SRH: Hoofdstuk 22 Tussen balans en empowerment Flashcards
Wat is een licht verstandelijke beperking?
Er wordt binnen de DSM-5 gesproken voer een verstandelijke beperking wanneer er gelijktijdig tekorten in of beperkingen van het huidige aanpassingsgedrag op verschillende terreinen aanwezig zijn. Ze hebben vaak moeite om zelfstandig een volwaardige plaats in te nemen in de samenleving. Er is sprake van een verstandelijke beperking als iemand tekortkomingen heeft in zowel het verstandelijk als adaptief functioneren. Het accent ligt niet meer alleen bij het IQ.
Intellectueel functioneren
Met betrekking tot het intellectuele functioneren wordt er gesproken voer een LVB wanneer de IQ- store tussen de 50 en 85 is.
Wat wordt er met een IQ- test in beeld gebracht?
Iemands taalvaardigheden en performale intelligentie (ruimtelijke inzicht).
Waar ligt de gemiddelde IQ van de Nederlandse bevolking?
Tussen de 85 en 115.
Adaptief functioneren
Dit heeft te maken met het dagelijks functioneren en het reageren op de omgeving. Hierin worden drie domeinen onderscheiden.
- Het conceptuele domein
- Het sociale domein
- Het praktische domein.
Het conceptuele domein (Adaptief functioneren)
Het gaat onder andere om het geheugen, de taal, het lezen en schrijven, het rekenen, klokkijken, het verwerven van praktische kennis, het oplossen van problemen, het beoordelen van nieuwe situaties en het abstract denken.
Het sociale domein (Adaptief functioneren)
Het gaat om het empathische vermogen, communicatie met anderen, vriendschap kunnen sluiten, sociaal kunnen oordelen, sociale signalen kunnen waarnemen en interpreteren, adequaat en correct taalgebruik kunnen hanteren, het reguleren van emoties en gedrag in de omgang met andere en de mate waarin iemand gemakkelijk gemanipuleerd kan worden door anderen.
Het praktische domein (Adaptief functioneren)
Heeft betrekking op het leervermogen en het zelfmanagement; het is nodig om voldoende praktisch te kunnen functioneren in het dagelijks leven: persoonlijke verzorging, verantwoordelijkheden die bij een baan horen, beheer van geld, vrijetijdsbesteding, zelfmanagement van gedrag, het plannen van taken in de thuissituatie/het huishouden, op school en op werk.
SRH
Steunend relationeel handelen. Geeft vorm aan het werken met ervaringskennis en deskundigheid en biedt ruimte aan cliënten om te leren op basis van hun ervaringen.
Richt zich op de kwaliteit van leven van mensen met een psychische en sociale kwetsbaarheid.
Hulpverlener hebben de taak om cliënten te ondersteunen bij de door hen gewenste kwaliteit
van leven. Als het fundament van de ondersteuning zijn er een aantal uitgangspunten:
1. De relatie tussen de hulpverlener, cliënt en zijn of haar naasten staat centraal. Hierbij is de
basishouding van de hulpverlener dat hij present is.
2. De ondersteuning is gericht op ontwikkeling en herstel.
3. De ondersteuning is gerichte op sociale inclusie en meetellen in de samenleving.
4. De ondersteuning maakt gebruik van ervaringskennis en ervaringsleren als methode voor
ontwikkeling en herstel.
5. De ondersteuning maakt gebruik van positieve psychologie en empowerment.
Welke bouwstenen heeft SRH:
- Presentie: het aangaan van een persoonlijk-professionele verbinding, gekarakteriseerd door compassie en aandacht, hoop en vertrouwen.
- Herstel: van hoop en zelfvertrouwen, eigen identiteit, autonomie, zingevende activiteiten en sociale rollen, positieve steunende relaties.
- Kracht: Persoonlijke ervaringen, kwaliteiten en talentontwikkeling, omgaan met kwetsbaarheid.
Hoe wordt SRH toegepast bij LVB?
- De relatie tussen de hulpverlener, cliënt en zijn of haar naasten staan centraal Basishouding van hulpverlener is present.
- De ondersteuning is gericht op ontwikkeling en herstel.
- De ondersteuning is gericht op sociale inclusie en meetellen in de samenleving.
- De ondersteuning maakt gebruik van ervaringskennis en ervaringsleren als methode voor ontwikkeling en herstel.
- De ondersteuning maakt gebruik van positieve psychologie en empowerment. Het gaat om het aansluiten bij de krachten en mogelijkheden van de jongere.
Hart-tot-hart verbinding
Ee is ruimte voor emoties in de contacten. Ruimte voor emoties omdat de hulpverlener niet bang is voor de emoties van de jongere, maar ook omdat hij zijn eigen geraaktheid durft te laten zien.
Het is belangrijk aan te sluiten bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van de cliënt. Noem een aantal cognitieve voorbeelden.
- Concreet taalgebruik hanteren, korte zinnen gebruiken, niet te veel
informatie tegelijk aanbieden - Ontrafelen en uitleggen wat er gebeurt/gebeurde
- Herhalen van de boodschap en checken of het begrepen is
- Zaken in het hier en nu aanpakken
- Aanleren door concreet te laten doen en ervaren
- Zorgen dat er net te veel te zien is of gebeurt in de directe omgeving van de
jongere, zodat hij de aandacht erbij kan houden
Het is belangrijk aan te sluiten bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van de cliënt. Noem een aantal sociale voorbeelden.
- Leg uit hoe sociale situaties in elkaar zitten
- Ondersteun hem bij het aangaan en onderhouden van contacten
- Ondersteun hem om zich te (leren) verplaatsen in de ander en te ontdekken
waarom een persoon iets zegt of doet
Het is belangrijk aan te sluiten bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van de cliënt. Noem een aantal emotionele voorbeelden.
- Ga in gesprek en bespreek oe dingen beleeft, gezien en/of ervaren worden
- Vergoot zelfvertrouwen, door aansporing en complimenten te geven
- Geef vertrouwen om vaardigheden toe te passen
- Bied ondersteuning bij het uiten van boosheid en frustratie