2. Wat is professioneel kapitaal?

Question 1

professionaal kapitaal

Answer 1

Professioneel vermogen.

Wordt opgebouwd a.d.h.v. professioneel zijn en professional zijn

Question 2

professioneel zijn

Answer 2

Wat je doet, hoe je je gedraagt

Question 3

professional zijn

Answer 3

perceptie van anderen en de invloed daarvan op jou

Question 4

Kenmerken van een professional (6)

Answer 4

• speciale kennis en vaardigheden
• lang trainingsproces
• monopolie op gegeven service
• autonomie nemen beslissingen
• samenwerken met andere professionals
• continu blijven leren

Question 5

5 C’s van professioneel capitaal

Answer 5

1. capability: besluitvorming obv bewijs
2. commitment: persoonlijk leven / professioneel leven / schoolcultuur
3. career
4. culture
5. context/condition teaching

Question 6

4 condities van professioneel kapitaal

Answer 6

1. status with quality
2. status over quality
3. status and quality reunited
4. conditions and quality

Question 7

Status with quality

Answer 7

• professioneel & professional zijn

- Finland: kleine prestatieverschillen

Question 8

Status over quality

Answer 8

• idee dat status belangrijker is dan kwaliteit is niet goed
• meer cursussen leiden niet tot betere professionals
• theorie en praktijk komen niet samen
• programma’s gericht op lesgeven ipv leren
• individualistische visie

Question 9

Status and quality reunited

Answer 9

Streven naar beste kwaliteit ipv genoegen nemen met lage standaarden
Finland & Canada; hoge kwaliteit docenten = hoge kwaliteit onderwijs

Question 10

Conditions & quality: McKinsey Report

Answer 10

Ontwikkelen betere leerkracht capaciteit maakt collega’s sterkste bron van innovative.

Question 11

Conditions & quality: high quality peer interactie

Answer 11

• goed voorbereid, gekwalificeerd
• omstandigheden (tijd)
• stabiel leiderschap
• kans om te leren
• uitdagende verwachtingen en leerkaders
• interactie tussen collega’s (sociaal kapitaal)

Question 12

PC= f(HC,SC,DC)

Drie soorten kapitaal (voor professioneel kapitaal)

Answer 12

• human kapitaal
• sociaal kapitaal
• decisional kapitaal

Question 13

Human kapitaal - onderwijs

Answer 13

Hebben en ontwikkelen van de benodigde kennis en vaardigheden

Question 14

Reflective practice (onderdeel van decisional kapitaal) (3)

Answer 14

1. Reflection in action: nadenken over je actie, tijdens je actie
2. Reflection on action: achteraf reflecteren
3. Reflection about action: reflecteren op condities die invloed hebben op je handelen

Question 15

Action research

Answer 15

= gestructureerde en systematische reflectie

• samen onderzoeken hoe je beter kunt worden
• vergelijkend onderzoek condities en effecten van sociale actie
• tijd

Question 16

Technical rationality - Schön

Answer 16

Idee dat wetenschap en objectief bewijs alle antwoorden leveren.

Question 17

Cultuur

Answer 17

Gedeelde waarden en normen

Question 18

Substance of a culture

Answer 18

Wat je geloofd.

Question 19

Reculturing (Hargreaves & Fullan)

Answer 19

Hoe professionele relaties van een school te hercultureren ter verbetering van het werk

Question 20

Twee hoofdculturen op scholen

Answer 20

1. Individualistische cultuur

2. Collaboratieve cultuur

Question 21

4 subculturen collaboratieve cultuur

Answer 21

1. balkanisation
2. contrived collegiality (schijn collegialiteit)
3. PLC
4. clusters, networks, federations

Question 22

Individualistische cultuur

Answer 22

• werkt tegen ontwikkelen van professioneel kapitaal
• individualiteit wel belangrijk
• werkplek isolatie

Question 23

Factoren verantwoordelijk voor individualisme docenten (4)

Answer 23

1. architectuur (gebouwen)
2. evaluatie & zelfbescherming (evaluatie als controle; onzekerheid > zelfbescherming)
3. schuld & perfectionisme (bv. zieke docenten)
4. werkdruk & tijd (bv. versneld curriculum) herhaalde verandering kan individualisme verslechteren

Question 24

Collaboratieve cultuur

Answer 24

Goede vormen:

• bouwen waarden
• verbinden interesses met professioneel kapitaal

Slechte vormen:
- werken tegen ontwikkelen professioneel kapitaal

Question 25

Continuum van collaboratie (zwak naar sterk) (4) - Judith Warren Little

Answer 25

• scanning & storytelling (roddelen)
• help & assistance (wanneer gevraagd)
• sharing (materiaal, onderwijsstrategieën)
• joint work

Question 26

Balkanization

Answer 26

• middelbare school
• losse (concurrerende) groepen strijden om macht
• docenten associeren zich met bepaalde groep ipv hele school (“beter voelen”
• docenten niet geïsoleerd, maar afgezonderd
• leidt tot slechte communicatie –> slechte volgen leerlingproces -> inconsistente verwachtingen prestaties/gedrag leerlingen
• onenigheid over ruimte, tijd, bronnen

Question 27

Contrived collegiality

Answer 27

• schijn collegialiteit
• samenwerken met gevoel van controle
• formele, bureaucratische procedures

Question 28

Arranged collegiality

Answer 28

Opstapje voor diepere vormen van samenwerken (vertrouwen creëren)
Vaak d.m.v. planningen, verwachtingen

Question 29

Collegialiteit & collaboratie

3 voorbeelden

Answer 29

• peer coaching
• peer pressure: helpen en pushen tot beste versie
• planning time

Question 30

PLC definitie

Answer 30

• Docenten elkaar informeren/samen onderzoeken hoe praktijk verbeteren. Reflecteren op hoe het geleerde in de praktijk te brengen.

Question 31

Goal displacement

Answer 31

Wanneer het originele doel wordt vervangen door de innovatie of doelen naar een nieuw eind (pulling & pushing)

Question 32

Clusters, networks, federations

Answer 32

• Engeland

- docenten & scholen verbeteren wanneer ze samenwerken en leren van anderen / scholen

Question 33

Clusters, networks & federations: valkuilen

Answer 33

• samenwerking is zwak wanneer er geen focus is

-

Question 34

RATL -David Crossly (Raising Achievement/Transforming Learning) - belangrijke factoren

Answer 34

• uitnodigen participanten
• netwerken van scholen (conferenties, visitaties)
• beschikbaar stellen mentoring/coaching (niet aanwijzen)
• voorzien inspiratie en motivatie
• financiële ‘incentive’ voor deelnemende scholen
• Gebruik empirisch bewezen strategieën die prestaties en leren verhogen

Question 35

Collaborative competition = co-opetition

Answer 35

Vriendelijke concurrentie ten goede van het proces.

Question 36

Push/pull cultuur (bijv. RATL)

Answer 36

• aantrekken bijv. door financiering, ondersteuning, gemeenschappelijke binding etc.
• voorduwen bijv. door transparant proces deelname & collectieve zichtbaarheid resultaten