Week 2, Dysfagie Flashcards
wat is dysfagie
passageklachten door de slokdarm in
wat is het verschil tussen dysfagie en slikklachten
bij dysfagie is de voedsel wel doorgeslikt maar blijft het steken (in slokdarm)
welke twee plexussen zitten er in het enterische zenuwstelsel
myenterische tussen ls & CS (slokdarm t/m rectum
submucosal –> alleen in submucosa dunne en dikke darm
wat is peristaltiek
gelijktijdige inhibitie gevold door sequentiele excitatie
wat zijn de stappen in de peristaltiek
- gelijktijdige inhibitie via cDMN & NO van alle slokdarm delen –> spierrelaxatie inhibitie langer distaal
- sequentiele excitatie via rDMN & ACh –> spiercontractie
welke type glad spierweefsel innervatie zijn er
multiunit –> intracellulaire koppleing –> weinig –> fijne psiercontole
unitary –> intracellulaire koppeling –> veel gecoordineerde contractie
uit welke fases bestaat het slikproces
orale, faryngeale en oesofagiale fase
wat is een globusgevoel
gevoel alsof er iets in de keel zit.
wat zijn oorzaken van dysfagie
motiliteitsproblemen (spier, neuraal)
tumoren
peptische structuren –> ontsteking
wat is achalasie + kenmerken
een neuromusculaire stoornis van de slokdarm, de passage van de slokdarm is bemoeilijkt
geen peristaltiek en geen LES-relaxatie
wat is pneumatic dilatation
het dillateren mbv een katheter met een ballon. (oprekken spier)
wat is heller myotomie van de les
buitenkant van de slokdarm worden beide spierlagen doorgeknipt, de oesophagys sfincter word gekliefd. –> door de fundus van de maag over de mucosa van de slokdarm te doen is de kans op perforaties lager
hoe kan een tumor zich verspreiden
lymfogenestase (lymfe) of hematogene (bloed) uitzaaiing
hoe kan een tumor die alleen in de mucosa weghalen
met een katherer weghalen (nog niet uitgezaaid)