1. Hoe is coördinatie vormgegeven in het onderwijs? Flashcards

1
Q

3 theorieën van coördinatie en controle in het onderwijs - Witzier

A
  1. Bureaucratische organisatie
  2. Loose couples perspectief
  3. Professionele bureaucratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bureaucratische organisatie

A

Supervisie en geschreven regels een belangrijke rol.

Alles gericht op het zo effectief mogelijk behalen van de doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

7 kenmerken van bureaucratische organisatie

A
  1. Ingericht volgens hiërarchie
  2. Gedrag geregeerd door (geschreven) regels
  3. Ambtenaren handelen binnen competentiegebieden
  4. Ambtenaren aangesteld o.b.v. kwalificaties
  5. Carriere, promotie o.b.v. prestatie
  6. Ambtenaren functioneren onafhankelijk zonder voorkeur of willekeur
  7. Iedere ambtenaar ondergaat systematische discipline en controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bureaucratische organisatie - Max Weber

A

Geïnteresseerd in de ontwikkeling van de westerse samenleving.
Bureaucratie als belangrijk aspect van deze ontwikkeling.
–> grote invloed op schooldesign.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bureaucratische organisatie moet voldoen aan (4) …

- Firestone & Herriott (1982)

A
  1. één set doelen
  2. formeel controle systeem
  3. hoge integratie
  4. gesloten systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Negatieve effecten bureaucratisch model

op scholen

A
  • formele regels maken scholen onverschillig
  • > haalt focus weg van eisen andere betrokkenen
  • negatieve impact van externe regels/invloed op leerkrachten en lesgeven
  • > demotiverend wanneer niet overeenkomt met eigen visie op goed onderwijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Loose Coupling perspectief - achtergrond

A
  • spanning tussen theoretische modellen en praktijk
  • ‘70: data liet zien dat scholen verschilden van ‘typische bureaucratie’
  • verlies vertrouwen Max Weber model

–> opkomst perspectieven dat sommige organisaties worden gekenmerkt als ‘loosely coupled’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 theorieën van ‘loosely coupled’

A
  1. Georganiseerde anarchie & vuilnisbak theorie
  2. Loosely coupled systems
  3. Institutional Theory
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Georganiseerde anarchie en vuilnisbak-theorie

- Cohen, March & Olson (1972)

A
  • vuilnisbaksituaties: leden brengen persoonlijke problemen en doelen mee bij besluitvorming
  • besluiten in belang van organisatie uitgesteld
  • veel discussie over beslissing, weinig aandacht implementatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Loosely coupled systems -

Theorie van Weick (1976, 1982, 1984)

A
  • organisaties bestaat uit autonome elementen die niet op elkaar reageren
  • afwezigheid duidelijke regelgeving
  • leidinggevenden geen invloed op personeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Institutional Theory -

Meyer & Rowan (1983)

A
  • structuur gebaseerd op ideologie & tradities i.p.v. rationaliteit
  • eisen/regels binnen school hebben geen echte invloed op intern functioneren van de school
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Samenvatting ‘loosely coupled’ in scholen

A
  • alle 3 the theorieën: elementen van de organisatie ‘decoupled’
  • besluitvorming weinig relatie tot praktijk (vuilnisbaktheorie)
  • verschillende onderdelen organisatie reageren niet op elkaar (loosely coupled systems)
  • opgelegde eisen geen diepe invloed op intern functioneren school (institutional theory)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

4 condities - Weick

–> 1 of meer afwezig = loosely coupled

A
  1. set regels
  2. feedback
  3. evaluatie
  4. overeenkomst van regels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kritiek op ‘loose coupling’ perspectief educatie

A
  • geen sprake van absoluut geen controle of coördinatie overheid > bv. examenresultaten
  • docenten negeren niet altijd regels, passen instructie aan o.b.v. testen, autonomie beperkt door externe regulaties
  • te grote nadruk op conflicten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voordelen ‘Loose Coupling’

A
  • flexibele reactie op verschillende situaties
  • afname kosten en conflicten
  • meer autonomie, dus efficiënter - kan gevoel werkzaamheid vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tegengeluid ‘Loose Coupling’

A
  1. betere coördinatie en controle leidt tot betere prestaties schoolorganisatie
    - bemoeienis MT
    - monitoring en evaluatie verbetert effectiviteit
  2. werken als team leidt tot betere prestaties
    - autonomie inleveren
    - 1 team, 1 taak
    - transformatieve school
17
Q

Professionele bureaucratie

A

Een hoe autonomie voor werknemers leidt tot professionals:

  • expertise
  • oordelen
  • creativiteit
18
Q

Zijn scholen wel echt professionele bureaucratieën?

A
  1. school leiderschap eerder collegiaal dan hiërarchie; dus afwezigheid hiërarchische relaties
  2. leerkrachten zijn zeer autonoom; mede door gebrek hiërarchie gebrek aan evaluatie, controle, coördinatie
19
Q

Kritiek op professionele bureaucratie

A
  • zijn docenten wel professionals?
    missen bijv. code van professioneel gedrag
  • zijn directeuren zo machteloos als het lijkt?
20
Q

De school als professionele bureaucratie

A

Coördinatie en controle vinden plaats in educatieve organisaties, maar op een beperkte manier; door training en socialisatie

21
Q

Taak directie in professionele bureaucratie (3)

A
  • probleem oplossen
  • plannen
  • ondersteunen technostructure
22
Q

3 factoren type organisatie

A
  • instructionele / curriculum aspecten kunnen zeer ‘coupled’ zijn (gecoördineerd)
  • verschillen tussen educatieve setting (bv. po vs vo / landen)
  • verschillen binnen educatieve setting (bv. per vo school)
23
Q

Sommigen geloven dat wanneer onderwijsorganisaties meer inspanning stoppen in coördinatie en controle –> prestaties vooruit gaan.
2 perspectieven:

A
  1. benadrukt behoefte voor directe coördinatie en controle: hierarchie, evaluatie
  2. benadrukt behoefte aan indirecte coördinatie en controle: belang cultuur school, samenwerking docenten, gedeelde doelen

–> combinatie beste voor hogere prestaties