4.3 graft vs host Flashcards

1
Q

graft vs host

A

omgekeerde afstoting
je wilt wel dat dit er is zodat het tegen de slechte dingen kan richten maar gaat ook tegen gezonde weefsels.

bij allogene hemtapoietische stamceltransplantatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HSC-translplantatie

A

donor geeft HBC cellen voor herstel van hematopoiese
en T en NK cellen als therapie tegen de ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer kan GVHD ontstaan

A
  1. transplantaat bevat immunocompetente T cellen
  2. donor en ontvanger zijn HLA-incompatibel
  3. ontvanger is immunodeficiënt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gen locus allel

A

gen: stukje chromosoom dat codeerd voor 1 erfelijk eigenschap
locus: plaats waar een gen op een chromosoom ligt
allel: bepaalde variant/versie van een gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HLA klasse 1 (ABC)

A

alle kernhoudende cellen, intracellulaire antigenen, peptiden van 8-11 aminozuren, presentatie aan CD8+ T cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HLA klasse 2 (DP, DQ, DR)

A

speciale APC, extracellulaire antigenen, peptiden van 9-30 aminozuren, presentatie aan CD4+ T cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

alloreactiviteit

A

herkennen van vreemd MHC en een directe reactie hierop

matching kan dit voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

MiHA

A

minor histocompatibility antigens
non MHC antigenen
veroorzaken T-cel responsen bij mismatch donor-ontvanger
spelen een rol bij afstotingsreacties en GVHD.

bijv. H-Y antigeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pathogenese acute GVD

A
  1. weefselschade door conditionering
  2. activatie van APCs van de patient
  3. presentatie van antigenen door APCs aan donor T lymfocyten
  4. activatie van donor T lymfocyten met als gevolg cytokineproductie
  5. toename van weefselschade door oa cytotoxische Tcellen, NKcellen, en inflammatoire cytokines.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

target organen GVHD

A

30-50%

huid: schilfering tot blaarvorming
darm: verdwijnen darmepitheel
lever: geelzucht

verdere klachten: koorts, algehele malaise.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

GVHD behandeling

A

prednison behandeling

second line: immunosuppressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

chronische GVHD

A

lastigere pathofysiologie :(

lijkt op auto-immuun ziekte, is het niet

behandeling: prednison en evt. rituximab etc. vooral heen erg multidisiplinair en kijken naar specifieke stukjes waarvan klachten komen.

40-60%
begint bij afbouwfase van immunosuppressiva
pleomorf ziektebeeld, vrijwel elk orgaan aangetast. mn: huid, ogen, mond, oesophagus, long en lever

minder gevaarlijk maar wel QALY minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorkomen GVHD

A
  1. depletie T-cellen uit transplantaat voorafgaand aan de transplantatie
  2. behandeling patient met immunsuppressieve geneesmiddelen.

lastig om T cellen helemaal weg te doen omdat het dan ook niet werkt tegen de ziekte van de patient. dus je wilt zo min mogelijk maar wel nog genoeg om het als therapie te gebruiken. is een balans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cyclophosphamide

A

post-trasplantatie
alle super snelle T-cel proliferatie gaan dood, alle normale non-autoreactieve T-cellen blijven leven. hierdoor geen GVHD.
behoud graft vs tumor effect
geen effect op de stamcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly