Zenuwstelsel Flashcards
parsympathicomimetica
farmaca die de werking van de parasympathicus activeren/nabootsen
parasympathicolytica
farmaca die de werking van de parasympathicus remmen
sympathicomimetica
farmaca die de werking van de sympathicus activeren
sympathicolytica
farmaca die de werking van de sympathicus remmen
efferente zenuwbanen van de parasympathicus
- responsen in het hart
- glad spierweefsel
- exocriene klieren
- synapsen
waar ontspringen de parasympathische vezels?
hoog in het ruggenmerg of sacraal
positie ganglion tov orgaan van de parasympathicus
dicht bij het doelorgaan, het pre-ganglionair neuron is dus lang
receptoren van de parasympathicus
- primair neuron: nicotinereceptor
- doelorgaan: muscarinereceptor
beiden met acetylcholine
positie ganglion tov orgaan van de sympathicus
dichter bij het ruggenmerg dan bij het orgaan, het post-ganglionair neuron is dus lang
receptoren van de sympathicus
- primair neuron: nicotinereceptor, werkt met acetylcholine
- bij het orgaan: adrenerge receptoren, met noradrenaline
efferente banen van de sympathicus
- responsen in het hart
- gladde spiercellen
- synapsen
sympathische activatie zweetklieren
het sympathisch cholinerge systeem: dit is een uitzondering, hier werkt acetylcholine op muscarinereceptoren maar het veroorzaakt wel een sympathische respons, namelijk zweten
receptoren van de sympathicus
- primair neuron: nicotinereceptor, werkt met acetylcholine
- bij het orgaan: adrenerge receptoren, met noradrenaline
- in renale bloedvaten: sympathisch dopaminesysteem met dopamine(receptoren)
somatisch zenuwstelsel
geen ganglions, hier wordt acetylcholine gebruikt en dat werkt direct op nicotinereceptoren op de skeletspieren
synthese van acetylcholine
in de synaps wordt choline opgenomen en samen met acetyl-CoA dmv ChAT omgezet in acetylcholine
waar wordt acetylcholine opgeslagen?
in blaasjes in zenuwuiteinden, dit kan worden vrijgemaakt als het neuron actief is
hemicholinium
zorgt dat choline niet meer wordt opgenomen in het neuron -> geen synthese van nieuwe Ach
triethylcholine
kan werken als een soort vals substraat ipv choline, waardoor geen echt acetylcholine gevormd wordt
tetrodotoxine
remt natriumkanalen die natrium opnemen -> neuron depolariseert niet -> geen Ach afgegeven
botulinetoxine
zorgt dat acetylcholine niet uit de blaasjes wordt vrijgegeven
Cholinesteraseremmers
minder acetylcholine wordt afgbroken, meer blijft over in de synapsspleet dus er vindt een grotere respons plaats als het neuron vuurt
2 voorbeelden van cholinesteraseremmers
- neostigmine
- physostigmine
PEC50 en EC50 in relatie tot affiniteit
als de affiniteit hoog is, is de PEC50 hoog en de EC50 laag
(nicotine heeft een lage affiniteit voor de muscarinereceptor, je moet dus veel toevoegen om de receptor te activeren en weinig agonist toevoegen om het effect te blokkeren)
glaucoom medicatie + effect
pilocarpine: cholinerge agonist, brengt de oogdruk naar beneden
urineretentie medicatie + effect
bethanechol: agonist, laat de blaas samentrekken en heft urineretentie op
herstel van spierverslapping medicatie + effect
neostigmine: acetylcholinesteraseremmer, verhoogt de hoeveelheid Ach;
nicotinereceptor in ganglia
transmitterafgifte
nicotinereceptor in bijniermerg
effect adrenaline en noradrenaline
presynaptische nicotinereceptor
transmitterafgifte
nicotinereceptor in skeletspier
contractie
M1-receptor locatie
CZS en perifere zenuwen
M2-receptor locatie
hart, zenuwen
M3-receptor locatie
exocriene klieren, gladde spieren
M4-receptor locatie
CZS (locomotie)
M5-receptor locatie
CZS (functie onbekend)
muscarinereceptoren in het hart
verlaging hrtfrequentie, HMV en bloeddruk + inotropie (met hoeveel kracht een hart samentrekt)
muscarinereceptoren in de arteriën
verwijding (verlaging bloeddruk)
muscarinereceptoren in de arteriën
vasodilatatie (verlaging bloeddruk)
presynaptische muscarinereceptoren
verlaging van transmitterafgifte
muscarinereceptoren in gladde spieren
contractie van oog, bronchiën, maagdarmkanaal en urineblaas
muscarinereceptoren in exocriene klieren
traan-, speeksel-, bronchiale en zweetsecretie
myasthenis gravis medicatie + effect
neostigmine: remt acetylcholinesterase -> meer acetylcholine aanwezig
alzheimer medicatie + effect
rivastigmine: werkt op de muscarinereceptor in het CZS, is een acetylcholinesteraseremmer
werking insecticiden en zenuwgassen
stimulatie van acetylcholinereceptoren, waardoor er oncontroleerbare contracties plaatsvinden -> verlaging hartfrequentie
welke stof kan de werking van een zenuwgas verminderen?
atropine
hoe kan de oogdruk bij een glaucoom naar beneden gebracht worden?
pilocarpine stimuleert de verkleining van de pupil (miose), hierdoor kan de iris ontvouwen en kan vocht weer beter weglopen
mydriase
een vergrote pupil, dit kan gestimuleerd worden door atropine
bijwerkingen van muscarine-agonisten
- diarree
- zweten
- miose
- misselijkheid
- urineverlies
botulinetoxine A werking
bindt met presynaptisch membraan en blokkeert afgifte van Ach; de cholinerge zenuwen worden als het ware verlamd (dit heeft een irreversibel effect, voor herstel moeten er nieuwe zenuwuiteinden aangemaakt worden)
botulinetoxine A-vergiftiging klachten
- spierverslapping, duizeligheid
- ogen niet goed kunnen openen
- voedsel niet kunnen doorslikken (exocriene klieren maken minder vocht)
therapeutisch gebruik van botulinetoxine A
- blefarospasme (spasme van het ooglid)
- hemifacialisspasme (spasme van de helft van het gezicht)
- torticollis spasmodica (nekspieren aan 1 kant verkrampt waardoor het hoofd de andere kant op staat)
- strabismus (scheelzien door spasme)
- hyperhydrose
- chronische migraine
- face lift plastische chirurgie
pacemakercellen
cellen die spontaan in een bepaald ritme vuren/elektrische activiteit produceren; in de SA- en AV-knoop
ectopische pacemaker
cel die in een eigen ritme vuurt en daarme de oorspronkelijke pacemaker overruled; kan ook een groepje cellen zijn
verschil effect parasympatische en sympathische vezels op de hartfrequentie
het effect van de parasympathische vezels wordt veel sneller bewerkstelligd dan dat van de sympathische
wanneer is er sprake van een compleet AV-blok?
wanneer er geen prikkels meer doorgegeven worden van atrium naar ventrikel en andersom, waardoor ze beiden hun eigen intrinsieke ritme gaan volgen; dit is lager dan het normale ritme
wanneer is er sprake van een compleet AV-blok?
wanneer er geen prikkels meer doorgegeven worden van atrium naar ventrikel en andersom, waardoor ze beiden hun eigen intrinsieke ritme gaan volgen; dit is in de ventrikels lager dan het normale ritme
oplossing voor een compleet AV-blok
een pacemaker plaatsen in het septum interventriculare zodat daarmee het ventrikelritme bepaald kan worden
cellichamen van de preganglionaire sympathische vezels
- in de zijhoorn van de segmenten Th12-L2
- innerveren het hart: in de zijhoorn van de segmenten Th1-Th6
cellichamen van de postganglionaire sympathische vezels
- in de sympathische grensstreng
- innerveren het hart: in de cervicale en hoog thoracale ganglia van de sympathische grensstreng
cellichamen van de preganglionaire parasympathische vezels
- in de hersenstam (belangrijkste kern: dorsale motorische vaguskern) en de zijhoorn van het sacrale ruggenmerg
- innerveren het hart: in de dorsale motorische vaguskern in de hersenstam
cellichamen van de postganglionaire parasympathische vezels
- in de parasympathische ganglia vlak bij het orgaan
- innerveren het hart: in de parasympathische ganglia in het cardiale vet van het rechteratrium (bij SA- en AV-knoop)
plexus cardiacus
regelt de autonome innervatie van het hart, ligt aan de onderzijde van de arcus aortae
- bevat geen ganglioncellen en er worden geen synapsen gemaakt
wat is er bijzonder aan de plexus cardiacus?
bevat geen ganglioncellen en de vezels maken ook geen contact met elkaar, ze lopen allemaal afzonderlijk door elkaar heen naar hun eigen eindbestemming
wat voor vezels lopen er door de plexus cardiacus?
- postganglionaire sympathische vezels, afkomstig uit de sympathische grensstreng
- preganglionaire parasympathische vezels, op weg naar de parasympathische ganglioncellen die dicht bij het hart liggen
- afferente viscero-sensibele vezels
referred pain
wanneer pijn in het hart in bepaalde delen van de huid gevoeld wordt
hoe werkt het mechanisme van referred pain?
pijnvezels uit de huid geven informatie aan dezelfde schakelcellen in het ruggenmerg als de nociceptieve vezels uit het hart, dus er wordt geen onderscheid gemaakt in de hersenen tussen pijn in het hart en op de huid
waar wordt informatie over de toestand van de viscera verwerkt?
via de nervus vagus gaat de informatie direct naar de hersenstam, dus niet langs het ruggenmerg; de info eindigt daar op de nucleus tractus solitarius -> reflexmatige aanpassingen
wat houdt ‘informatie over de toestand van de viscera’ in?
dingen als bloeddruk, hartfrequentie, ademfrequentie, O2-concentratie, zuurgraad, etc.
hoe en waarom wordt visceromotoriek ingeschakeld?
door activatie van relevante preganglionaire neuronen, om een verstoord evenwicht reflexmatig te herstellen
hoe loopt afferente sensorische informatie uit de aortaboog en halsslagader door het zenuwstelsel heen?
via n. vagus en n. glossofaryngeus naar nucleus tractus solitarius, die geeft info terug aan de nucleus dorsalis motorius van n. vagus -> efferente banen naar het hart
baroreceptoren in aortaboog en halsslagader
reageren op rek in de arteriële wand; eerst fasisch bij verandering en daarna tonisch; baroreceptoren in de halsslagader zijn gevoeliger omdat een constante bloedaanvoer naar de hersenen belangrijk is
congestief hartfalen
aandoening waarbij het hardt niet meer voldoende bloed rond kan pompen, waardoor de druk in de hartholten en het vaatstelsel toenemen en het lichaam vocht gaat vasthouden
gevolg verlaging cardiac output bij congestief hartfalen
de activiteit van de baroreceptoren wordt minder, waardoor het vasomotorcentrum de sympathische activiteit zal verhogen -> vaso- en venoconstrictie -> hart gaat overcompenseren, kan dit nit aan