Week 2. HC.6 Acute en chronische pancreatitis. Flashcards

1
Q

wat is de functie van de pancreas

A

verteringsenzymen
bloedsuiker regulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het grote risico ERCP

A

actue pancreatitis –> pancreas is heel gevoelig voor stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het spectrum van gezond naar chronische pancreatitis

A

gezond
acute pancreatitis –> daarna helemaal gezond
resiverende acute pancreatitis –> vaak maar daarna weer gezond
chronische pancreatitis –> pancreasweefsel schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de klinische presentatie voor patienten met acute pancreatitis

A

extreem veel pijn –> gestoken door een mes midden op de buik met uitstraling naar achter

heel ziek en krommend zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken van acute pancreatitis

A
  • obstrucite
  • toxine en drugs
  • trauma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kun je acute pancreatitis opdelen

A

mild –> 80% (voor pt niet, paar dagen, geen secrose)
ernstige –> 20 % (met necrose en orgaan falen)

sterile necrose –> 12 % mortaliteit
infected necrosis –> 25% mortalitei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe begint acute pacreatitis per definitie

A

met een steriele ontsteking door het te vroeg activeren van enzymen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn complicaties van acute pancreatitis

A

typische pijn
misseling
koorts
geelzucht
infectie
sepsis
multiple organ failure (MOF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de behandeling voor acute pancreatitis

A

(eigenlijk niks)

support (veel vocht, extra vocht, hart etc)
weghalen ontstaan (bijv staan)
intensive care
behandeling bijv endoscopisch of chirurgisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly