11 - Hartfalen Flashcards
Hoeveel van de patiënten met acuut hartfalen doen eigenlijk een deterioratie van een bestaand en bekend hartfalen?
2/3e. 1/3e treedt dus de novo op.
Welke comorbiditeiten komen het vaakst voor bij acuut hartfalen?
- Renale disfuncties (29%)
- AF (31%)
- Diabetes (44%)
- Hypertensie (71%)
- COPD / astma (31%)
Beschrijf de vier klinische scenario’s bij patiënten met acuut hartfalen.
- KS1: dypsnoe en/of overvulling + hypertensie → acuut longoedeem
- KS2: dyspnoe en/of overvulling + normotensie → acuut gedecompenseerd hartfalen
- KS3: dyspnoe en/of overvulling + hypotensie → cardiogene shock
- KS4: geïsoleerd rechter hartfalen → acuut cor pulmonale
Waaruit bestaat de kliniek en symptomatologie van een acuut longoedeem?
- SBD > 140mmHg
- Dyspnoe treedt plots op (flash pulmonary oedema)
- Diffuus longoedeem –> crepitaties
- Weinig of geen oedemen van de onderste ledematen
- Tachycardie / vasoconstrictie
Wat is de etiologie van een acuut longoedeem?
- Verhoogde hydrostatische druk
- Verminderde oncotische druk
- Verminderde lymfatische drainage
- Alveolo-capillair lek (ARDS)
- Andere: verblijf op grote hoogtes, verdovende middelen, neurogeen, longembolen
Wat kunnen oorzaken zijn van een alveolo-capillair lek?
Toxines, infectieuze pneumonie, aspiratie maaginhoud, pancreatitis, overgevoeligheid, shock long.
Waaruit bestaat de kliniek en symptomatologie van acuut gedecompenseerd hartfalen?
- Bloeddruk is normaal
- Dyspnoe en gewicht nemen progressief toe
- Nadruk op oedemen en vochtretentie
- Crepitaties soms wel, soms niet
Wat zijn cardiale factoren die een rol kunnen spelen in een acute deterioratie van bestaand hartfalen?
- Ritmestoornissen
- M- en/of T-klep regurgitatie
- Ischemie
- Ongecontroleerde hypertensie
- Longembool
- AV-fistel
Wat zijn niet-cardiale factoren die een rol kunnen spelen in een acute deterioratie van bestaand hartfalen?
- Gebruik van farmaca (NSAID)
- Infectie (bronchitis, pneumonie)
- Anemie
- Ongecontroleerde diabetes, obesitas
- Nierinsufficiëntie
- COPD
- Schildklierlijden
- Zwangerschap
- Vitamine B1 deficiëntie
- Hitte en koude
- Patiëntgebonden: non compliance, ethylgebruik
Waaruit bestaat de kliniek en symptomatologie van een acuut cor pulmonale?
- Tekens van lage output, met gestuwde jugularis, met of zonder hepatosplenomegalie
- Geen longoedeem, dyspnoe niet altijd op voorgrond
- Kunnen links ondervuld zijn (dus opletten met diuretica)
Welke biomerkers voorspellen een slechtere prognose?
- Gestegen creatinine (verminderde nierfunctie)
- Laag serum natrium
- Gestegen troponines
- Gestegen BNP en NT-pro-BNP
Juist of fout?
Hoe hoger de bloeddruk bij opname voor acuut hartfalen, hoe beter de prognose.
Juist.
Juist of fout?
Een patiënt in KS1 en KS2 leg je best neer met de benen omhoog.
Fout, ze zitten het best rechtop met neerhangende benen.
Welke plaats hebben bètablokkers in de behandeling van acuut hartfalen?
Geen, vanwege hun negatief inotroop effect.
Welke medicatie dient men toe tegen overvulling bij KS1 en KS2?
Furosemide IV.
Juist of fout?
Bij KS1 is het belangrijk om de afterload te verhogen.
Fout, de afterload moet gereduceerd worden.
Welke medicatie wordt toegediend bij patiënten in KS3?
- Positieve inotropica: dobutamine, fosfodiësterase inhibitoren en calcium sensitizers
- Vasopressoren (noradrenaline)