16.1 - Telecommunicatie Flashcards
1
Q
de telecommunicatie
A
la telecomunicazione
2
Q
het telefoontje, het telefoongesprek
A
la telefonata
3
Q
dringend
A
urgente
4
Q
het telefoonboek
A
l’elenco telefonico (m)
5
Q
de telefoonkaart
A
la scheda telefonica
6
Q
de telefoon
A
il telefono
7
Q
het telefoonnummer
A
il numero (di telefono)
8
Q
het nummer kiezen
A
fare il numero
9
Q
Sorry, ik heb een verkeerd nummer gekozen.
A
Scusi, ho sbagliato numero.
10
Q
de mobiele telefoon
de gsm (fam)
A
il cellulare
il telefonino
11
Q
bellen, telefoneren
A
telefonare
12
Q
de telefooncel
A
la cabina telefonica
13
Q
Hallo! (aan de telefoon)
A
Pronto!
14
Q
de communicatie
A
la comunicazione
15
Q
onderbreken
A
interrompere