16 - Arteriële hypertensie Flashcards

1
Q

Vul aan:

Per 5mmHg bloeddrukdaling zijn er …% (1) minder CV-events, …% (2) minder strokes en is er een …% (3) daling van de cardiovasculaire mortaliteit.

A

1: 10
2: 13
3: 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel procent van de personen ouder dan 60 jaar hebben hypertensie?

A

60%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de verschillende graden hypertensie.

A
  • Graad 1: sBP 140-159 en/of dBP 90-99
  • Graad 2: sBP 160-179 en/of dBP 100-109
  • Graad 3: sBP > 180 en/of dBP > 110
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke factoren spelen een rol in essentiële hypertensie?

A
  • Genetische factoren: polymorfismen
  • Foetale factoren: laag geboortegewicht
  • Omgeving: obesitas, alcohol, roken, zout, stress
  • Inflammatie
  • Insuline resistentie (metabool syndroom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn oorzaken van secundaire hypertensie?

A
  • Endocrien: Cushing, acromegalie, aandoeningen van de (para)thyroïd
  • Adrenaal: hyperplasie, feochromocytoom
  • Renaal: diabetische nefropathie, chronische glomerulonefritis, polycystische nierziekte, chronische interstitiële tubulonefritis
  • Cardiovasculair: coarctatio aortae
  • Farmaca: NSAID, steroïden, contraceptiva, sympaticomimetica, vasopressine, monoamine oxidase inhibitoren
  • OSAS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke factoren spelen een rol in de risicostratificatie van hypertensie?

A
  • Bloeddrukmeting, inschatten CV-risicofactoren
  • Detectie van asymptomatische orgaanschade
  • Detectie DM
  • Aanwezigheid van CV-lijden, ernstig nierlijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel hoger zijn de cardiale en cerebrale mortaliteit wanneer er secundaire orgaanschade optreedt als gevolg van hypertensie?

A

De cardiale mortaliteit is 3x hoger, de cerebrale mortaliteit is 6x hoger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de aanpak van een hoognormale bloeddruk?

A

Vooral levensstijladvies. Medicamenteuze therapie kan overwogen worden bij patiënten met een zeer hoog risico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de therapie van graad 1 hypertensie?

A

Eerst wordt levensstijladvies gegeven. Medicamenteuze therapie wordt toegepast in laag-intermediair riscio wanneer een levensstijlaanpassing geen verbetering heeft gebracht na 3-6 maand. Voor patiënten met een hoog tot zeer hoog risico wordt er meteen medicatie voorgeschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de therapie van graad 2 en 3 hypertensie?

A

Meteen starten van medicatie. Bloeddrukcontrole wordt idealiter binnen 3 maand bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke levensstijlaanpassingen kunnen een effect hebben op de bloeddruk?

A
  • Zoutrestrictie tot 5-6g per dag
  • Verminderde alcoholconsumptie
  • Meer consumptie van groenten, fruit en zuivelproducten
  • Gewichtsvermindering
  • Regelmatig bewegen (30 min. per dag)
  • Rookstop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke bloeddrukmedicatie mag niet samen gegeven worden?

A

Een ACE-I en een ARB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de eerste stap in de farmacologische behandeling van hypertensie?

A

Duale therapie via 1 pil: ACE-I/ARB + CCB/diureticum. Monotherapie kan overwogen worden bij laag risico graad 1 hypertensie of in zeer oude of kwetsbare patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de tweede stap in de farmacologische behandeling van hypertensie?

A

Triple therapie via 1 pil: ACE-I/ARB + CCB + diureticum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de derde stap in de farmacologische behandeling van hypertensie?

A

Triple therapie + een ander farmacon: ACE-I/ARB + CCB + diureticum + spironolactone/alfa-blokker/BB/ander diureticum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de plaats van BB’s in de behandeling van hypertensie?

A

Het kan in elke stap gebruikt worden wanneer daar een specifieke indicatie voor is, zoals hartfalen, angina, MI, atriale fibrillatie.

17
Q

Wat zijn de formele en informele contra-indicaties van thiazide diuretica?

A
  • Formeel: jicht
  • Informeel: metabool syndroom, glucose intolerantie, zwangerschap, hypercalciëmie, hyperkaliëmie
18
Q

Wat zijn de formele en informele contra-indicaties van BB’s?

A
  • Formeel: astma, AV-blok
  • Informeel: metabool syndroom, glucose intolerantie, atleten / fysiek actieve personen, COPD
19
Q

Wat zijn de formele contra-indicaties van verapamil en diltiazem?

A

AV-blok, hartfalen en ernstige LV disfunctie.

20
Q

Wat zijn de formele contra-indicaties van ACE-inhibitoren?

A

Zwangerschap, angioneurotisch oedeem, hyperkaliëmie en bilaterale a. renalis stenose.

21
Q

Wat zijn de formele contra-indicaties van ARB’s?

A

Zwangerschap, hyperkaliëmie en bilaterale a. renalis stenose.

22
Q

Wat zijn de formele contra-indicaties van MRA?

A

Acuut of ernstig renaal falen en hyperkaliëmie.

23
Q

Wat zijn de informele contra-indicaties van dihydropyridines?

A

Tachyaritmie, hartfalen en oedeem.