Integratiecolleges + Patiëntdemonstratie Flashcards
klinisch redeneren
betekenis geven aan wat je weet en waarneemt om een diagnose te stellen en zo de juiste acties te kunnen ondernemen
Waarom worden de depolarisatie- en repolarisatiegolf (T-top en R-top) beiden in dezelfde richting op het ECG weergegeven?
De depolarisatiegolf heeft een tegengestelde richting aan de repolarisatiegolf, maar de depolarisatie is positief en de repolarisatie negatief, daarom worden ze op het ECG in dezelfde richting weergegeven.
Wanneer is de hartvector positief of negatief?
Als hij in de richting van de positieve golf wijst, is hij positief en andersom
Hoe bepaal je de hart-as?
Bij welke afleiding is de hartvector het grootst? Oftewel waar is het GRS-complex het hoogst?
Waardoor kan de richting van de hart-as veranderen?
Door afwijkingen in het myocard waardoor een deel van de spiervezels niet meer meedoen, bijvoorbeeld door een myocardinfarct
waar zit het probleem bij een verlengd QT-segment op het ECG?
vertraagde ventriculaire repolarisatie
welk type ionkanaal is verantwoordelijk voor de repolarisatie van de ventriculaire hartspiervezels?
spanningsgevoelige K+-kanalen
welke rol speelt adrenaline in de hartfunctie?
- SA-knoop: verhoging hartfrequentie
- ventriculaire hartspiercellen: versterken contractiekracht
- AV-knoop: verkorting relaxatietijd
Wat wordt er weergegeven op het ECG als het depolarisatiefront loodrecht op de afleiding staat?
niets, de waarde is dan 0
Q-deflectie
depolarisatie van het interventriculaire septum
R-top
depolarisatie van binnen naar buiten van de ventrikelwanden
s-deflectie
depolarisatie van de laatste regionen van de ventrikels
T-top
repolarisatie van de ventrikels van buiten naar binnen
hoe wordt het signaal van de SA- en AV-knoop en de bundeltakken weergegeven op het ECG?
Niet, dit aantal cellen is te klein dus er is te weinig massa
Welke soort cellen leveren een bijdrage aan het ECG?
alleen gedeeltelijk gedepolariseerde hartspiercellen
Wat is de hart-as en wat is een gezonde hart-as?
de plek waar de hartvector maximaal is. een gezonde hartas ligt tussen -30 en +90 graden
Waarom kunnen patiënten met long-QT syndroom snel bewusteloos raken bij inspanning of emotie?
Sympathicus wordt geactiveerd, dit zorgt voor tachycardie (grote frequentie, klein slagvolume); omdat de repolarisatie langer duurt blijft de Ca-concentratie hoog en kan er geen nieuwe depolarisatie ontstaan
Veelvoorkomende oorzaak van pijn op de borst van een hartinfarct
- vernauwing in de kransslagader
risicofactoren voor een hartinfarct
- hoog cholesterol
- hypertensie
- suikerziekte
- genetica
- roken
- leeftijd
- stress
voornaamste behandeling hartinfarct
een stent plaatsen waardoor de afgesloten kransslagader weer wordt geopend
klachten bij aortaklepziekte
- hartfalen, dyspneu en moeheid
- duizelingen/syncope
- angina pectoris
nadelen van gebruik diuretica
- jicht
- nierfunctie gaat achteruit
constrictieve pericarditis
verdikte en verstijfde pariëtale en viscerale pericardbladen, soms verkalking
oorzaken van pericarditis
- infectiueus/idiopathisch
- systeemziektes (bijv auto-immuun)
- neoplastisch
- post-cardiac injury
- metabool
- overig (effusie)
diagnostische criteria van pericarditis
- scherpe stekende pijn op de borst vastzittend aan de ademhaling, straalt soms uit naar nek of linkerarm. het wordt minder bij vooroverbuigen en wordt meer bij languit liggen
waarom is inflammatie niet een goede indicator voor pericarditis?
inflammatie komt bij heel veel aandoeningen voor, het is echter wel een goed ondersteunend criterium
hoe is pericarditis zichtbaar in scans en echo’s?
- in echo: septum bounce
- in CT-scan: soms verkalking te zien om het hart heen (maar 1/3 van de patiënten krijgt dit)
dyspneu
een ongename ervaring van ademhalen (bijv benauwdheid, kortademigheid, etc.)
vragen om te stellen bij dyspneu
- continu of komt het afwisselend?
- hoe lang is de klacht er al?
- acuut ontstaan of geleidelijk?
- bijkomende symptomen?
- triggers?
paroxysmale nachtelijke dyspneu
nachtelijke herhaalde aanvallen van benauwdheid
objectieve parameters voor disfunctie van het hart
- cardiac output
- vullingsdrukken
- ejectiefractie (normaal boven 55%)
- diastolische dysfunctie
hypertrofe cardiomyopathie
hartspierziekte waarbij sprake is van een verdikte, stijve hartspier
klachten die passen bij problemen met de tractus circulatorius
- oedemen
- gewichtsschommelingen, verandering in eetlust
- nycturie
- pijn op de borst
- hartpalpitaties
bij een algemene anamnese vragen naar:
- medische voorgeschiedenis
- intoxicaties
- allergieën
- klachten in de familie
- gebruikte medicatie
- beroep/vrije tijd
- blootstelling aan schadelijke stoffen
symptomen van hypertrofe cardiomyopathie
- flauwvallen op het toilet
- dyspneu bij inspanning
- orthopneu (vocht in de longen bij plat liggen)
- opgezwollen voeten
klassen om de ernst van een klacht in te delen volgens NYHA
- geen klachten, patiënt kan alles doen
- beetje gelimiteerd bij inspanning maar geen klachten in rust
- beperkt in inspanning, nog geen klachten in rust
- klachten ook al in rust
cardiomegalie
aandoening waarbij het hart vergroot is
gevolg van een verminderde cardiac output
- stimulatie van het adrenerge systeem
- kan leiden tot tachycardie en vasoconstrictie
- leidt tot toegenomen afterload -> hartspier moet harder werken -> beschadigd
gevolg van beschadiging van de hartspier
- renine-angiotensine-systeem wordt geactiveerd
- leidt tot zout- en waterretentie en vasoconstrictie
- blijven elkaar versterken
werking diuretica
werken op de zout- en waterretentie door meer urine te laten produceren
werking vasodilatoren
verlichten vasoconstrictie
werking betablokkers
blokkeren de activatie van het adrenerge systeem
werking inotropica
vergroten de pompkracht van het hart -> meer cardiac output
werking ACE-inhibitoren/ARB
blokkeren activatie van het renine-angiotensine-systeem
overige behandelingen bij hartfalen naast medicatie
- corrigeren van de onderliggende oorzaak
- ICD voor preventie van plotse hartdood
- optimaliseren van de pompfunctie via biventriculair pacen
- mechanische ondersteuning met bijv een ECMO of LVAD
stabiele angina pectoris
veroorzaakt door een vaatvernauwing, pijn komt op bij inspanning of andere momenten van hogere zuurstofbehoefte
instabiele angina pectoris
veroorzaakt door een trombus, pijn kan ook in rust opkomen
STEMI en non-STEMI
hartinfarct, bij een STEMI is er op het
ECG een verhoging in het ST-segment te zien, een non-STEMI heeft geen abnormaliteit in het ECG; STEMI is volledige afsluiting van een vat door een trombus, non-STEMI deels
hypercholesterolemie
verhoogd cholesterol, risicofactor voor hart- en vaatziekten, moet meegenomen worden in een anamnese
nitroglycerine
in sprayvorm of tablet, zorgt voor vaatverwijding wat kan helpen bij pijn door angina pectoris
vegetatieve verschijnselen
vaak bijkomende verschijnselen bij pijn op de borst; duizeligheid, misselijkheid, zweten, etc.
criteria van typische angina pectoris volgens de richtlijnen van ESC
- drukkend en pijnlijk gevoel op de borst, nek, kaak, schouder of arm
- pijn wordt erger bij inspanning, overgang warm-koud of door emotie en
- pijn wordt verlicht door tot rust komen of door nitraten binnen 5 min
criteria van atypische angina pectoris volgens richtlijnen van ESC
2 van de criteria van typische angina pectoris
wat voor vervolgonderzoek kun je het beste doen bij een lage a priori kans op acuut coronair lijden?
een non invasieve test
- als de kans heel laag is, is een test die het uitsluit het handigst, bijvoorbeeld een CT-scan
- als de kans wel aanwezig is, kun je bijvoorbeeld een fietstest, MRI of dobutamine stress echo doen om te kijken of er abnormaliteiten zijn
wat voor vervolgonderzoek kun je het beste doen bij een hoge a priori kans op acuut coronair lijden?
een hartkatheterisatie/angiogram maken; dit is invasief, maar bij een sterke verdenking is dat het snel en met zekerheid geconstateerd kan worden als het probleem er is
ergometrie
een inspannings-ECG, hiermee kunnen ST-depressies opgespoord worden; is alleen niet altijd 100% betrouwbaar en kan niks zeggen over de aangedane arterie
dobutamine
kan toegediend worden als de patiënt zich niet kan inspannen voor een onderzoek; hiervan wordt de target hartfrequentie ook zonder in te spannen bereikt
conventioneel coronair angiogram
geeft informatie over anatomie en functie, bijv via coronaire flow reserve
intracoronaire echo
geeft info over de samenstelling van het vat
multislice CT-scan van het hart
geeft info over kalk, coronaire stenosen, linker ventrikelfunctie
MRI (MRCA)
geeft info over anatomie, coronaire perfusie, linker ventrikelfunctie en viability (over het baten van een eventuele operatie)