5.1 - Eten, drinken Flashcards
de honger
la fame
eten
mangiare
het brood
il pane
de pasta
la pasta
het meel, de bloem
la farina
de dorst
la sete
drinken
bere
het water
het mineraalwater
l’acqua (f)
l’acqua minerale (f)
de melk
il latte
de citroenlimonade
la limonata
het vlees
la carne
de schnitzel
la cotoletta
de vis
il pesce
de tonijn
il tonno
de kaas
il formaggio
de consumptie, het verbruik
il consumo
consumeren, verbruiken
consumare
de groente
la verdura
vinden, aantreffen
trovare
de salade, de sla
l’insalata (f)
het fruit
la frutta
de vegetariër (m/v)
il vegetariano / la vegetariana
vegetarisch
vegetariano / vegetariana
het broodje
il panino
de croissant
il cornetto
de worst (charcuterie)
il salame
de worst (om te bakken)
la salsiccia
de ham
il prosciutto