Week 3: Diagnosestelling type 1 & 2 Diabetes Mellitus Flashcards
Kenmerking type 1?
- onvoldoende insulineproductie door pancreas
- ontwikkelt voor 30-25 jaar
- patiënten kans op ontwikkelen diabetische ketoacidose
- zonder insuline kunnen patiënten niet functioneren
Kenmerken type 2?
- insuline resistentie: lichaamscellen ongevoelig voor insuline
- vermogen van pancreas om insuline te maken neemt initieel toe en over tijd af
- ziekte manifesteerd vaak na 30-35
- 85-90% patienten heeft overgewicht
- geen neiging tot ketoacidose, omdat er geen absoluut tekort aan insuline is
- niet afh van insuline om te overleven, maar wel controle hyperglycemie nodig
Symptomen DM?
- toegenomen dorst en urineproductie
- wazig zien: bloedsuikerspiegel stijgt -> reversibele zwelling van de lens, breking licht verandert
- moe gevoel
- slechte wondgenezing
- frequente infecties
- gewichtsverlies door uitdroging en afbraak spieren en vet door gebrek insuline
- misselijkheid en braken -> diabetische ketoacidose
- uitdroging door osmotische werking glucose in de urine
Symptomen specifiek voor D1?
gewichtsverlies, moeheid, verlies energie, polyurie, polydipsie, afvallen en diabetische ketoacidose
Over het algemeen plots ontstaan
Symptomen specifiek voor D2?
Begin: enkele subtiele of helemaal geen symptomen
Naarmate insuline productie afneemt: toegenomen dorst, meer plassen, moeheid, wazig zien, toegenome frequentie infecties (verhoogde bloedsuikerspiegel dient als voedingsbodem)
Eeen van eerste tekenen diabetes?
glucosurie of te hoog bloedglucose
WHO diagnostische criteria?
- nucher plasme glucose > 7 mmol/L
- willekeurig plasma glucose > 11,1 mmol/L -> diagnostisch bij bestaan typische symtomen of twee abnormale waarde bij asymptomatisch
- HbA1c > 6,5%
Orale glucosetolerantietest (OGTT)?
Wordt gebruikt bij grensgevallen
75 g glucose drinken en nuchter en 120 minuten na glucosedrank bloed afnemen
Normaal: nuchet < 7 en na 2 h onder 7,8 mmol/L
Impaired glucose tolerantie: nuchter glucose < 7 mmol/L, maar na glucosedrank tussen 7,8 en 11
Diabetisch mellitus: nuchter glucose boven 7 en 2 uur na drank boven de 11,1 mmol/L
Impaired Glucose tolerance (IGT)?
risicofactor voor ontwikkeling D2
Diagnose kan alleen met OGTT gesteld worden
Verhoogd risico hart- en vaatziekten, maar geen verhoogde kans op microvasculaire complicaties
Impaired fasting glucose tolerance? (IFG)
één keer bloed afnemen
IFG als nuchtere glucose tussen 5,6/6,1 en 6,9 gelegen is
Verhoogd risico op D2 en hart en vaatziekten, geen verhoogde kans microvasculaire complicaties
Overlap tussen IFG en IGT?
matig, risico op D2 en hart en vaatziekten ook niet echt vergelijkbaar
HbA1c?
Percentage rode bloedcellen weer waarvan Hb geglycosyleerd is -> getal weerspiegelt gemiddelde glucosegehalte in het bloed de voorgaande 6-8 weken (rode bloedcellen levensduur van 120 dagen)
Veronderstelling dat levensduur rode bloedcellen 120 dagen is
Glycosylering Hb?
in bloed bindt een glucosemolecuul met N-eindstandig aminozuur van beta-keten van Hb in rode bloedcellen
gebeurt wanneer glucose concentratie lang hoog blijft en is irreversibel
Concentratie glucose stijgt voor langere tijd -> meer HbA1c
Normaalwaarde vs diabetes?
normaal: HbA1c is 20-42 mmol/mol, als percentage: 4-6%
Hoog HbA1c kan DM diagnosticeren (>48 mmol/mol), maar afwezigheid sluit diabetes niet uit
Streefwaarde bij diabetes behandeling is lager dan 53 mmol/mol
GLucosurie?
Glucose verschijnt in urine als glucose in bloed obven 10-11 mmol/L gekomen is, dan is er dus al sprake van gemanifesteerde diabetes -> diagnose is eigenlijk te laat
Normaal geen glucose in urine, want SGLT1 en 2 reabsorberen glucose uit voorurine via niertubuli terug naar bloed