211-220 Flashcards
1
Q
Vos
A
(persoonlijk vnw.) - jullie
2
Q
ili, eae, ea
A
(persoonlijk vnw.) - zij
3
Q
magis
A
(bijwoord) - meer
4
Q
tantum
A
(bijwoord) - zoveel; alleen maar
5
Q
nonne?
A
(vraagpartikel) - toch wel?
6
Q
num?
A
(vraagpartikel) - toch niet?
7
Q
nuntius
A
nuntii,m - de bode; het bericht
8
Q
sapientia
A
Sapientiae, v. - de wijsheid
9
Q
unda
A
undae, v. - de golf
10
Q
Bellum
A
Belli, o. - de oorlog