de trap af.
me - Why didnt you call me?I feel fit.
mij; me - Waarom heb je mij niet opgebeld?Ik voel me fit.
once; (not) even - A few months ago; I didnt even know of her existence.
eens - Enkele maanden geleden wist ik niet eens van haar bestaan af.
to follow - A few seconds later; an explosion occurred not far from me.
volgen - Enkele seconden later voigt een explosie niet ver van mij vandaan.
day - The next day; my grandfather was back in his chair.
dag - De volgende dag zat mijn grootvader weer in zijn stoel.
self - I had no judgment of my own.They figured out for themselves that it had to be possible to do it this way.
zelf - Ik had zelf geen oordeel.Zij hebben zelf bedacht dat het zo moest kunnen.
my - He sat at his desk and didnt seem to notice my presence.I was doing my job.
mijn; mn - Hij zat achter zijn bureau en scheen mijn aanwezigheid niet op te merken.Ik deed mn werk.
as - The scenario initially went as desired.
zoals - Het scenario liep aanvankelijk zoals gewenst.
him - She walked away and left him standing.Did you see him walking yesterday?
hem; m - Ze liep weg en liet hem staan.Heb jem gisteren nog zien lopen?
with - I have experience with it.
mee - Ik heb er ervaring mee.
something - He evoked something in me that I had forgotten.
iets - Hij riep iets in mij op dat ik vergeten was.
how - She asks the man if he knows how the fire started.
hoe - Ze vraagt de man of hij weet hoe het vuur is ontstaan.
to think - I think he was dreaming.
denken - Ik denk dat hij gedroomd heeft.
without - Food was sold without a license in some cases.
zonder - Er werden in enkele gevallen etenswaren zonder vergunning verkocht.
because - The vegetable is not green; but white; because it is cauliflower.
want - De groente is niet groen; maar wit; want het is bloemkool.
here - The road turns left here.
hier - De weg gaat hier naar links.
always - The water there was always moving because of the collision with the rocks.
altijd - Het water was er altijd in beweging door de botsing met de rotsen.
too - At a maximum of 8 degrees; it is too cold for the time of year.
te - Met maximum 8 graden is het te koud voor de tijd van het jaar.
place - It took another half hour for all passengers to be seated.
plaats - Het duurde nog een halfuur voor alle passagiers op hun plaats zaten.
a few; a single - After a few seconds; I heard the car too.
enkel - Na enkele seconden hoorde ik de auto ook.
to start - Of course; he manages to escape and the hunt begins again.
beginnen - Uiteraard weet hij te ontsnappen en de jacht begint opnieuw.
man - Across from him sat a burly man with a giant black beard.
man - Tegenover hem zat een forse man met een reusachtige zwarte baard.
week - Those people became wealthy within a few weeks.
week - Die mensen werden binnen een paar weken schatrijk.
towards - Laura spontaneously took a step toward him.
toe - Laura deed spontaan een stap naar hem toe.
real - For a real thief; he had made quite a few mistakes.
echt - Voor een echte dief had hij nogal wat fouten gemaakt.
time; occasion - I didnt see why I should act differently this time.
keer - Ik zag niet in waarom ik dit keer anders zou moeten handelen.
who - Do you know who that was that you heard playing?
wie - Weet je wie dat was die je hoorde spelen?
to work - Perhaps you know someone who works or has worked for the company.
werken - Misschien ken je iemand die bij het bedrijf werkt of heeft gewerkt.
according to - The geography exam was too difficult according to the students.
volgens - Het examen aardrijkskunde was volgens de leerlingen te moeilijk.
own - For a moment he saw in the message the projection of his own feelings.
eigen - Even zag hij in de boodschap de projectie van zijn eigen gevoelens.
especially - They showed us fear and dejection and above all frenzied anger.
vooral - Ze toonden ons angst en verslagenheid en vooral uitzinnige woede.
even - Even daddy sang along from the bottom of his voice.
zelfs - Zelfs papa zong uit voile borst mee.
to put - He stated that it is important to work together.ask a question: He did not stop to ask questions.
stellen - Hij stelt dat het belangrijk is om samen te werken.een vraag stellen: Hij hield niet op met vragen stellen.
to bring - We are taken to a tent.
brengen - We worden naar een tent gebracht.
certain - She had a certain charm.
zeker - Ze had een zekere charme.
each - There are a lot of posters in every café.
elk - In elk café hangen een heleboel affiches.
just - When I arrived at the station; the train had just left.
net - Toen ik op het station aankwam was de trein net weg.
to walk - He walked over to the bar.
lopen - Hij liep naar de bar.
little - The little guy just couldnt reach it.
klein - Het kleine mannetje kon er net niet bij.
never - These monks never see a woman.
nooit - Deze monniken zien nooit een vrouw.
to ask - She asked the man who he was.
vragen - Zij vroeg aan de man wie hij was.
to fall - The boy fell from a ten-foot scaffold at a construction site.
vallen - De jongen viel van een tien meter hoge steiger op een bouwwerf.
everything - In our village; everything was dark and quiet.
alles - Bij ons in het dorp was alles donker en stil.
back - Last week he was briefly back at his former workplace.
terug - Afgelopen week was hij even terug op zijn vroegere werkplek.
to hear - I heard his voice above everything else.
horen - Ik hoorde zijn stem boven alles uit.
to play - The children played in the pool.
spelen - De kinderen speelden in het zwembad.
hour - He could sometimes go on like this for hours.
uur - Zo kon hij soms uren doorgaan.
old - An old man shuffles down the dark street.
oud - Een oude man schuifelt door de donkere straat.
high - They live in a high-rise apartment.
hoog - Zij wonen in een hoge flat.
just - He went for a beer at the café.
even - Hij ging even een biertje drinken in het café.
during - During the visiting hour; I heard her talking happily with her father and mother.
tijdens - Tijdens het bezoekuur hoorde ik haar vrolijk praten met haar vader en moeder.
always - You discover more and more once you are on the road.
steeds - Je ontdekt steeds meer als je eenmaal onderweg bent.
when - Ineke made tea and fried eggs for us when we got home.
toen - Ineke zette thee en bakte eieren voor ons toen we thuiskwamen.
previous - The storefront had been vacant for quite some time after the bankruptcy of the previous owner.
vorig - Het winkelpand stond na het faillissement van de vorige bezitter al geruime tijd leeg.
within - Within Ghent; one large college has been created.
binnen - Binnen Gent is één grote hogeschool gecreëerd.
usual; normal - In ordinary life; things are different.(adv) A little park they can both just bike to from their homes.
gewoon - In het gewone leven gaat dat anders.(adv) Een parkje waar ze allebei gewoon vanuit hun huis naartoe kunnen fietsen.
nothing - She had nothing with her but her handbag.
niets - Ze had niets bij zich dan haar handtas.
fast - In a fast sprint he rode to the front.
snel - In een snelle spurt reed hij naar voren.
to look - Surprised; she looks around.
kijken - Verbaasd kijkt ze om zich heen.
month - He found a job in a factory for several months.
maand - Hij vond gedurende enkele maanden een baantje in een fabriek.
young - The young girl played along effortlessly.
jong - Het jonge meisje speelde moeiteloos mee.
to get - They dont know where to get the forms.
halen - Ze weten niet waar ze de formulieren moeten halen.
to seem - It seems very nice to see each other.
lijken - Het lijkt me erg gezellig om elkaar te zien.
to put - She put the flowers in a vase.
zetten - Zij zette de bloemen in een vaas.
to prove - This is according to an initial report from the research firm.
blijken - Dit blijkt uit een eerste rapportage van het onderzoeksbureau.
then - We sat down with the committee members and came up with this idea.
toen - We zaten met de leden van het comité bij elkaar en kwamen toen op dit idee.
little; few - I have little time at the moment.
weinig - Ik heb op dit moment weinig tijd.
first - Management first assumed growth of 3 percent for this year.
eerst - De directie ging voor dit jaar eerst uit van een groei van 3 procent.
each other - We relieved each other at her bedside.
elkaar - We losten elkaar af bij haar bed.
possible - Police are investigating the possible bribery of referees.
mogelijk - De politie onderzoekt de mogelijke omkoping van scheidsrechters.
together - Together they did the dishes.
samen - Samen deden ze de afwas.
child - The children made a model of their school.
kind - De kinderen maakten een maquette van hun school.
work - She really enjoys her work.
werk - Zij vindt haar werk erg leuk.
country - The eastern half of the country remains susceptible to showers.
land - De oostelijke helft van het land blijft gevoelig voor buien.
woman - Women and men used to be separated in church.
vrouw - Vroeger werden vrouwen en mannen gescheiden in de kerk.
hand - She balled her hands into small fists a single time.
hand - Ze balde een enkele keer haar handen tot kleine vuisten.
life - There are many small conflicts that disrupt daily life.
leven - Er zijn veel kleine conflicten die het dagelijks leven verstoren.
such a - I am not a strict teacher.
zon - Ik ben niet zon strenge leraar.
end - We have not yet reached the end of our journey.The film had an unexpected ending.
eind; einde - We hebben het eind van onze reis nog niet bereikt.De film had een onverwacht einde.
to exist - The gap between citizens and politics will remain.
bestaan - De kloof tussen burgers en politiek zal blijven bestaan.
around - He strained or tore the muscles around his scapula.
rond - Hij heeft de spieren rond zijn schouderblad verrekt of gescheurd.
often - These animals often rest in the sun during the day.
vaak - Deze dieren liggen overdag vaak te rusten in de zon.
to draw - This event attracts many visitors every year.
trekken - Dit evenement trekt ieder jaar veel bezoekers.
number - The number of unemployed teachers is falling.
aantal - Het aantal werkloze leerkrachten daalt.
behind - He sits back down at his desk.
achter - Hij gaat weer achter zijn bureau zitten.
natural - Under the agreements; they are allowed to list new forests as natural CO2 eaters.
natuurlijk - Volgens de afspraken mogen ze nieuwe bossen opvoeren als natuurlijke CO2-eters.
name - There was no name on the piece of cardboard.
naam - Er stond geen naam op het stukje karton.
last - She was our support in the secretariat for the last few years.
laatst - Zij was de laatste jaren onze steun op het secretariaat.
part - There was no one in this part of town.
deel - Er was niemand in dit deel van de stad.
important - According to him; the program offers significant benefits.
belangrijk - Volgens hem biedt het programma belangrijke voordelen.
maybe - I said I had a meeting and might come home late.
misschien - Ik zei dat ik een vergadering had en misschien laat thuiskwam.
to happen - Many speakers painted in detail what could happen.
gebeuren - Vele sprekers schilderden uitvoerig wat er kon gebeuren.
everyone - Next year; everyone gets a 2 percent bonus.
iedereen - Volgend jaar krijgt iedereen een bonus van 2 procent.
almost - The house is almost finished.
bijna - Het huis is bijna klaar.
problem - However; the country still has numerous problems to solve.
probleem - Het land heeft echter nog tal van problemen op te lossen.
four - The total time from ordering to delivery is three to four months.
vier - De totale tijd tussen bestellen en leveren is drie tot vier maanden.
since - Her client had not had an easy time since her treatment began.
sinds - Haar cliënt had geen gemakkelijke tijd gehad sinds haar behandeling begon.
very - Its very hot here.
erg - Het is erg warm hier.
by; per - The party chairman is elected by referendum.
per - De partijvoorzitter wordt per referendum gekozen.
ago - Thats over 10 percent less than two weeks ago.
geleden - Dat is ruim 10 procent minder dan twee weken geleden.
necessary - They took the necessary measures.(adv) For this dish; you will also need roasted rice.
nodig - Ze namen de nodige maatregelen.(adv) Voor dit gerecht heeft u ook geroosterde rijst nodig.
to name - He is named as state education secretary.
noemen - Hij wordt genoemd als staatssecretaris van onderwijs.
question - Philosophy is about the big questions of existence.
vraag - Wijsbegeerte gaat over de grote vragen van het bestaan.
to try - He tries to understand their behavior.
proberen - Hij probeert hun gedrag te begrijpen.
a) case b) business - a) She took the case to court.b) The butcher stood proudly in front of his business.
zaak - a) Zij bracht de zaak voor de rechter.b) De slager stond trots voor zijn zaak.
to speak - We need someone who speaks Dutch.
spreken - We hebben iemand nodig die Nederlands spreekt.
all - These people were all administered a different vaccine.
allemaal - Deze mensen kregen allemaal een ander vaccin toegediend.
only - Leadership usually comes into its own only in moments of crisis.
pas - Leiderschap komt meestal pas tot zijn recht op momenten van crisis.
completely - Betty didnt feel quite at ease.
helemaal - Betty voelde zich niet helemaal op haar gemak.
one; you - One should advertise a bit more.
men - Men zou wat meer reclame moeten maken.
to know - I used to think I would get to know myself better and better as I got older.
kennen - Vroeger dacht ik dat ik mezelf steeds beter zou leren kennen als ik ouder werd.
(well-)known - He is a well-known businessman.
bekend - Hij is een bekend zakenman.
while - She kept looking at me while I drank.
terwijl - Zij bleef naar mij kijken terwijl ik dronk.
house - A new house is being built in the street.
huis - Er wordt een nieuw huis gebouwd in de straat.
case - In that case; you should try again later.in any case: In any case; it is not your fault.
geval - In dat geval moet je het later nog maar eens proberen.in elk geval: In elk geval is het niet jouw schuld.
clear - He gave them clear instructions.The dividing line was not always clear.
duidelijk - Hij gaf ze duidelijke aanwijzingen.De scheidingslijn was niet altijd duidelijk.
to use - A nice side effect is that the computer uses less energy.
gebruiken - Een prettig neveneffect is dat de computer minder energie gebruikt.
to tell - The teacher told a story during class.
vertellen - De juffrouw vertelde tijdens de les een verhaal.
short - He wanted to wear a short-sleeved T-shirt.
kort - Hij wilde een T-shirt met korte mouwen aan.
early - Outside it is cold; as it can only be in early spring.
vroeg - Buiten is het koud; zoals het alleen in de vroege lente kan zijn.
from - Citizens with questions can also contact Postbus 51 as of today.
vanaf - Burgers met vragen kunnen vanaf vandaag ook terecht bij Postbus 51.
gone - Eight players wanted the coach gone.
weg - Acht spelers wilden de coach weg hebben.
actually - Els hesitates; because she doesnt really want to move.
eigenlijk - Els twijfelt; want ze wil eigenlijk niet verhuizen.
through - The perpetrators climbed in through the flat roof.
via - De daders zijn via het plat dak binnengeklommen.
someone - He became someone who rarely said what he thought anymore.
iemand - Hij werd iemand die nog maar zelden zei wat hij dacht.
sooner - Young people must learn to cooperate rather than compete with each other.
eerder - Jongeren moeten eerder leren samenwerken dan met elkaar te wedijveren.
nice - Dad has his nice suit on and a white scarf around his neck.
mooi - Papa heeft zijn mooie pak aan en een wit sjaaltje om zijn hals.
to write - The dishes were written in chalk on a board on the wall.
schrijven - De gerechten waren met krijt op een bord aan de muur geschreven.
five - He works five days a week.
vijf - Hij werkt vijf dagen per week.
yesterday - The footballer signed a three-year contract yesterday.
gisteren - De voetballer tekende gisteren een contract voor drie jaar.
strong - The strong boy lifted three crates at a time.
sterk - De sterke jongen tilde drie kratten tegelijk.
couple - On the nightstand are a few yellowed greeting cards.
paar - Op het nachtkastje staan een paar vergeelde wenskaarten.
you - Do you sometimes see something here that you recognize?
u - Ziet u hier soms iets wat u herkent?
them - Maybe someday things could get better between them.
hen - Misschien zou het ooit weer beter tussen hen kunnen worden.
today - Today; an announcement hangs on the door.
vandaag - Vandaag hangt er een aankondiging op de deur.
why - The question is why not cooperate.
waarom - De vraag is waarom men niet samenwerkt.
time; moment - At other times she could not train either.
moment - Op andere momenten kon ze ook niet trainen.
way - I found another way to help you.
manier - Ik vond een andere manier om je te helpen.
difficult - I wish you much strength during this difficult time.
moeilijk - Ik wens je veel sterkte toe in deze moeilijke periode.
world - The world looks very different now.
wereld - De wereld ziet er nu heel anders uit.
again - He tried again to speak to his son.
opnieuw - Hij probeerde opnieuw zijn zoon te spreken.
therefore - I was tired so I went to bed early.
daarom - Ik was moe en ging daarom vroeg naar bed.
money - He gave the money to the baker.
geld - Hij gaf het geld aan de bakker.
very - She was very weakened and still weighed 46 pounds.
zeer - Ze was zeer verzwakt en woog nog 46 kilo.
sometimes - Sometimes things dont go your way.
soms - Soms gaat het niet zoals je wilt.
group - The group waited until the guide had spoken.
groep - De groep wachtte tot de gids was uitgesproken.
town; city - The museum is located in the oldest part of the city.
stad - Het museum staat in het oudste gedeelte van de stad.
only - I was his only option.
enig - Ik was zijn enige optie.
far - They made a distant journey.
ver - Zij maakten een verre reis.
enough - So; and now weve sat down and talked long enough; she said.pity: Unfortunately; she couldnt participate in the competition.
genoeg - Zo; en nu hebben we lang genoeg zitten praten; zei ze.jammer genoeg: Jammer genoeg kon ze niet deelnemen aan de wedstrijd.
piece - She breaks the bread into pieces.
stuk - Zij breekt het brood in stukken.
heavy - Together they lift the heavy stone.
zwaar - Samen tillen ze de zware steen op.
to search - He looks for his glasses.
zoeken - Hij zoekt naar zijn bril.
chance - We still have a chance to win.
kans - We hebben nog een kans om te winnen.
yes - I said yes to every challenge.
ja - Ik zei ja op elke uitdaging.
to put - He put the book on the table.
leggen - Hij legde het boek op de tafel.
wherein - He saw spots in which no shape could be discerned.
waarin - Hij zag vlekken waarin geen vorm te onderscheiden viel.
ten - They lived ten houses down our street.
tien - Ze woonden tien huizen verder in onze straat.
to feel - I felt to make sure he hadnt broken anything.
voelen - Ik voelde of hij niets gebroken had.
to win - Never before have they won a match at a major tournament.
winnen - Nooit eerder wonnen ze een wedstrijd op een groot toernooi.
start - Reforms were initiated.
begin - Er werd een begin gemaakt met hervormingen.
fixed; certain - He does have a fixed income.(adv) She probably doesnt think the measures are strict enough.
vast - Hij heeft wel degelijk een vast inkomen.(adv) Zij vindt de maatregelen vast niet streng genoeg.
next to - The booklet neatly juxtaposes theory and practice
naast - Het boekje stelt theorie en praktijk netjes naast elkaar
for example - Another term for drive-in show; for example; is: mobile disco.For example; you can swim there.
bijvoorbeeld; bv. - Een andere term voor drive-inshow is bijvoorbeeld: mobiele discotheek.Zo kun je er bv. zwemmen.
bad - It was a bad summer.
slecht - Het was een slechte zomer.
to lose - He loses personal papers and 5 euros as a result.
verliezen - Hij verliest hierdoor persoonlijke papieren en 5 euro.
outside - There is little work in the villages outside of the Randstad.
buiten - In de dorpen buiten de randstad is weinig werk.
to provide - A job provides status and social contacts.
zorgen - Een baan zorgt voor status en sociale contacten.
Dutch - Last year; forty-six thousand people received Dutch citizenship.
Nederlands - Vorig jaar kregen zesenveertigduizend mensen de Nederlandse nationaliteit.
eye - Anyone who looked closely saw that I had tears in my eyes.
oog - Wie goed keek; zag dat ik tranen in mijn ogen had.
bit - We sat staring languidly ahead.
beetje - We zaten een beetje loom voor ons uit te staren.
so much - He just didnt expect it to take so much time.
zoveel - Hij had alleen niet verwacht dat het zoveel tijd zou kosten.
six - Through his actions; six miners escape death.
zes - Door zijn toedoen ontsnappen zes mijnwerkers aan de dood.
immediately - It is not necessary to install a new device immediately.
meteen - Het is niet noodzakelijk om meteen een nieuw toestel te plaatsen.
also - Milk is delicious and also healthy.
bovendien - Melk is lekker en bovendien gezond.
word - Does everyone mean the same thing when a certain word is used?
woord - Bedoelt iedereen hetzelfde als er een bepaald woord wordt gebruikt?
gladly; with pleasure - We were learning and our parents and teachers liked to see that.
graag - We leerden bij en dat zagen onze ouders en leraren graag.
both - Sunday; both teams face each other.
beide - Zondag staan beide ploegen tegenover elkaar.
to choose - From the refreshments I had on hand she chose beer
kiezen - Uit de consumpties die ik voorradig had koos ze bier
to hope - The company hopes to launch its first interactive services before the summer.
hopen - Het bedrijf hoopt nog vóór de zomer de eerste interactieve diensten te lanceren.
late - Despite the late hour; just after midnight; a welcome drink had to be drunk.
laat - Ondanks het late tijdstip; net na middernacht; moest een welkomstdrankje gedronken worden.
full - He was the only one who provided order in that voile house.
vol - Hij was de enige die in dat voile huis voor orde zorgde.
afterwards - Slightly wintry weather looks set to continue next weekend and probably beyond.
daarna - Het licht winterse weer lijkt zich komend weekend en waarschijnlijk ook daarna te handhaven.
to read - Quietly sitting on the couch reading a book is not one of them.
lezen - Rustig op de bank een boekje lezen is er niet bij.
different - ATMs were set on fire in several cities.
verschillend - In verschillende steden werden geldautomaten in brand gestoken.
to pay - In addition; the city pays the energy bill.
betalen - Bovendien betaalt de stad de energiefactuur.
million - The number of viewers is estimated at 400 million.
miljoen - Het aantal kijkers wordt geschat op 400 miljoen.
party - The two sides will work together again in the area of security.
partij - Beide partijen gaan weer samenwerken op het gebied van veiligheid.
kind of - She stood with her tent in a kind of village square that first night.
soort - Ze stond die eerste nacht met haar tentje op een soort dorpsplein.
one day - They hope to be champions one day.
ooit - Ze hopen ooit kampioen te mogen worden.
thing - For what things do we actually make choices?
ding - Voor welke dingen maken we eigenlijk keuzes?
road - The wide road lay deserted in the moonlight.
weg - De brede weg lag verlaten in het maanlicht.
some - The prices of some items have been cut in half.
sommige - De prijzen van sommige artikelen zijn gehalveerd.
each - She gets commission for every customer she brings in.
ieder - Zij krijgt provisie voor iedere klant die zij binnenhaalt.
to lead - She led the team.
leiden - Zij leidde het elftal.
only - The council will have only an advisory role.
slechts - De raad krijgt slechts een adviserende functie.
nobody - Unlike employees; I dont have anyone to put me on the spot.
niemand - In tegenstelling tot werknemers heb ik niemand die me op het matje roept.
to wait - Waiting in the hallway was the detective who had already conducted several interrogations of me.
wachten - Op de gang wachtte de rechercheur die mij al enkele verhoren had afgenomen.
which - I know the circumstances under which he left home.
welk - Ik weet onder welke omstandigheden hij van huis is gegaan.
to close - The hotel was closed from August to April.
sluiten - Het hotel was gesloten van augustus tot april.
above - They scored above the national average last year.
boven - Zij scoorden vorig jaar boven het landelijk gemiddelde.
to expect - Analysts had expected a slight decline.
verwachten - Analisten hadden een lichte daling verwacht.
no - No; no; I dont mean it that way.
nee - Nee; nee; zo bedoel ik het niet.
photo - A police helicopter took photos and video footage of the area in the early morning.
foto - Een politiehelikopter maakte in de vroege ochtend fotos en videobeelden van de omgeving.
to live - Moreover; we have cool neighbors and that makes it all the more fun to live here.
wonen - Bovendien hebben we toffe buren en dat maakt het des te leuker om hier te wonen.
to help - In the winter; he helped the children make a snowman.
helpen - In de winter hielp hij de kinderen met het maken van een sneeuwpop.
a) full stop b) item c) point - a) The sentence ends with a period.b) The third item on the agenda is the party.c) He finished two points behind the leader.
punt - a) De zin wordt afgesloten met een punt.b) Het derde punt op de agenda is het feest.c) Hij eindigde twee punten achter de leider.
to touch; to hit - In bed; she made sure her feet didnt touch his body.
raken - In bed zorgde ze ervoor dat haar voeten zijn lichaam niet raakten.
to learn - The young people learn on the job to be carpenters or bricklayers; for example.
leren - De jongeren leren in de praktijk voor bijvoorbeeld timmerman of metselaar.
same - The same period last year saw an increase.
dezelfde - In dezelfde periode vorig jaar was er een stijging te zien.
hard - She threw the door shut behind her with a loud bang.
hard - Ze gooide met een harde klap de deur achter zich dicht.
fact - The events took place between March and December.
feit - De feiten speelden zich af tussen maart en december.
to live - She is not the woman to live in the past.
leven - Zij is er de vrouw niet naar om in het verleden te leven.
title - The title of the book is well chosen in that respect.
titel - De titel van het boek is wat dat betreft goed gekozen.
reason - A reason for the separation was not given.
reden - Een reden voor de scheiding werd niet gegeven.
to hit - Frank banged his fist on the table.
slaan - Frank sloeg met zijn vuist op tafel.
last - Last year he had a big hit.
afgelopen - Afgelopen jaar had hij een grote hit.
full - Moreover; complete openness prevails in our team.
volledig - Bovendien heerst in ons team volledige openheid.
indeed - He looks at the clock. It is indeed right.
inderdaad - Hij kijkt naar de klok. Die staat inderdaad goed.
at home - If the risk for your delivery is not increased; you have the choice of giving birth at home or in the hospital.
thuis - Als het risico voor je bevalling niet verhoogd is; heb je de keuze tussen een bevalling thuis of in het ziekenhuis.
half - Within six months; the divorce is filed.
half - Binnen een half jaar wordt de scheiding aangevraagd.
open - The door was open to everyone.
open - De deur was voor iedereen open.
friend - The house is gradually filling up with friends and relatives.
vriend - Het huis stroomt zo langzamerhand vol met vrienden en familieleden.
past - I walked past the furniture.
langs - Ik liep langs de meubels.
head - The man shook his already somewhat balding head.
hoofd - De man schudde zijn al wat kalende hoofd.
final - Who made the final decision I do not know.
uiteindelijk - Wie de uiteindeiijke beslissing heeft genomen weet ik niet.
business - In the hospitality industry; 272 businesses went bankrupt in 2003.
bedrijf - In de horeca gingen in 2003 272 bedrijven failliet.
side - The occupants crawled out of the car in time and swam to shore.
kant - De inzittenden kropen tijdig uit de auto en zwommen naar de kant.
past - She couldnt stop talking about the past week.
voorbij - Ze raakte niet uitgepraat over de voorbije week.
to drive - He drives the car out of the garage and through the garden gate.
rijden - Hij rijdt de auto de garage uit en het tuinhek door.
easy - All in all; this is not an easy decision to make.It will not be an easy job.
gemakkelijk; makkelijk - Al met al is dit geen gemakkelijke beslissing om te nemen.Het wordt geen makkelijke klus.
so that - We want to register those boats so we can track down the owners.
zodat - Wij willen die bootjes registreren zodat we de eigenaars kunnen opsporen.
free - In a free country; you can say what you think.
vrij - In een vrij land mag je zeggen wat je vindt.
police - The police are investigating the case.
politie - De politie onderzoekt de zaak.
story - What story is being told here?
verhaal - Welk verhaal wordt hier verteld?
a) article b) product; object - a) The court found it violated Article 8 of human rights.b) In the store; they sell household items such as pots and pans.
artikel - a) De rechtbank vond het in strijd met artikel 8 van de mensenrechten.b) In de winkel verkopen ze huishoudelijke artikelen als potten en pannen.
book - Writing books is easy; giving interviews is hard.
boek - Boeken schrijven is makkelijk; interviews geven is moeilijk.
research - The hypotheses have yet to be substantiated by archaeological research.
onderzoek - De hypothesen moeten nog door archeologisch onderzoek worden gestaafd.
to buy - I just bought a new bike last week.
kopen - Ik heb vorige week nog een nieuwe fiets gekocht.
both - The judge found both theft and threats proven.
zowel - De rechter acht zowel diefstal als bedreiging bewezen.
to mean - But bigger also means more expensive.
betekenen - Maar groter betekent ook duurder.
busy - Were all about the band.
bezig - We zijn allemaal bezig met de band.
result - He died from the effects of a heroin overdose.
gevolg - Hij overleed aan de gevolgen van een overdosis heroïne.
school - At school; he is the top student in the class.
school - Op school is hij de beste leerling van de klas.
to hang - I lingered out the window for a while.
hangen - Ik bleef nog even uit het raam hangen.
plan - That plan requires parliamentary approval by a two-thirds majority.
plan - Voor dat plan moet het parlement met twee derde meerderheid toestemming geven.
when - It was the little clock he used to listen to when he was in bed as a child.
wanneer - Het was het klokje waar hij als kind al naar luisterde wanneer hij in bed lag.
with it - Their business went up in smoke and with it their income.
daarmee - Hun bedrijf is in rook opgegaan en daarmee hun inkomen.
additional - The extra troops should prevent things from getting out of hand.
extra - De extra manschappen moeten voorkomen dat de zaak uit de hand loopt.
to take - He grabbed the case and clicked the lock open.
pakken - Hij pakte het koffertje en klikte het slot open.
after - The fountain was built in 1781 after a fire destroyed the center.
nadat - De fontein werd in 1781 gebouwd; nadat een brand het centrum verwoest had.
spacious - She has a spacious room with a nice view.(adv) They received over 300 responses.
ruim - Ze heeft een ruime kamer met een mooi uitzicht.(adv) Ze kregen ruim 300 reacties.
to have; to carry out - But what a silly conversation they are having.
voeren - Maar wat een dom gesprek voeren ze.
about - Fixed-to-mobile calls will be about three cents cheaper.
ongeveer - Het bellen van vast naar mobiel wordt ongeveer drie cent goedkoper.
idea - Vincent came up with a nice idea.
idee - Vincent kwam met een leuk idee.
a) sentence b) sense - a) Short sentences are easier to understand.b) Everyone wonders about the meaning of life from time to time.
zin - a) Korte zinnen zijn gemakkelijker te begrijpen.b) Iedereen vraagt zich wel eens af wat de zin van het leven is.
Sunday - On Saturday and Sunday; the show ends at 9:30 p.m.
zondag - Op zaterdag en zondag is de voorstelling om halftien afgelopen.
to believe - He mistakenly believes that tactics are more important than talent.
geloven - Hij gelooft ten onrechte dat tactiek belangrijker is dan talent.
Saturday - On the night of Saturday to Sunday; there was a party.
zaterdag - In de nacht van zaterdag op zondag was er een feest.
to need (to) - They do not have to pay for their medications.
hoeven - Zij hoeven hun medicijnen niet te betalen.
state - The facade was carefully restored to its original state.
staat - De gevel werd zorgvuldig in de oorspronkelijke staat hersteld.
to change - The world has changed tremendously.
veranderen - De wereld is enorm veranderd.
nice - She has a nice job; a nice house and two children.
leuk - Zij heeft een leuke baan; een leuk huis en twee kinderen.
to offer - They offer a nice amount for the property.
bieden - Ze bieden een mooi bedrag voor de woning.
car - He had been waiting for her in his car.
auto - Hij had in zijn auto op haar gewacht.
rest - The rest of the family is coming around; too.
rest - De rest van de familie komt ook nog aan de beurt.
father - Your father and mother will have to pay less tax.
vader - Je vader en moeder hoeven minder belasting te betalen.
family - In the photo was the whole family.
familie - Op de foto stond de hele familie.
exact - The exact dimensions are not yet known.
precies - De precieze afmetingen zijn nog niet bekend.
a) to stab b) to put - a) She stabbed him with the knife.b) He put the key in the lock.
steken - a) Zij stak hem met het mes.b) Hij steekt de sleutel in het slot.
anyway - By the way; he didnt perform too well last season either.
trouwens - Ook vorig seizoen presteerde hij trouwens niet al te best.
to understand - I dont understand who youre always phoning.
begrijpen - Ik begrijp niet naar wie jij altijd zit te bellen.
mother - Her mother gained the deepest respect for her own child during these very months.
moeder - Haar moeder kreeg juist in deze maanden het diepste respect voor haar eigen kind.
to stop - He stopped several times to let her enjoy the view.
stoppen - Hij stopte enkele keren om haar te laten genieten van het uitzicht.
member - Twenty years the couple has been members of the carnival society.
lid - Twintig jaar is het echtpaar lid van de carnavalsvereniging.
to supply - The goods were never delivered but the customers lost their money.
leveren - De goederen werden nooit geleverd maar de klanten waren wel hun geld kwijt.
low - You can pay high or low salaries.
laag - Je kunt hoge of lage salarissen betalen.
to show - The house showed the marks of their abrupt departure.
tonen - Het huis toonde de sporen van hun abrupte vertrek.
in which - A square is also a special rhombus: it is a rhombus in which all angles are equal.
waarbij - Een vierkant is ook een bijzondere ruit: het is een ruit waarbij alle hoeken gelijk zijn.
to talk - We talked to your wife about the house.
praten - We hebben met uw vrouw gepraat over het huis.
form - Administratively; the project takes the form of a foundation.
vorm - Het project heeft bestuurlijk de vorm van een stichting.
herself; himself; itself; yourself; themselves - How do you rate yourself politically?They thought they were pretty good.
zichzelf - Hoe schat u zichzelf in in politiek opzicht?Ze vonden zichzelf best goed.
the same - Its the same wallpaper my grandmother had.
hetzelfde - Het is hetzelfde behang als mijn oma had.
really; on the contrary - Its just nice if you come.
juist - Het is juist leuk als je komt.
metre - The pit was at least five meters deep and nearly 30 meters long.
meter - De put was zeker vijf meter diep en bijna 30 meter lang.
role - They played their part and achieved their goal.
rol - Ze hebben hun rol gespeeld en hun doel bereikt.
price - The average price is between 150 and 300 euros.
prijs - De gemiddelde prijs ligt tussen de 150 en 300 euro.
to count - Researchers found a way to catch; name and count all the insects.
tellen - Onderzoekers vonden een manier om alle insecten te vangen; te benoemen en te tellen.
to react - To envy and hypocrisy I respond briskly.
reageren - Op afgunst en schijnheiligheid reageer ik kordaat.
whose - This is information whose reliability cannot always be verified.
waarvan - Dat is informatie waarvan de betrouwbaarheid niet altijd kan worden geverifieerd.
boy - The boys went to the beach on their bikes.
jongen - De jongens gingen op de fiets naar het strand.
on which - On what do you base that assumption?
waarop - Waarop baseer je die veronderstelling?
service - I would like you to do me a favor.
dienst - Ik zou graag willen dat je me een dienst bewees.
of it - That looks delicious; can I have a piece of it too?
ervan - Dat ziet er lekker uit; mag ik ook een stukje ervan?
to turn - Very slowly her eyes turned down and looked at me.
draaien - Heel langzaam draaiden haar ogen omlaag en keken naar mij.
to call - Hello! I called out; waving both my hands as well.
roepen - Hallo! riep ik en zwaaide ook nog met allebei mijn handen.
therefore; for that - He wanted a new job and needed the president to do it.
daarvoor - Hij wilde een nieuwe baan en had daarvoor de voorzitter nodig.
happy - As long as we win; everyone is happy.
gelukkig - Zolang we winnen; is iedereen gelukkig.
to send - He sends me a text message every day.
sturen - Hij stuurt mij elke dag een smsje.
to carry - Then he carried his seven garbage bags to the curb.
dragen - Daarna droeg hij zijn zeven vuilniszakken naar de stoeprand.
to sell - At the market there is a stall where they sell candy.
verkopen - Op de markt staat een kraam waar ze snoep verkopen.
result - The result of the investigation confirms all stories of malpractice and tampering.
resultaat - Het resultaat van het onderzoek bevestigt alle verhalen over wanpraktijken en gesjoemel.
minute - Five minutes later I was assured that the matter would be settled.
minuut - Vijf minuten later werd me verzekerd dat de zaak geregeld zou worden.
nothing - I dont believe that you wanted this for yourself.
niks - Ik geloof er niks van dat je dit zelf wilde.
to disappear - One by one; my friends disappeared home.
verdwijnen - Een voor een verdwenen mijn vrienden naar huis.
with it; besides - I dont have time for that right now; and in the process I dont feel like it.
daarbij - Ik heb daar nu geen tijd voor en daarbij heb ik er ook niet zoveel zin in.
total - The total number of miles traveled last year exceeded 9 billion.
totaal - Het totale aantal afgelegde kilometers was vorig jaar groter dan 9 miljard.
mostly - This afternoon; with the exception of a shower; it will remain mostly dry.
meestal - Vanmiddag blijft het op een bui na meestal droog.
success - The odds of failure are greater than those of success.
succes - De kansen op een mislukking zijn groter dan die op een succes.
to decide - We decided to make bread and head out.
besluiten - We besloten brood te smeren en op pad te gaan.
to cost - Those measures cost money.
kosten - Die maatregelen kosten geld.
street - Most of the houses on this street are well maintained.
straat - De meeste huizen in deze straat zijn goed onderhouden.
parent - All the children had brought their parents to school.
ouder - Alle kinderen hadden hun ouders meegenomen naar school.
to organize - She is organizing a benefit concert to raise money for food.
organiseren - Zij organiseert een benefietconcert om geld in te zamelen voor voedsel.
special - The special exhibition attracted a lot of attention.in particular; in particular: Meals are of excellent quality in particular the fish dishes.
bijzonder - De bijzondere tentoonstelling trok veel aandacht.in het bijzonder; in het bijz.: Maaltijden zijn van prima kwaliteit in het bijz. de visschotels.
eight - I have to have eight hours of sleep a day.
acht - Ik moet acht uur slaap per dag hebben.
to last - The work will start on February 6 and is expected to last until the summer vacations.
duren - De werkzaamheden starten op 6 februari en duren vermoedelijk tot in de zomervakantie.
water - Some firefighters penetrated the building and sprayed it with water.
water - Enkele brandweerlieden drongen het gebouw binnen en spoten het onder water.
to point - At first glance; nothing indicates malicious intent.
wijzen - Op het eerste gezicht wijst niets op kwade opzet.
correct; deserved - He was the rightful winner.
terecht - Hij was de terechte winaar.
to form - The chosen artists form a close-knit unit.
vormen - De gekozen artiesten vormen een hechte eenheid.
person - He reserved a table for three.
persoon - Hij reserveerde een tafel voor drie personen.
probably - Probably the work will be finished next week.
waarschijnlijk - Waarschijnlijk is het werk volgende week klaar.
seven - She scored seven times for the provincial team last week.
zeven - Zij scoorde vorige week zeven keer voor de provinciate ploeg.
as a result of which - No decisions are being made which leaves issues unresolved.
waardoor - Er worden geen knopen doorgehakt waardoor zaken blijven liggen.
to sound - In the meadows; the mooing of cattle sounded.
klinken - In de weilanden klonk het loeien van vee.
period - Today is heavily cloudy with periods of drizzle.
periode - Vandaag is het zwaar bewolkt en er zijn perioden met motregen.
to notice - I found that I enjoyed participating.
merken - Ik merkte dat ik het leuk vond om mee te doen.
half - Half of your salary goes to taxes.
helft - De helft van uw loon gaat naar belastingen.
right - But the rights of the child go hand in hand with the rights of the individual.
recht - Maar de rechten van het kind gaan gepaard met de rechten van het individu.
to set up - The exhibit was designed playfully to make it fun for children as well.
opzetten - De tentoonstelling werd speels opgezet om het ook voor kinderen leuk te maken.
use - The use of biofuel for cars is encouraged.
gebruik - Het gebruik van biobrandstof voor autos wordt gestimuleerd.
feeling - The book has an ending that gives the reader a sense of relief.
gevoel - Het boek heeft een slot dat de lezer een gevoel van opluchting geeft.
statue - There was a stone statue in the garden.
beeld - Er stond een stenen beeld in de tuin.
ground - They build a house on his fathers land.
grond - Ze bouwen een huis op de grond van zijn vader.
normal - On a normal day; nothing like this happens.
normaal - Op een normale dag gebeurt zoiets niet.
to build - Homes may soon be built.
bouwen - Binnenkort kunnen er woningen worden gebouwd.
son - The couple had a son and two daughters.
zoon - Het koppel kreeg een zoon en twee dochters.
door - We left and pulled the door of the house shut behind us.
deur - Wij gingen weg en trokken de deur van het huis achter ons dicht.
red - The flashing light replaces the red light on the tower.
rood - Het knipperlicht vervangt het rode licht op de toren.
to start - The fire is believed to have been started by a short circuit.
ontstaan - De brand is vermoedelijk ontstaan door kortsluiting.
girl - They are girls of 7 and 8 and a boy of less than a year old.
meisje - Het gaat om meisjes van 7 en 8 en een jongetje van nog geen jaar oud.
enormous - This sector experienced tremendous growth last year.
enorm - Deze sector kende vorig jaar een enorme groei.
night - It was already deep into the night when he finally arrived home.
nacht - Het was al diep in de nacht toen hij eindelijk thuiskwam.
although - The company performed nicely in our country; although sales remained at the same level.
hoewel - Het bedrijf presteerde aardig in ons land; hoewel de omzet op hetzelfde niveau bleef.
your - We look forward to receiving your cover letter and resume in Dutch.
uw - Graag zien we uw sollicitatiebrief en cv in het Nederlands tegemoet.
equal - She divided the apple into two equal halves.
gelijk - Zij verdeelde de appel in twee gelijke helften.
to forget - After a week; everyone had forgotten what had happened.
vergeten - Na een week was iedereen vergeten wat er gebeurd was.
to reach - They turned left and reached the top of another hill three kilometers away.
bereiken - Ze sloegen linksaf en bereikten drie kilometer verderop de top van een andere heuvel.
general - Yet behind this general picture are some differences.
algemeen - Achter dit algemene beeld gaan toch enkele verschillen schuil.
to suit - They are an excellent fit and complement each other in important ways.
passen - Zij passen uitstekend bij elkaar en vullen elkaar op belangrijke punten aan.
to focus - He is focusing on his career from now on.
richten (zich) - Hij richt zich vanaf nu op zijn carrière.
difference - There are some minor differences between the brands.
verschil - Er zijn enkele kleine verschillen tussen de merken.
programme; program - She presented programs on radio and television.The Swiss will include the Tour in his program.
programma - Zij presenteerde programmas op radio en televisie.De Zwitser neemt de Tour in zijn programma op.
to laugh - He behaved nicely and he smiled kindly.
lachen - Hij gedroeg zich aardig en hij lachte vriendelijk.
to grow - I have never heard of a child growing from sugar.
groeien - Ik heb nog nooit gehoord dat een kind groeit van suiker.
to earn - Do you think you can make money with this idea?
verdienen - Denk je met dit idee geld te kunnen verdienen?
to appear - She has not appeared in public since 1988.
verschijnen - Ze verscheen sinds 1988 niet meer in het openbaar.
newspaper - These days I write posts for a newspaper as well as for some magazines.
krant - Ik schrijf tegenwoordig berichten voor een krant alsook voor enige tijdschriften.
to eat - The children bravely eat their fruits and vegetables.
eten - De kinderen eten braaf hun groente en fruit.
number - My mother also lived on this street at number 10.
nummer - Mijn moeder woonde ook in deze straat op nummer 10.
importance - The interest of the team overrides the interest of the individual.in the interest of: They act in the best interest of their daughter.
belang - Het belang van het team gaat boven het belang van het individu.in het belang van: Ze handelen in het belang van hun dochter.
you - What movie did you watch yesterday?
jullie - Welke film hebben jullie gisteren bekeken?
situation - He is in a difficult situation and is sad as a result.
situatie - Hij zit in een moeilijke situatie en is daardoor verdrietig.
kilometre - All cars travel at an average speed of 30 kilometers per hour.
kilometer - Alle wagens rijden met een gemiddelde snelheid van 30 kilometer per uur.
future - They are saving for the future.
toekomst - Zij sparen voor de toekomst.
black - She had a black ribbon tied around her hair.
zwart - Ze had een zwart lint om haar haar gebonden.
to explain - How do you explain the fact that he was home on time and you were not?
verklaren - Hoe verklaar je het dat hij wel op tijd thuis was en jij niet?
hundred - Fewer than three in a hundred voters are still members of a political party.
honderd - Minder dan drie op de honderd kiezers zijn nog lid van een politieke partij.
certain - At certain times you just dont know where you are anymore.
bepaald - Op bepaalde momenten weet je gewoon niet meer waar je bent.
attention - The intention was to draw some more attention to linguistics in this way.
aandacht - De bedoeling was om zo wat meer aandacht te vestigen op de taalkunde.
with which - The thief was carrying a device that allowed him to turn off the store alarm.
waarmee - De dief had een apparaatje bij zich waarmee hij het winkelalarm kon uitschakelen.
therefore - The water heater overheated; causing a fire to start in the kitchen.
daardoor - De boiler raakte oververhit en daardoor ontstond brand in de keuken.
special - She has to eat special foods because of her allergy.
speciaal - Zij moet speciaal voedsel eten in verband met haar allergie.
to decide - In the end; the top of each party decides who will be listed where.
beslissen - Uiteindelijk beslist de top van elke partij wie waar op de lijst komt te staan.
to determine - The taste of beer is determined by the water used.
bepalen - De smaak van bier wordt bepaald door het gebruikte water.
daughter - At the door; he looks back once more at his wife and daughter.
dochter - Bij de deur kijkt hij nog een keer om naar zijn vrouw en dochter.
to place - New windows are being installed in our house.
plaatsen - In ons huis worden nieuwe ramen geplaatst.
a) voice b) vote - a) I hear my own voice on the answering machine.b) The current president received the most votes and was thus re-elected.
stem - a) Ik hoor mijn eigen stem op het antwoordapparaat.b) De huidige president kreeg de meeste stemmen en werd dus herkozen.
French - Bastide is a French name for a newly constructed and fortified settlement.
Frans - Bastide is een Franse benaming voor een nieuw aangelegde en versterkte nederzetting.
to serve (as) - These stripes serve as camouflage in the forests.
dienen - Deze strepen dienen als camouflage in de bossen.
area - The system provides especially good coverage in urban areas.
gebied - Het systeem biedt vooral een goede dekking in stedelijke gebieden.
direction - You are trying to push this discussion in a different direction.
richting - Je probeert deze discussie in een andere richting te duwen.
to leave - As many as seven hours we had to wait to leave.
vertrekken - Maar liefst zeven uur moesten we wachten om te kunnen vertrekken.
to open - He opened the door and closed it soundlessly behind him.
openen - Hij opende de deur en sloot die geluidloos achter zich.
a) to occur b) to prevent - a) Listeners think of three keywords that should appear in the poem.b) We need to avoid making him feel left out.
voorkomen - a) De luisteraars bedenken drie trefwoorden die in het gedicht moeten voorkomen.b) We moeten voorkomen dat hij zich buitengesloten voelt.
death - Death always comes unexpectedly.
dood - De dood komt altijd onverwacht.
to miss; to lack - The team itself lacked creativity to break open the game.
missen - Het team zelf miste creativiteit om het spel open te breken.
tomorrow - Today it didnt work out; but tomorrow we will try again.
morgen - Vandaag is het niet gelukt; maar morgen gaan we het opnieuw proberen.
answer - The information on the board answers these questions.
antwoord - De informatie op het bord geeft op deze vragen antwoord.
to be called - The company has been around since 1984; but was called something else at the time.
heten - Het bedrijf bestaat al sinds 1984; maar heette destijds anders.
personal - The drummer left the band for personal reasons.
persoonlijk - De drummer verliet de band om persoonlijke redenen.
example - The example shows a bag with ten marbles.
voorbeeld - In het voorbeeld ziet u een zak met tien knikkers.
weekend - We always eat at the table; during the week and on weekends.
weekend - Wij eten altijd aan tafel; doordeweeks en in het weekend.
to succeed - If he succeeds in his mission he will receive 300 million dollars
slagen - Als hij slaagt in zijn opdracht krijgt hij 300 miljoen dollar
goal - The purpose of spyware is usually to make money.
doel - Het doel van spyware is meestal om geld te verdienen.
to apply - That measure is for 21 days.
gelden - Die maatregel geldt voor 21 dagen.
to step - She stepped toward the center.
stappen - Ze stapte in de richting van het centrum.
light - Light was shining through the window.
licht - Er scheen licht door het raam.
ready - When he finished; another boy took his place.
klaar - Toen hij klaar was; nam een andere jongen zijn plaats in.
music - Dutch choirs performing Russian music; song or dance are wildly popular.
muziek - De Nederlandse koren die Russische muziek; zang of dans brengen; zijn razend populair.