1.B.1 HC.7 Contractie van de hartspiercel Flashcards
Wat is elektromechanische koppeling
het omzetten van een elektrisch signaal van de actiepotentialen in een mechanische contractie. De mechanische contractie zorgt dan voor toename van de bloedtoevoer.
Waaruit bestaan spiervezels
uit meerdere myofibrillen, die weer uit sarcomen bestaan. Sarcomeren bestaan uit myosine en actiefilamenten
Hoe zijn hartspiercellen georiënteerd?
Parallel georiënteerde myofibrillen. De hartspiercellen zijn vertakt en verbonden door intercalatie disks.
Waaruit bestaan intercalated disks?
Desmosomen en gap junctions
Actinefilament
Erg dun
Zit vast aan de z-lijn en wordt stevig gehouden door nebuline.
Omgeven door tropomyosine draden
1 troponine complex per draad bestaande uit troponine C, I en T.
Myosinefilamenten
Zitten vast aan de M band en de Z lijn. Middels titine vast aan Z-lijn. Hulp eiwitten vormen de M-band. De Myosin heavy chain op de kop van de myosine bevat een ATP binding site. MLC-1 en MLC-2 spelen een rol als scharnier.
Functie titine
Myosine vast maken aan Z-lijn. Blijvende overlapping tussen actine en myosine.
Verbinding sarcomen met extracellulaire matrix
Integrines/dsystoglycan-complex/sarcolemma binden aan extracellulaire matrix, zitten vast aan celmembraan (sarcolemma) en hebben aan de andere kant connectoren (dystrophine) die zich met het sarcomeer verbinden. Dit gaat via desmines en pectines.
Wat is cardiomyopathie
Druk overloop in het hart verloopt niet goed.
-hypertrofe cardiomyopathie: hartwand is verdikt, volume verkleind
-gedilateerde cardiomyopathie: hartwand verdund, volume vergroot
Troponine C
gaat binding aan met calcium
Troponine T
voor tropomyosine een bindingsplek
troponine I
gaat binding aan met een inhibitor
wat gebeurt er als calcium aan troponine C bindt in een dwarsgestreepte spiercel
Conformatieverandering –> verschuiving tropomyosine –> bindingsplekken komen vrij –> myosinekopjes kunnen hier binden.W
Wat is nodig voor de dissociatie van actie en myosinefilamenten?
ATP
Beschrijf de Calcium afgifte voor de contractie
Natrium kanalen gaan open, activeert spanningsafhankelijke calciumkanalen, calcium stroomt vanuit de T-tubuli (NCX) de cel in en bindt aan ryanodine receptoren, calcium vrijgemaakt uit SR