1 - Microscopie: van mond tot anus 1 Flashcards
Wat voor epitheelbekleding bevatten de lippen en de palatum durum?
Gekeratiniseerd plaveiselepitheel
Wat voor epitheelbekleding bevatten de palatum molle en de wangen?
Niet-gekeratiniseerd plaveiselepitheel
Wat is de volgorde van en algemene structuur van de tractus digestivus?
- Mucosa
- Submocosa
- Muscularis
- Serosa (advertitia)
Wat zijn 3 structuren die zich bevinden in de submucosa?
- Kleine speekselklieren
- Diffuus lymfoïdweefsel
- Vele kleine perifere zenuwen
Welke 4 papillae zijn te onderscheiden op de tong?
- Fungiformis
- Circum vallata
- Foliata
- Filiformis
Welke papillae verzorgen de smaak?
- Fungiformis
- Circum vallata
- Foliata
Welke papillae verzorgt de transport?
Filiformis
Wat is de functie van spierweefsel in de tong?
Fragmentatie en transport
Welke structuren bevatten de tanden en welke cellen zorgen voor de vorming van deze structuren?
- Glazuur (ameloblasten)
- Dentine (ondotoblasten)
- Cementum (cementoblasten)
Geef aan van elk van de speekselklieren of ze sereus of muceus zijn.
- Glandula parotis: sereus
- Glandula submandibularis: sereus > muceus
- Glandula sublingualis: muceus»_space; sereus
- Kleine speekselklieren: muceus
Hoeveel liter speeksel produceren we per dag?
0,75-1 L per dag
Welke klieren kleuren beter aan met een PAS-kleuring?
De mucineuze klieren kleuren veel sterker aan dan de sereuze klieren.
Welke stoffen produceert de glandula parotis?
o Alpha-amylase (hydrolyse van koolhydraten)
o Proline-rijke eiwitten met antimicrobiele functie
Welke stoffen produceert de glandula submandibularis?
o Alpha-amylase
o Proline-rijke eiwitten
o Lysozyme (hydrolyse van bacterie-celwanden)
Welke stoffen produceert de glandula sublingualis??
o Mucus
o Alpha-amylase
o Lysozyme
Wat is het verschil tussen een adenocarcinoom en een plaveiselcelcarcinoom?
De adenocarcinomen zitten aan het uiteinde van de oesophagus (bij de uitmonding van de maag). De plaveiselcelcarcinomen kunnen over de gehele oesophagus voorkomen.
Hoe ontstaat een adenocarcinoom?
Het proces van een adenocarcinoom komt door de reflux en begint met de Barrett-oesphagus. Als je last hebt van reflux, krijg je een ontstekingsproces en epitheelschade. Het lichaam reageert hierop door slijmepitheel (klierepitheel) aan te maken. Het metaplastische epitheel kan dyplastisch (dysplasie) worden. Dit betekent dat het richting de maligniteit aan het gaan is. Dit leidt dan dus tot een adenocarcinoom.
Wat produceren de pariëtale cellen en hoofdcellen?
Pariëtale cellen: maagzuur.
Hoofdcellen: pepsinogeen.
Wat wordt in de folveola gemaakt?
Hier wordt de mucine, water en surfactant gemaakt.
Hoe wordt ervoor gezorgd dat het zuur en de pepsine geen schade aan de maagwand kunnen brengen?
Op de oppervlakte van het maagepitheel wordt een soort kap geplaatst door de foveolaire cellen en de mucosalecellen.
Door welke cellen wordt de zuurproductie gereguleerd in het maagantrum vergeleken met de rest van de maag?
G-cellen in het maagantrum en D-cellen op de andere plekken in de maag.
Wat zijn 4 mogelijke oorzaken van vermindering van de slijmproductie?
- Carcinoomvorming
- NSAIDs
- Alcohol
- Reflux
Wat is een kenmerk van maagzweren betreffende de mucosa?
Maagzweren worden gekenmerkt door verlies van mucosa (inclusief muscularis mucosa) als gevolg van inflammatie.
Wat gebeurt er in de maag wanneer het slijmvlies kapotgaat?
Er komt nieuw epitheel overheen om het slijmvlies te herstellen. In de maag is het gevolg dat de diepgaande buizen niet goed gerepareerd kunnen worden, dus je houdt minder buizen over. Dit noemt men atrofie. Dit houdt in dat het slijmvlies dunner is dan normaal. Als alle zuurvormende cellen hierdoor verdwijnen, maak je minder zuur aan en heb je minder last van zuurbranden. Hierdoor mis je echter ook alle voordelen van het zuur.