Begrippen thema 4 Flashcards
Alogenic/algogeen
Pijn veroorzakend
Analgesia/Analgesie
Ongevoeligheid voor pijn
Analgesic/Analgeticum
Pijnopheffend geneesmiddel
Causalgia/Causalgie
Hevige pijn in het uitbreidingsgebied van een gevoelszenuw, meestal na verwonding in de omgeving van de zenuw
endogene pijnstillers
Pijnstillers die in het lichaam worden aangemaakt
Ischemie
Plaatselijke bloedeloosheid door belemmering van de bloedtoevoer bijvoorbeeld door een embolie
Myofaciale pijn
Pijn in de spieren van het hoofd, nek en soms rug
Neuralgie
Zenuwpijn, meestal bij aanvallen optredende pijn in het gebied van een gevoelszenuw
Afferente zenuwuiteinden
Deze zorgen voor de waarneming van schadelijk uitwendige invloeden, meestal door pijn gewaarwording
Periaqueductal gray area
gebied in de middenhersenen
Percieving
Waarnemen/bemerken
Referred pain/verwezen pijn
Pijn die op een andere plaats in het lichaam wordt gevoeld dan daar waar de oorsprong van de pijn is
Serotonine
neurotransmitter
Analgesics
Op het perifere of centrale zenuwstelsel werkende pijnstiller
Counter-irritatie
Reduceren van een pijnbeleving door de ene pijn te vervangen door een andere