Chapter 5 SP Flashcards
discrimination
positive or negative behaviour towards a social group
discrimination against one group = discrimination in favor of another
oke
prejudice
positive or negative evaluations about a group
differences stereotype, prejudice en discrimination
stereotype: gaat over characteristics
prejudice: evaluations about a group
discrimination: behaviour
prejudice hot and cold
hot: echt haat, actief
cold: hebben gewoon niet what it takes, calm assumptions
stereotypes can be changed, but takes a long time
oke
social group =
2 or more people that share one common characteristic that is socially relevant to them or others
race =
largely social construct without any biological meaning
negative effects of social categorization
- ingroup mensen als meer similar zien
- verschillen tussen groepen groter zien
stereotypes: origine als pictures in the head
oke
nadelen positive stereotypes
- differences between groups
- unreasonable standards
- uiteindelijk weakness voor die groep
hoe kunnen stereotypes ontstaan
- self-sorting: je zoekt mensen op die hetzelfde zijn als jij.
- soms ook doordat mensen zelf inner conflict hebben -> dan liever op anderen afreageren
- door personal experience: maar dan vaak alleen letten op uitschieters
- door de social roles van die personen, dan wordt het aangenomen als inner characteristic
- one person = negative -> dan gelijk hele groep (salience!! we onthouden het extreme)
illusory correlation
correlatie zien tussen 2 dingen die er helemaal niet zijn
correspondence bias
= fundamental attribution error
eerste impressie kan grote invloed hebben experiment / bewijs
russians denken nog steeds dat caucasians heel heftig zijn naar vrouwen, van vroeger