Werken met ontwikkelingsleeftijden Flashcards
Sensomotorische fase.
0-2 jaar.
De motorische reacties op zintuigelijke (sensorische) prikkels staan centraal. Denken is gelijk doen. Er is sprake van reflexmatige activiteit.
Pre-operationele periode
2-7 jaar.
Het denken is statisch. logische denkstrtategieen ontbreken. Persoon kan verschillende kanten van een situatie niet op een logische wijze met elkaar in verband brengen. Er kan alleen vanuit 1 invalshoek bekeken worden. Kenmerkend is egcentrisime.
Denken vanuit eigen perspectief.
Concreet-operationele periode
7-11 jaar.
Men is in staat logisch te denken, maar wel vanuit eigen concrete ervaringen. Ze kunnen beter voorspellen wat er in een situatrie zou kunnen gebeuren, of in hun hoofd een actie in omgekeerde volgorde uitvoeren (reversibiliteit).
reversibiliteit
Een actie in omgekeerde volgorde uitvoeren. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om in te zien dat situaties anders hadden kunnen lopen als je anders gehandeld had.
Formeel-operationele periode
11 jaar en ouder.
Het abstract logisch denken komt tot ontwikkeling. Los van de eigen concrete ervaringen kan nagedacht worden over abstracte situaties en problemen. Zo kan er belangstelling ontstaan voor filosofische, sociale of morele problemen.
Diep/ernstig verstandelijk beperkt
Wat is de:
- IQ
- Ontwikkelingsleeftijd
- Fase volgens piaget
IQ: Beneden 20/25
Ontwikkelingsleeftijd: Onder 1,6 a 2 jaar.
Fase volgens piaget: Sensomotorische fase.
Ernstig verstandelijk beperkt
Wat is de:
- IQ
- Ontwikkelingsleeftijd
- Fase volgens piaget
IQ: 20/25 tot 35/40
Ontwikkelingsleeftijd: 1,6 a 2 tot 4 jaar.
Fase volgens piaget: Pre-operationele periode
Matig verstandelijk beperkt
Wat is de:
- IQ
- Ontwikkelingsleeftijd
- Fase volgens piaget
IQ: 35/40 tot 50/55
Ontwikkelingsleeftijd: 4-7 jaar.
Fase volgens piaget: Pre-operationele periode (pre-logisch).
Licht verstandelijk beperkt
Wat is de:
- IQ
- Ontwikkelingsleeftijd
- Fase volgens piaget
IQ: 50/70
Ontwikkelingsleeftijd: 7-12 jaar.
Fase volgens piaget: Concreet-operationele periode (logisch).
Gemiddelde IQ
100
Welke fase volgens piaget bereiken mensen met een verstandelijke beperking vrijwel nooit?
De formeel-operationele periode
Niveaudenken
Het uitdrukken van de mate van verstandelijke beperking in ontwikkelingsleeftijden heet ‘niveaudenken’ bijvoorbeeld een cliënt met een IQ van 55 heeft ongeveer een verstandelijke leeftijd van 7 jaar.
Kwaliteit van leven
Hoe het met iemand gaat. Volgens prof. Dr. Robert Schalok wordt dit beïnvloed door persoonlijke en omgevingsfactoren
Onder welke 8 domeinen wordt ons persoonlijke welzijn bepaald?
Hieronder 8 domeinen die gezamenlijk ons persoonlijke welzijn bepalen:
1. Emotioneel welbevinden, met als indicatoren: Veiligheid, spiritualiteit, geluk, vrij zijn van stress, zelfbeeld en tevredenheid
- Interpersoonlijke relaties, met als indicatoren: Intimiteit, genegenheid, gezin, interacties, vriendschappen en ondersteuning.
- Persoonlijke ontplooiing, met als indicatoren: Onderwijs, vaardigheden, persoonlijke vervulling, competentie, zinvolle activiteiten en vooruitgang
- Lichamelijk welbevinden, met als indicatoren: Gezondheid, voeding, ontspanning, mobiliteit, gezondheidszorg, vrije tijd en ADL-activiteiten.
- Zelfbepaling, met als indicatoren: Autonomie, keuzes, beslissingen, persoonlijke controle, zelf richting kunnen geven en persoonlijke doelen en waarden.
- Sociale inclusies (erbij horen), met als indicatoren: Geaccepteerd worden, status, ondersteuning/support, werkomgeving, integratie en participatie in de samenleving, rollen en bijdragen aan de samenleving.
- Materieel welbevinden, met als indicatoren: Eigendom, financiële zekerheid, voeding, werk, bezittingen, sociaal-economische status en onderdak.
- Rechten, met als indicatoren: Privacy, stemrecht, toegang, gelijke behandeling, eigendom hebben en rechten en plichten als burger.
Wat zijn de spelregels van niveaudenken?
- Niveaudenken is één instrument uit een volle koffer. Kijk dus verder.
- Niveaudenken is een middel om een doel te bereiken, geen doel op zichzelf. Het doel is dus niet om een label op een cliënt te plakken.
- Gebruik je kennis van de ontwikkelingspsychologie niet om zelf een inschatting te maken van het ontwikkelingsniveau, maar juist om je handelen verder af te stemmen op de beeldvorming zoals die er al ligt. Je bepaalt het ontwikkelingsniveau dus niet zelf, maar laat dit aan deskundigen over.
- Spreek mensen altijd aan op een volwaardige, volwassen toon. Je past je boodschap aan, aan de belevingswereld van de cliënt, maar doet dit op een volwassen toon.
- Niveaudenken is bedoeld om mensen in staat te stellen het beste uit zichzelf te halen, niet om ze ‘klein’ te houden. Door aan te sluiten met uitdagingen van het eigen niveau zullen er eerder successen behaald worden, wat een cliënt kan motiveren.
Ontwikkeling
Systematische en blijvende veranderingen in het individu die optreden tussen de conceptie en het overlijden.
Verstandelijke ontwikkeling
Een ontwikkeling van ‘het denken’. Daarbij zijn processen betrokken zoals: waarnemen, geheugen, aandacht, begripsvorming, taal en abstractie.
Theorie Piaget over verstandelijke ontwikkeling:
- De senso-motorische periode (0-2 jaar):
Motorische reacties op zintuigelijke sensorische prikkels staan hier centraal. Ik deze periode
is ‘denken’ nog gelijk aan ‘doen’. Het zijn vooral reflexen. - De pre-operationele periode (2-7 jaar):
Het denken is statisch. Logisch denken gaat nog niet. Kenmerkend is het egocentrisme,
omdat ze alleen vanuit hun eigen perspectief kunnen denken. - De concreet-operationele periode (7-11 jaar):
Kinderen zijn in staat logisch te denken, wel nog vanuit de eigen concrete ervaringen. Zij
kunnen vanuit logica bedenken wat er in een situatie kan gebeuren of een actie omkeren
(reversibiliteit). - De formeel-operationele periode (11+):
Hier komt het abstract logisch denken tot ontwikkeling. Er kan nu ook los van eigen situaties
nagedacht worden over abstracte situaties en problemen.
Hoe wordt de verstandelijke ontwikkeling in kaart gebracht?
Verstandelijke ontwikkeling kan in kaart worden gebracht door intelligentietesten. Dit wordt
uitgedrukt in IQ (Intelligentie Quotiënt). 100 is gemiddeld.
Wat is er anders in de verstandelijke ontwikkeling bij iemand met een verstandelijke beperking?
Mensen met een verstandelijke beperking doorlopen dezelfde fasen in ontwikkeling, maar de fasen
duren langer en de ontwikkeling stopt eerder.
Sociaal-emotioneel functioneren
Wat kan een persoon aan? Bij het sociale gaat het over de interactie
met de omgeving, met de ander. Bij het emotionele gaat het over de beleving van de persoon, zijn
gemoedstoestand en gevoel.
Model van Dosen over de sociaal-emotionele ontwikkeling:
- Eerste adaptiefase (0-6 maanden):
Adaptie betekent aanpassen. In deze fase is een baby bezig met het zich fysiek aanpassen
Gedownload door: k5 | kjmdewit@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
aan de omgeving. Het moet wennen aan voeding, het slaaprite, aanraking etc. De baby
functioneert volgens het principe van relexatie/excitatie (rust/onrust). De ouder heeft de
taak om die spanning/onlust te reguleren. De objectiepermanentie ontbreekt nog (als iets uit
het zicht is denkt de baby dat het niet meer bestaat). - Eerste socialisatiefase (6-18 maanden):
Hierin ontstaat de hechting en het opbouwen van de basale emotionele veiligheid. In deze
periode kan een kind in paniek raken als de ouder uit het zicht is. Er kan eenkennigheid,
angst voor vreemden en separatieangst ontstaan. Wanneer er een veilige hechting ontstaat,
durft het kind uiteindelijk fysieke afstand te nemen om de omgeving te verkennen
(exploreren). - Eerste individualisatiefase (18-36 maanden):
Vanaf deze fase neemt het kind nog meer afstand van fysiek contact, ook omdat het
mobieler wordt. Het kind gaat beseffen dat het een eigen persoon is met een eigen wil.
Hierdoor wordt er geëxperimenteerd met koppig gedrag. Autonomie en individualisatie
staan centraal. Nabijheid van de ouder is nog wel van belang voor een veilig gevoel. - Eerste identificatiefase (3-7 jaar):
Ipv de eigen naam gaat het kind het woordje ‘ik’ gebruiken. Het gaat zich identificeren met
de ouder van dezelfde sekse. Het kind neemt regels van sociaal gedrag over en er begin
geweten te ontstaan. - Realiteitsbewustwording (7-12 jaar):
Het kind gaat logisch denken, er komt inzicht in oorzaak- en gevolgrelaties. Het gaat zich
meten aan anderen op het gebied van lichamelijke capaciteiten. Het gevoel van competentie
komt naar boven. De gewetensvorming wordt verder voltooid.
Disharmonieus ontwikkelingsprofiel
Hierbij zijn de basale (emotionele) behoeften heel anders dnan
je op grond van de verstandelijke vermogens zou verwachten. Als er een verschil is tussen kunnen en
aankunnen, kun je het beste uitgaan van het sociaal-emotioneel functioneren.
0-12 maanden Emotioneel welbevinden
Voor mensen die functioneren op een niveau van 0-1 jaar wordt het emotioneel welbevinden voor
een groot deel bepaald door het lichamelijk welbevinden. Is er sprake van lust of onlust? Pijn, honger
of dorst zijn bijv. alleroverheersende gevoelens. Voor de ondersteuner is het dus belangrijk om
rekening te houden met het lichamelijk welbevinden. Ook de hechting is belangrijk. Dit kan lastig zijn
omdat er veel wisseling van begeleiding is. Et is belangrijk dat de begeleiding goed afstemt met
elkaar en dat iedereen weet at de signalen zijn van bijv. honger of pijn bij de cliënt.