1. Model van Mintzberg Flashcards

1
Q

Configuraties

A

Systemen of netwerken van onderlinge relaties.

- samenhang, harmonie, afstemming op omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(3) Argumenten VOOR configuratie

A
  • overleven: door aanpassing aan omgeving
  • gedwongen: harmonie en samenhang tussen werkprocessen/delen van organisatie
  • veranderen: als een organisatie als geheel verandert is dat sterker dan delen los van elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Structureren van organisaties volgens Mintzberg (definitie))

A

Structuur van een organisatie is de som van het aantal manieren waarop het werk in taken wordt verdeeld + gecoördineerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 centrale aspecten Mintzberg’s visie van organisatie structureren

A
  • verdeling (taken, units, competenties)

- connecting (afdelingen, coördinatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

6 onderdelen van organisaties

Mintzberg

A
  1. Operating Core
  2. Strategic apex
  3. Middle line
  4. Techno structure
  5. Support staff
  6. Ideologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3/6 onderdelen (Mintzberg) vormen de lijn hiërarchie in een organisatie?

A

Operating core
Strategic apex
Middle line

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interne coalitie

A

Wanneer alle mensen werkzaam zijn in de 6 onderdelen v/e organisatie -> beïnvloeden elkaar binnen het systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Externe coalitie

A

Externe invloed op organisatie.

Bijv. werknemersorg.; klanten; leveranciers; concurrenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gedrag van externe coalitie (3)

A
  • passief: organisatie is dominant
    - > aandeelhouders
  • dominant: groep/persoon die actief de organisatie beïnvloedt
  • verdeeld: verschillende groepen, tegenstrijdige druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Operating core

A
  • uitvoerende taak
  • centrale product/service geproduceerd
  • structuur bepaald door verdeling taken
  • heeft toezichthouders nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Strategic apex

A
  • strategische top; effectieve uitvoering taken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Strategic apex: 3 taken

A
  1. Directe supervisie voor soepel functioneren organisatie
  2. Management van relatie met omgeving
  3. Ontwikkeling strategie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Middle line

A

Verbindt de strategic apex met de operating core.

Tussengelen niveau: managers formele autoriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Middle line manager

A
  • nauw contact manager en operator
  • max. aantal personen overzien
  • managing taken in context eigen unit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Technostructure

A

Experts voor analyses en ontwerp taken.
–> Ontwerpen, plannen en veranderen taken van operators.

Focus o.a. omgeving; standaardiseren organisatorische activiteiten etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Support staff

A

Geen onderdeel van de operating core, ondersteunende taak.

17
Q

Ideologie

A

De tradities/overtuigingen/cultuur die een organisatie onderscheid van anderen.