Begrippen thema 1 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Compliance

A

Therapietrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Congenitale afwijkingen

A

Afwijkingen in ziekten die ontstaan door geboorte afwijkingen of abnormale groei en ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Epidemiologie

A

Wetenschap die de frequentie van ziekten bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Etiologie

A

Wetenschap die de oorzaken van ziekten bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Incidentie

A

Term uit de epidemiologie: het aantal nieuwe gevallen waarbij een bepaalde aandoening optreedt in een bepaalde tijdsperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geest-lichaam probleem

A

De kwestie hoe lichaam en geest samenhangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Morbiditeit

A

Ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mortaliteit

A

Sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pineal gland

A

Epifyse/pijnappelklier: hormoonklier in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prevalentie

A

Term uit de epidemiologie: aantal gevallen met een bepaalde aandoening op een bepaald moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bijnieren

A

klier die een aantal hormonen produceert bv adrealine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Longblaasjes

A

deel van de longen waar zuurstof en kooldioxide uitwisseling met het bloed plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Humorale afweer

A

afweer door vorming en vernietiging van antigen en anti-lichaam complexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Antigeen

A

Lichaamsvreemde stoffen die het vermogen hebben om in het lichaam antistoffen op te wekken en hier een binding mee aan te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Atherosclerose

A

Voortschrijdend proces waarbij vetachtige stoffen in de wand van de slagaders worden afgezet, die daardoor langzaam vernauwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Arteriosclerose

A

slagaderverharding

17
Q

B lympfocyt

A

Witte bloedcel die centrale rol speelt in de humorale afweer

18
Q

Bronchien

A

Vertakking van de luchtpijp

19
Q

Bronchioli

A

Kleine vertakkingen van de bronchiën

20
Q

Capilliairen

A

haarvaatjes

21
Q

Cellulaire afweer

A

Afweersysteem op celniveau waarbij T lymfocyten lichaamsvreemde stoffen onschadelijk maken

22
Q

Cerebellum

A

Kleine hersenen

23
Q

Twaaldvingerige darm

A

Verbinding tussen maag en dunne darm; wordt ook wel beschouwd als eerste deel van de dunne darm, plaats van secretie van alvleesklierzymen

24
Q

Rode bloedcellen

A

bloedcellen die vooral voor transport van zuurtstof zorgen

25
Q

Limbisch systeem

A

Groep van hersenkernen

26
Q

Lymfeknopen

A

vloeistofreinigende organen

27
Q

Alvleesklier

A

Belangrijke bron van spijsverteringsenzymen

28
Q

Fagocyten

A

Witte bloedcellen, onderdeel van aspecifiek imuunsysteem

29
Q

Hypofyse

A

Hersenaanhangsel, vormt hormonale schakel tussen centrale zenuwstelser en de endocriene klieren

30
Q

Zwezerik

A

Hormoonproducerende klier

31
Q

Schildklier

A

Hormoon producerende klier