3 - Transport van nutriënten en elektrolyten door het darmepitheel Flashcards
Waar vindt de opname van macronutriënten voornamelijk plaats?
Duodenum
Waar worden galzouten en vitamine B12 opgenomen?
In het einde van de dunne darm.
Hoe werken de transepitheliale transporters?
- SGLT-1: uphill
- GLUT-5: downhill
- GLUT-2: downhill
Waar zitten aminopeptidases en wat is hun functie?
Als het niet is gelukt om alle aminozuren binnen te krijgen, hebben we aminopeptidases op het membraan zitten. Deze aminopeptidases zitten op de oppervlakte van de enterocyt. Deze knippen telkens een aminozuur eraf.
Wat is een PepT1 en wat is de functie van deze transporter?
Dit is een oligopeptide transporteur. Deze is in staat om kleine peptides (di- of tripeptides) naar binnen te halen. Hier wordt het pH gradiënt voor gebruikt -> protongradiënt.
Wat is er aan de hand wanneer er sprake is van een glucose-galactose malabsorptie?
SGLT1 werkt niet, dus je kan geen glucose en galactose opnemen. Het enige dat gebruikt kan worden is de fructose.
Wat is de behandeling wanneer er sprake is van glucose-galactose malabsorptie?
Een fructosedieet.
Hoe presenteert een glucose-galactose malabsorptie zich bij baby’s?
Met ernstige diarree.
Waarom ontwikkelen mensen met een mutatie in de aminozuur transporteur die verantwoordelijk is voor basische aminozuren geen problemen?
Door PepT1 wordt cysteïne dus wel opgenomen, komt het in de pro-urine terecht en kan niet meer opgenomen worden hierna. Deze mensen ontwikkelen na jaren cysteïne stenen.
Welke soorten diarree zijn er en hoe worden deze gedefinieerd?
- Osmotische diarree: fecale osmotische gap > 100 mosmol/kg
- Secretoire diarree: fecale osmotische gap < 50 mosmol/kg
Waar vindt secretie en waar vindt reabsorptie plaats in de darm?
In de crypten vindt water en zoutsecretie plaats, terwijl het in de villis weer wordt gereabsorbeerd.
Welk chloorkanaal zit in de cryptcel?
CFTR-kanaal.
Welk gen is defect bij cystische fibrose?
Het CFTR-gen.
Welke exchanger zit in de villis?
Een natrium-proton exchanger (NHE3) en een chloride-bicarbonaat exchanger (DRA)
Wat is er aan de hand bij CF?
Het kanaaleffect kan niet meer open, waardoor er geen secretie meer is.