1.B.1 HC.8 Medische geschiedenis: het lichaam in balans Flashcards

1
Q

Begrip homeostase

A

het vermogen van meercellige organismen om het interne milieu in evenwicht te houden, ondanks de veranderingen in de omgeving waarin het organisme zich bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Claude Bernard

A

Grondlegger experimentele geneeskunde en begrip interne milieu. Opzoek naar oorzaken van ziekten middels experimenten: meten is weten. Positivist (verklaringen moeten volgen op directe observaties) en sterke anti-vitalist. Bernard is het schakelpunt in de medische geschiedenis. Basis voor moderne ‘biomedische’ traditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hippocrates van Kos

A

Humorenleer: de vier sappen die het lichaam in balans leggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Factoren die invloed hebben op de lichaamstoestand volgen de humoraal-pathologie

A

-Res naturales (natuurlijke zaken): elementen, temperamenten, lichaamsvochten etc.
-Res contra-naturales (tegennatuurlijke zaken): pathologische afwijkende verschijnselen
-Res non-naturales (niet-natuurlijke zaken): beweging/rust, slapen/wakker etc. Leefstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vis medicatrix naturae

A

het genezend vermogen van het lichaam stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitgangspunt humorenleer

A

balans in het lichaam kan worden herstelt door evenwicht in des non-naturales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Galenus van Pergamon

A

Medische autoriteit tot aan de renaissance. Humorenleer voorstander. Gaf een uitwerking van de ‘levenskrachten’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wetenschappelijke revolutie

A

vitalisme verworpen en mechanisme werd belangrijker
-opleving van anatomie
-opkomst empirische traditie
-opkomst mechanistisch denken
-opkomst specificiteit denken
-opkomst fysiologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opleving anatomie

A

Toestaan dissectie van mensen, Andreas Vesalius begon met het zelf ontleden van mensenlichamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Opkomst empirische traditie

A

De belangrijkste aspecten waren waarnemingen en experimenten doen en beschrijvingen noteren. Oorzaak van de uitkomsten was niet belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Opkomst mechanisch denken

A

Rene Descartes: rationalist en dualist (mensen bestaan uit materie en geest). De materie kan bestudeerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Opkomst specificiteitsdenken

A

nieuw diagnose technieken toegepast, steeds meer dissecties, opkomst celbiologie door ontwikkeling microscopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

opkomst fysiologie

A

François Magendie begon met experimentele fysiologie. Veel dierexperimenten. Had een sterk mechanistisch wereldbeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vesalius

A

Brabants arts in 16e eeuw. Vertrouwd alleen op eigen waarnemingen. Anatomie als nieuwe fundament van de geneeskunde. Verbeterd Galenus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Harvey

A

Ontdekking bloedsomloop, anatomie als basis voor fysiologie, verbeterd Galenus, met een been in oudheid, met een been in wetenschappelijke revolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Specificiteit revolutie

A

de patiënt stond niet centraal maar de ziekte.

17
Q

Westerse biomedische traditie

A

-specificiteitsdenken
-dominantie van mechanisch denken
-meten is weten
-dominantie voor behandelen
-scheiding milieu interieur en exterieur

18
Q

Vitalisme in 19e eeuw

A

zei dat de vitale krachten in het lichaam niet worden aangetast door de omgeving. Bernard was het hier niet mee eens: intieme relatie tussen organisme en omgeving. Vitalisme werd nooit verworpen, maar omzeilt.