Casus 8 Flashcards

1
Q

Je bent AIOS cardiologie. Een 34-jarige man met blanco cardiale voorgeschiedenis is naar je spreekuur verwezen in verband met een positeieve familieanamnese voor plotse hartdood

A
  • cardiomyopathieën
  • hartritmestoornissen
  • familaire hypercholesterolemie (FH)
  • myocardinfarct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cardiomyopathieën

A

hartspier is structureel en functioneel abnormaal
- meestal monogenetisch
- autosomaal dominante overerving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soorten cardiomyopathieën

A
  • hypertrofische cardiomyopathie (HCM)
  • gedilateerde cardiomyopathie (DCM)
  • aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie (ARVC)
    Restrictieve cardiomyopathie
  • non-compactie cardiomyopathie (NCCM)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypertrofische cardiomyopathie (HCM)

A

= verdikking van de hartspier met een wanddikte van 15mm of emer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HCM symptomen

A
  • dyspnoe d’effort
  • POB
  • palpiaties
  • syncope
  • belangrijke oorzaak van plotse hartdood <35 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gedilateerde cardiomyopathie (DCM)

A

= dilatatie van de hartspier-> vermindering systolische linkerventrikelfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DCM symptomen

A
  • hartfalen
  • ritmestoornissen
  • geleidingsstoornissen
  • plotse hartdood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie (ARVC)

A

= progressieve vervanging van myocardweefsel door vet- en fibreus weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ARVC symptomen

A
  • harritmestoornissen
  • sysotlische hartfalen
  • plotse hartdood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Restrictieve cardiomyopathie

A

= systolische functie van het hart normaal is, maar gestoorde vulling is van de ventrikels
-> uit zich met hartfalen met een slechte prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Non-compacte cardiomyopathie (NCCM)

A

= hartspierweefsel verdikt is met diepe groeven in de spierlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NCCM symptomen

A
  • hartfalen
  • ritmestoornissen
  • systemische embolieën
  • plotse hartdood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diagnose cardiomyopathie

A
  • echocardiografie
  • ECG-afwijkingen
  • familieanamnese
  • DNA-onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Familiaire hypercholesterolemie (FH)

A

= mutatie in LDL-receptoren -> LDL-cholesterolwaarde in het bloed sterk verhoogd is
-> autosomaal dominante aandoening (kan opgespoord worden met DNA-analyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

symptomen FH

A
  • peesxanthomen
  • arcus lipoides <45 jaar
  • sterk verhoogde kans op atherosclerose
  • hart- en vaatziekten
  • plotse hartdood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

behandeling FH

A
  • cholesterolsyntheseremmer
  • risicofactoren voor hart-en vaatziekten behandelen: roken, hypertensie
17
Q

harritmestoornissen klachten

A
  • duizeligheid
  • flauwvallen
  • hartkloppingen
  • plotse hartdood
18
Q

hartritmestoornissen soorten

A
  • lang QT syndroom
  • Brugada-syndoorm
    -> dit zijn erfelijke hartritmestoornissen
19
Q

hartritmestoornissen diagnostiek

A
  • DNA-onderzoek
  • ECG
  • holteronderzoek
  • inspanningstest
  • provocatietest
20
Q

harritmestoornis behandeling

A
  • plaatsen ICD bij zichtbare ECG afwijkingen