4.3 graft vs host Flashcards
graft vs host
omgekeerde afstoting
je wilt wel dat dit er is zodat het tegen de slechte dingen kan richten maar gaat ook tegen gezonde weefsels.
bij allogene hemtapoietische stamceltransplantatie.
HSC-translplantatie
donor geeft HBC cellen voor herstel van hematopoiese
en T en NK cellen als therapie tegen de ziekte.
wanneer kan GVHD ontstaan
- transplantaat bevat immunocompetente T cellen
- donor en ontvanger zijn HLA-incompatibel
- ontvanger is immunodeficiënt.
gen locus allel
gen: stukje chromosoom dat codeerd voor 1 erfelijk eigenschap
locus: plaats waar een gen op een chromosoom ligt
allel: bepaalde variant/versie van een gen
HLA klasse 1 (ABC)
alle kernhoudende cellen, intracellulaire antigenen, peptiden van 8-11 aminozuren, presentatie aan CD8+ T cellen
HLA klasse 2 (DP, DQ, DR)
speciale APC, extracellulaire antigenen, peptiden van 9-30 aminozuren, presentatie aan CD4+ T cellen
alloreactiviteit
herkennen van vreemd MHC en een directe reactie hierop
matching kan dit voorkomen
MiHA
minor histocompatibility antigens
non MHC antigenen
veroorzaken T-cel responsen bij mismatch donor-ontvanger
spelen een rol bij afstotingsreacties en GVHD.
bijv. H-Y antigeen
pathogenese acute GVD
- weefselschade door conditionering
- activatie van APCs van de patient
- presentatie van antigenen door APCs aan donor T lymfocyten
- activatie van donor T lymfocyten met als gevolg cytokineproductie
- toename van weefselschade door oa cytotoxische Tcellen, NKcellen, en inflammatoire cytokines.
target organen GVHD
30-50%
huid: schilfering tot blaarvorming
darm: verdwijnen darmepitheel
lever: geelzucht
verdere klachten: koorts, algehele malaise.
GVHD behandeling
prednison behandeling
second line: immunosuppressie
chronische GVHD
lastigere pathofysiologie :(
lijkt op auto-immuun ziekte, is het niet
behandeling: prednison en evt. rituximab etc. vooral heen erg multidisiplinair en kijken naar specifieke stukjes waarvan klachten komen.
40-60%
begint bij afbouwfase van immunosuppressiva
pleomorf ziektebeeld, vrijwel elk orgaan aangetast. mn: huid, ogen, mond, oesophagus, long en lever
minder gevaarlijk maar wel QALY minder.
voorkomen GVHD
- depletie T-cellen uit transplantaat voorafgaand aan de transplantatie
- behandeling patient met immunsuppressieve geneesmiddelen.
lastig om T cellen helemaal weg te doen omdat het dan ook niet werkt tegen de ziekte van de patient. dus je wilt zo min mogelijk maar wel nog genoeg om het als therapie te gebruiken. is een balans.
cyclophosphamide
post-trasplantatie
alle super snelle T-cel proliferatie gaan dood, alle normale non-autoreactieve T-cellen blijven leven. hierdoor geen GVHD.
behoud graft vs tumor effect
geen effect op de stamcellen.