week 3. HC.3 - Fysiologie van gal Flashcards

1
Q

waaruit bestaat gal + bron

A

galzouten 67% –> hepatocyten
cholesterol 4% –> hepatocyt, LDL, HDL
fosfolipide 22% –> hepatocyten

geconjugeerd bilirubine
electrolyten, water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er bij de omzetting van cholesterol naar galzuur

A

hydrocylering van C7 en C12 + alfa vorm (alles boven vlak)

verkorting keten + carbonzuur groep aan het einde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurd er bij de conjugatie van galzouten

A

bij de galzout word een aminuuzuur gezet –> glycine of taurine met een isopeptide binding (binding niet vatbaar voor knipende enzymen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is en amfoteer molecuul en waaorm is een galzout dat

A

1 kant lipofiel en andere hydrofiel –> emulgator

doordat een galzout alles alfa gerangschikt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe verloopt de vroming van galmicellen + kleinste micel

A

bij een bepaalde concentratie (CMC (kritische micellaire concentratie) –> vorming micellen doordat galzouten hydrofiel aan de buitenkant komt en hydrofoob in de kern

kleinste micel –> 4 galzout moleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke drie transporters heeft een hepatocyt

A

galzout –> BESP (ABC 11)
cholesterol –> sterolin 1/2 ( ABC- G5/8)
fosfolipde –> MDR3 (ABC-B4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het choleretisch effect van galzout + welke cellen

A

hogere galzout concentratie –> meer secretie van vocht

70 % door hepatocyt
30 % door ductus –> CFRT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is het gal bij CF patiënten geconcentreerder

A

geen CFRT kanalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe verloopt de deconjugatie van galzouten door darmflora + voordeel

A

bacterien knippen aminozuren er vanaf –> hierdoor minder hydrofiel, makkelijker over plasmamembraan –> hierdoor passieve opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is er bijzonder aan het galzout UDCA

A

hierbij is op C7 de hydroxygroep Beta georiënteerd,

niet toxisch

–> komt bij beren voor –> gal vloeibaarder bij winterslaap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de voordleen van orale UDCA therapie

A

choleretisch effect –> spoelt galwegen door
UDCA remt de synthese van galzout inhepatocyt
is zelf niet toxisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is IBAT

A

een natirum afhankelijk kanaal dat galzouten opneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe word het bicarboont-rijke vloeistof aan het gal toegevoegd + factoren

A

chloorkanaal –> chloride naar buiten, uitgewisseld tegen bicarbonaat weer nar binnen

reageert op secretine, glucagon en VIP

tussen de cellen door Na+ en H2O

remming is somatostatine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurd er in de galblaas

A

10-20 voudige concentratie
verlaging pH –> tegengaan neerslaan zouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe word de opslag van gal in ge galblaas gereguleerd

A

de relatieve druk in de galgang
vullingstoestand galblass

regulator –> sphincter van oddi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe word de sphincter van oddi gereguleerd

A

vulling van de maag zorgt voor een reflexboog

via nervus vagus –> contractie van de galblas + ontspannen shincter van oddi.

CCK –> relaxeerd de shinter van oddi