Chapter 5 Flashcards
Wat is de definitie van coping volgens Lazarus?
Lazarus heeft met zijn medewerkers (vooral Folkman) de eerste definities van coping gegeven. Aansluitend op de definitie van stress, zoals gegeven in hoofdstuk 3 van het tekstboek, wordt coping hier gedefinieerd als ‘de manier waarop mensen proberen de waargenomen discrepantie tussen de eisen van een situatie en de eigen mogelijkheden om daaraan te voldoen te hanteren’.
Welke zijn de twee belangrijkste vormen van coping die te onderscheiden zijn? Waardoor onderscheiden beide vormen van coping zich van elkaar?
Lazarus et al. hebben de verschillende manieren van omgaan met stress ingedeeld in twee hoofdcategorieën: probleemgerichte coping en emotiegerichte coping. De eerste manier is erop gericht om het probleem dat stress veroorzaakt aan te pakken. Het doel is dus de oorzaak van het probleem weg te nemen. Door het probleem op te lossen, lost men ook de stress op die door dit probleem wordt veroorzaakt. De strategieën die tot de emotiegerichte categorie behoren, hebben als doel de emotionele stressreactie te beperken door bijvoorbeeld tegen jezelf te zeggen: ‘Ach, er zijn ergere dingen in de wereld’ of naar een soap te kijken voor afleiding. Het is duidelijk dat deze laatste categorie vaker gebruikt zal worden als de persoon niet gelooft in mogelijkheden om aan het probleem zelf iets te kunnen doen. In tegenstelling tot de probleemgerichte strategieën, die zich meestal kenmerken door aandacht voor het probleem, is bij emotiegerichte coping vaak sprake van vermijding van het probleem.
Welke strategie van coping is de beste, probleemgericht of emotiegericht?
Welke strategie de beste is, is voor een groot deel afhankelijk van het probleem. Men kan niet zeggen dat een bepaalde strategie altijd de beste is. Als het probleem oplosbaar is, zal probleemgerichte coping vaak de beste optie zijn. Als er echter sprake is van een situatie of stressor die niet te veranderen is, kan emotiegerichte coping soms de betere optie zijn. Vaak gebruiken mensen meerdere strategieën tegelijkertijd. Kinderen moeten de verschillende strategieën grotendeels nog leren, vooral het gebruik van emotiegerichte coping. Vrouwen en ouderen gebruiken relatief meer emotiegerichte coping.
Er zijn verschillende manieren om iemand minder gevoelig voor stress te maken. Noem de belangrijkste manieren.
De belangrijkste manieren om iemand minder gevoelig voor stress te maken zijn:
het vergroten van sociale steun
- het vergroten van gevoel van persoonlijke controle
- het managen van interpersoonlijke problemen (in het bijzonder door assertief te zijn)
- het verhogen van lichamelijke fitheid
- het trainen in time management (efficiënt omgaan met de beperkte tijd die men heeft).
- Tot slot kan het vaak nuttig zijn om psychisch al enigszins voorbereid te zijn op mogelijke toekomstige problemen.
Hoe hangt lichamelijke fitheid samen met minder stressgevoeligheid?
Het verhogen van de lichamelijke fitheid door veel lichamelijke beweging lijkt een dempend effect te hebben op stressgevoeligheid: hartslag en bloeddruk in rust worden lager, sommige onderzoeken vinden ook als effect een lagere cardiovasculaire reactiviteit bij stress en een sneller herstel na stress. Hoewel onderzoek over het algemeen positieve relaties tussen lichamelijke activiteit en fitheid en de gezondheid laat zien, ook na stress, moet er wel altijd kritisch gekeken worden naar de causaliteit in dit soort onderzoeken: leidt lichamelijke fitheid tot minder grote stressreactiviteit? Of zijn mensen die zich beter voelen en minder stress ervaren, eerder geneigd te gaan sporten? In het algemeen wordt door veel lichamelijke beweging en een betere lichamelijke fitheid de algehele gezondheid beter.
Er bestaan verschillende stressmanagementmethoden waarmee stress gehanteerd en verlaagd kan worden. Noem de belangrijkste methoden.
- Medicatie
- Ontspanningstechnieken zoals progressive muscle relaxation
-systematic desensitazing(klassieke conditinering, omkeren van negatief gevoel bij iets naar positief of relaxt gevoel)
-Biofeedback
-Modeling
-cognitieve gedragstherapie. Cognitieve herstructurering.
-Massage, hypnose en meditatie.
Meestal werkt een combinatie van technieken het beste.
Bespreek de belangrijkste gedragstechnieken om de stressreactie te verminderen.
Een vaak toegepaste techniek is de zogenaamde progressieve spierrelaxatie-methode. Hierbij worden systematisch spiergroepen aangespannen en vervolgens ontspannen. Het gevolg is inderdaad vaak ook een meer ontspannen psychische toestand.
Deze techniek wordt vaak in combinatie toegepast met systematische desensitisatie. Deze methode is gebaseerd op klassieke conditionering, waarbij specifieke angsten die met een stressor gepaard gaan, systematisch (allereerst een zeer milde variant van de stressor en langzaam oplopend tot de meest bedreigende variant) worden afgeleerd en vervangen door een ontspanningsreactie (zie ook figuur).
iofeedback is ook gebaseerd op fysiologische ontspanning, maar berust op operante conditionering. Aan de hand van terugkoppeling van een apparaat dat de fysiologische spanning (arousal) meet, leren de personen hoe zij de hartslag en/of bloeddruk omlaag kunnen brengen of bepaalde spieren kunnen ontspannen. Kinderen zouden dit met behulp van biofeedback beter kunnen dan volwassenen.
Bij modeling, ook wel sociaal of observationeel leren genoemd, leert men te ontspannen door iemand anders te observeren die zich in een bepaalde situatie ontspant. Ook dit wordt hiërarchisch (van milde naar meer bedreigende varianten) toegepast, net als bij systematische desensitisatie.
Bespreek de belangrijkste technieken die zich richten op de cognitieve processen.
Er zijn verscheidene technieken die zich richten op het cognitief herstructureren van gedachten en overtuigingen: deze worden omgebogen van onrealistisch/stressbevorderend en negatief naar meer realistisch/positief. De cognitieve therapie van Beck is hier een voorbeeld van en is vooral bij depressie met succes toegepast. Ook deze techniek probeert negatieve en verkeerd gebruikte gedachtepatronen te veranderen in positieve gedachtepatronen.
Een andere cognitieve benadering is gericht op het oplossen van problemen in het dagelijks leven. Bij deze problem-solving training leren mensen een strategie om op effectieve wijze dagelijkse problemen op te lossen.
Stressinoculatietraining is meer gebaseerd op het aanleren van stressreducerende vaardigheden, dat wil zeggen: naast relaxatie, desensitisatie, enzovoort, het kunnen toepassen van adequate probleemgerichte en/of emotiegerichte coping bij uiteenlopende situaties.
Waar hoort de methode meditatie binnen de verschillende soorten stressmanagement volgens het tekstboek?
Meditatie wordt in het tekstboek samen genoemd met massage en hypnose. De laatstgenoemde techniek is slechts bij een klein deel van de bevolking goed toepasbaar, omdat maar een deel van de mensen goed hypnotiseerbaar is. Meditatie en massage kunnen ook als relaxatietechnieken worden gezien. De drie methoden worden in het tekstboek bij elkaar geplaatst omdat ze alle drie kunnen resulteren in een veranderde staat van bewustzijn.
Wat is multimodale therapie?
Multimodale therapie (multidimensional approach) gebruikt naar believen een combinatie van alle bovenstaande technieken, afhankelijk van de persoon en (aspecten van de) situatie waarin deze persoon verkeert. Bepaalde combinaties van de bovengenoemde technieken zijn bijvoorbeeld toegepast op het reduceren van het risico op en de behandeling van specifieke stressgerelateerde ziekten, zoals coronaire hartziekten en hypertensie.
Welke multimodale therapieën zijn effectief gebleken voor het beïnvloeden van type A-gedrag en het verlagen van cholesterol en bloeddruk?
Multimodale therapie, bestaande uit spierrelaxatie, RET en stressinoculatietraining, is met succes ingezet om het type A-gedrag te reduceren en de bloeddruk en cholesterol te laten dalen (maar niet cardiovasculaire reactiviteit op stresstaken, hetgeen ook een risicofactor is voor hart- en vaatziekten). Preventief worden stressmanagementmethoden nog niet op grote schaal toegepast door onder andere de relatieve nieuwheid en onbekendheid ervan en door de kosten die deze methoden met zich meebrengen. Ook zijn er veel mensen die niet aan een dergelijk programma meedoen wanneer dit beschikbaar is, of hieruit vroegtijdig uitvallen.
Stel, iemand vindt in een onderzoek een relatie tussen sociale steun en lichamelijke gezondheid die onafhankelijk is van hoeveel stress iemand meemaakt. Zo’n bevinding vormt steun voor de
direct-effect hypothese
Wat zijn de drie deelaspecten van het concept ‘hardiness’?
- Gevoel van persoonlijke controle
- Betrokkenheid bij groepen, gemeenchap etv
-Uitdaging/doelen stellen.
De ‘indirecte route’ tussen stress en ziekte houdt in dat het proces gaat via
Gedrag
In vergelijking met vrouwen hebben mannen gemiddeld
grotere sociale netwerken