11 - Een patiënt met syndroom van Sjögren Flashcards

1
Q

Komt het syndroom van Sjögren vaker voor bij mannen of vrouwen?

A

Vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoelang zit vaak tussen de eerste verschijnselen en de diagnose?

A

9 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom moet een moeder met syndroom van Sjögren gedurende de zwangerschap onder controle blijven?

A

SSA en SSB antistoffen kunnen tijdens de zwangerschap via de placenta naar het kind gaan en hier ziekte veroorzaken. Het kind kan hierdoor ernstige hartstoornissen krijgen en heeft eigenlijk een in vitro pacemaker nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 type antistoffen zijn kenmerkend voor syndroom van Sjögren?

A
  • SSA
  • SSB
  • ANA
  • Reuma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke klachten komen vaak voor bij patiënten met syndroom van Sjögren?

A
  • Vermoeidheid
  • Gewrichtspijn- en spierpijn
  • Grieperig gevoel
  • Sicca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de oorzaak van sicca bij patiënten met syndroom van Sjögren?

A

De oorzaak van de sicca (droogteklachten) is door verminderde functie van traan- en speekselklieren dus niet door destructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Komen droogteklachten bij Sjögrenpatiënten altijd voor?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan de diagnose gesteld worden als er geen sicca-klachten aanwezig zijn?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat moet er naast sicca-klachten aanwezig zijn om de diagnose van Sjögren te kunnen stellen?

A

Er moet naast sicca ook positief SSA of SSB-antistoffen zijn, of er moet uit bij een biopt uit de speekselklier een ontstekingsinfiltraat te zien zijn die typerend is voor syndroom van Sjögren (vaak leukocyten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is er zichtbaar op een histologisch beeld van de speekselklier van een Sjögrenpatiënt?

A

Bij de histologie van de speekselklier zal er een focale ophoping van T-lymfocyten om afvoergangen van de speekselklieren zichtbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar kan naast een biopt uit de speekelklier ook een biopt uit genomen worden? En wat is een complicatie hiervan?

A

Er kan ook een biopt uit de lippen worden genomen. De complicatie hiervan is gevoelsuitval in de lippen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de meest gevreesde complicatie van syndroom van Sjögren?

A

Maligne lymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 4 risicofactoren voor het ontwikkelen van een maligne lymfoom bij Sjögrenpatiënten? Wat is kenmerkend aan deze risicofactoren?

A
  • Leukocytoclastische vasculitis
  • Complement verbruik
  • Cryoglobulines
  • Hoog IgG
    Dit zijn tekenen die passen bij een actieve ontstekingsreactie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoeveel van de Sjögrenpatiënten krijgt een MALT-lymfoom?

A

1-12% van de patiënten met syndroom van Sjögren krijgt een MALT-lymfoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van de Schirmertest?

A

Bij de Schirmertest wordt een papiertje in het oog gedaan. Hiermee kan de traanproductie getest worden. bij Sjögrenpatiënten is er minder dan 5 mm in 5 minuten met tranen gedekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan worden aangetoond met de bengaalsroodkleuring?

A

Via de bijsterveldscore kan schade in het oog worden aangetoond.

17
Q

Bij hoeveel patiënten met reuma, LED en systemische sclerose komt ook syndroom van Sjögren voor?

A

1/3

18
Q

Wat zijn de 3 behandelingen van syndroom van Sjögren?

A
  • Substitutie vocht (kunsttranen, kunstspeeksel)
  • Stimulatie exocriene klieren met M3R agonisten (pilocarpine)
  • Behandeling complicaties (orale candidiasis)
19
Q

Waarom werkt alleen B-celgerichte therapie niet voldoende?

A

We kunnen B-celgerichte therapie (antiplasmacel therapie) geven om de anti-SSA of anti-SSB antistoffen aan te pakken. Dit werkt echter niet voldoende, omdat alleen de plasmacellen die zich zouden ontwikkelen tot antistoffen aanpakt, maar niet de antistoffen zelf.

20
Q

Wat is het effect van een pilocarpinebehandeling bij Sjögrenpatiënten?

A

Pilocarpine heeft als bijwerking dat er meer speeksel geproduceerd wordt.

21
Q

Waarom werken oogdruppels maar een beperkte tijd?

A

Oogdruppels bestaan voor het grootste gedeelte uit water. Tranen hebben ook een vetsubstantie waardoor het vocht beter op de ogen blijft zitten.

22
Q

Wat zijn 3 bijwerkingen van pilocarpine?

A
  • Hevig transpireren
  • Overmatige speekselsecretie
  • Pupilvernauwing
23
Q

Wanneer wordt pilocarpine gegeven?

A

Voor het eten en het slapen, omdat het niet zo lang werkt.