Anale Fissuur - Proctologie Flashcards

1
Q

Wat is een anale fissuur?

A

Defect of ulceratie in de heel distale anale mucosa die zich op verschillende manieren kan manifesteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Evolutie van een anale fissuur? (3)

A
  1. Pré-fissuraire status
  2. Acute anale fissuur
  3. Chronische anale fissuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symptomen pré-fissuraire status (2)

A

Klagen over branderige pijn tijdens en kort na defecatie en streepje bloed op wcpapier. Geneest spontaan of kan verder evolueren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Symptomen van de acute anale fissuur (3)

A

Plots anale pijn (scheur, branderigheid) in 3 tijden.
Geen nachtelijke pijn.
Streepje bloed op papier en reflectoir soms obstipatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bedoelt men met anale pijn die verloopt in 3 tijden?

A

De pijn wordt uitgelokt tijdens defecatie, nadien verdwijnt ze gedurende enkele minuten om dan terug te komen en verschillende uren aan te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klinisch onderzoek bij de acute anale fissuur? (2)

A
  1. Opvallende sfinctercontractuur van de interne anale sfincter (RT niet mogelijk)
  2. Spreiden billen en persen brengt een ulceratie in beeld die zich typisch op 12u (posterieur) of 6u (anterieur, meer bij vrouw) bevindt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarop wijst een ulceratie die zich niet op 12u of 6u bevindt?

A

Wordt meer gezien in het kader van ziekte van Crohn, anaal carcinoom of SOA’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Symptomen chronische anale fissuur?

A

Minder intense pijnklachten en ze duren minder lang na defecatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Klinisch onderzoek van de chronische anale fissuur? (4)

A
  1. Fissuur met witte bodem en met verheven randen.
  2. Meestal op 12u
  3. Vaak een mariske en een hypertrofe papil aan de binnenrand van de fissuur op de linea dentata.
  4. RT is mogelijk maar meestal wel een milde sfinterhypertonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling van de anale fissuur. (4)

A
  • Regularisatie van de transit door vezelrijke voeding of osmotisch laxativum.
  • Bij een acute anale fissuur pijnbestrijding (lidocaïne of isosorbidedinitraatzalf wel hoofdpijn) en opheffen van de sfinctercontractuur.
  • Bij chronische anale fissuur ook nitratenzalf.
  • Bij falen van conservatieve therapie: partiële myotomie van de inwendige sluitspier (risico op sfincterdefecten met FI)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pluspunten (2) en nadeel (1) aan een isosorbidedinitraatzalf?

A
  1. Relaxerend effect op de inwendige sluitspier
  2. Doorbloeding van de niet-genezende ulceratie verbetert.
    Hoofdpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly