247-274 Flashcards
taurus
tauri,m - de stier
vir
viri,m - de man
hasta
hastae,v - de lans
patria
patriae, v - het vaderland
membrum
membri,o - het lid
parvus
~a,~um - klein
quantus
~a,~um - hoe groot?; (zo groot) als
socius
~i - de bondgenoot; de deelgenoot
arx
arcis,v - de burcht
classis
classis,v - de vloot
vis
geen gen., v - de kracht; het geweld
mare
maris,o - de zee
moenia
moenium, o mv - de stadsmuren
scelus
sceleris, o - de misdaad
certare
certo, ~avi, ~atum - strijden
iactare
iacto, ~avi, ~atum - slingeren
solere
soleo - gewoon zijn
videre
video, vidi, visum - zien
accidere
accidit,- -het gebeurt
incendere
incendo, incendi, incensum - in brand; steken
occidere
occido, occidi, occisum - doden
petere
peto, petivi, petitum - gaan naar; vragen
procul
bijwoord - ver van; ver
contra+acc
voorzetsel - tegenover
ecce!
(tussenwerpsel) - kijk!
intra+acc
voorzetsel - binnen
postquam
voegwoord - nadat