9 Mengen, Zahlen, Maße Flashcards
1
Q
de hoeveelheid
de hoop, de grote hoeveelheid
de mensenmassa, de menigte
A
die Menge
2
Q
het deel
A
der Teil
3
Q
enkele
A
ein paar
4
Q
afhankelijk van, al naargelang, naargelang
A
je nach
5
Q
elk, ieder, telkens
A
je
6
Q
hoe… des te
A
je… desto
7
Q
elk
A
jeweils
8
Q
inclusief, ingesloten
A
inklusive
inbegriffen
9
Q
de inhoud
A
der Inhalt
10
Q
bevatten, behelzen
A
enthalten
11
Q
heel, totaal, geheel
A
gesamt
12
Q
leeg
A
leer
13
Q
alle, allemaal
A
sämtlich
alle
14
Q
volstaan, genoeg zijn
A
genügen
reichen
15
Q
in totaal
A
insgesamt